ECLI:NL:RBZWB:2024:6453

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2024
Publicatiedatum
20 september 2024
Zaaknummer
C/02/426538 / JE RK 24-1658
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • P. Pellikaan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp op basis van de Jeugdwet voor minderjarige met ernstige opvoedproblemen

Op 13 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op 28 september 2008. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming Brabant om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder zelfbepalend en agressief gedrag, en suïcidale uitspraken. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar [minderjarige] heeft recentelijk bij zowel de moeder als de vader gewoond, wat niet meer haalbaar bleek door haar gedrag.

De kinderrechter heeft eerder op 10 september 2024 al een tijdelijke machtiging tot uithuisplaatsing verleend, maar gezien de aanhoudende problemen en het feit dat [minderjarige] zich blijft onttrekken aan jeugdzorg, is besloten om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen. De kinderrechter oordeelt dat onmiddellijke jeugdzorg noodzakelijk is en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [minderjarige] aan te pakken. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 13 september 2024 tot 27 september 2024, en heeft de verdere behandeling van het verzoek om een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp aangehouden tot een mondelinge behandeling op een later tijdstip.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummers: C/02/426538 / JE RK 24-1658 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
: C/02/426539 / JE RK 24-1659 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 13 september 2024
Beschikking van de kinderrechter over (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
de gecertificeerde instelling
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
locatie Tilburg, hierna te noemen: de GI,
over de minderjarige
[minderjarige], geboren op 28 september 2008 in [plaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. B.J.P. van Gils te Tilburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden in deze zaak aan:
[minderjarige] ,
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [plaats] ,
advocaat: mr. P.B.J. Dekker te Tilburg,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesdossier bevat de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 12 september 2024;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper (op basis van dossieronderzoek) van 13 september 2024, ontvangen op 13 september 2024.
1.2.
Aan [minderjarige] is ambtshalve als advocaat toegevoegd mr. B.J.P. van Gils te Tilburg.
1.3.
Aan de moeder is in het kader van de pilot kosteloze rechtsbijstand UHP ambtshalve als advocaat toegevoegd mr. P.B.J. Dekker te Tilburg.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij haar moeder, maar verbleef feitelijk laatst bij de vader.
2.3.
Bij nadere beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 augustus 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd voor de duur van zes maanden, met ingang van 1 september 2024 tot 1 maart 2025, uitvoerbaar bij voorraad. Bij diezelfde beschikking is het verzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling pro forma aangehouden in afwachting van nader bericht van de GI.
2.4.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 10 september 2024 is met spoed, te weten zonder daaraan voorafgaand horen van partijen, een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 10 september 2024 tot 24 september 2024. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden tot de mondelinge behandeling op [datum] 2024 om [tijd] uur (in de zaak met het zaaknummer: C/02/426437 / JE RK 24-1639).

3.De verzoeken

3.1.
De GI verzoekt op grond van artikel 6.1.3, eerste lid Jeugdwet om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van vier weken. De GI verzoekt om deze beschikking onverwijld af te geven, te weten zonder daaraan voorafgaand horen van partijen.
3.2.
De GI verzoekt daarnaast op grond van artikel 6.1.2, eerste lid Jeugdwet om aansluitend een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van zes maanden.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn indien naar het oordeel van de kinderrechter:
jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren;
de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken; en
er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
4.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [minderjarige] zelfbepalend en agressief gedrag vertoont. [minderjarige] heeft daarbij letsel veroorzaakt bij haar moeder en spullen in huis vernield. Daarnaast heeft zij suïcidale uitspraken gedaan. Gelet hierop is begin september 2024 in samenspraak met beide ouders besloten dat [minderjarige] niet langer bij de moeder kan verblijven en dat zij tijdelijk bij haar vader zal verblijven. Echter, doordat zij meermaals is weggelopen en zelfbepalend gedrag bleef vertonen, is haar verblijf bij de vader ook onhoudbaar geworden. Daarop heeft de kinderrechter bij beschikking van 10 september 2024 met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend, voor een plaatsing op een open groep. Inmiddels is gebleken dat het op de open groep ook niet gaat. [minderjarige] heeft haar kamer onder water gezet en zij heeft spullen vernield. Daarnaast is zij in de afgelopen dagen wederom meermaals weggelopen. Het netwerk heeft de instructie gekregen om [minderjarige] niet te helpen met weglopen, maar haar te stimuleren om terug te keren naar de groep. Als reactie daarop heeft [minderjarige] opnieuw suïcidale uitingen gedaan. Vanuit de open groep is geconcludeerd dat de plaatsing van [minderjarige] op dit moment niet haalbaar is omdat [minderjarige] blijft weglopen. Ook als [minderjarige] zou terugkeren naar de open groep, bestaat bij de GI de verwachting dat zij binnen de kortste keren opnieuw zal weglopen.
4.3.
De kinderrechter overweegt dat de onafhankelijke gedragswetenschapper, mevrouw drs. [naam] , op basis van dossieronderzoek heeft ingestemd met het spoedverzoek voor de duur van vier weken.
4.4.
De kinderrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat [minderjarige] kampt met ernstige opvoed-/opgroeiproblematiek en dat zij in verband daarmee jeugdhulp nodig heeft, maar dat zij zich daaraan blijft onttrekken door weg te lopen. Ook zijn er op dit moment geen minder ingrijpende mogelijkheden om voormelde zorgen weg te nemen. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor opname en verblijf van [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige] . Gelet hierop zal de kinderrechter het spoedverzoek toewijzen in die zin dat zij een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] zal verlenen voor de duur van twee weken, met ingang van 13 september 2024 en tot 27 september 2024. Het resterende deel van het spoedverzoek alsmede het verzoek om een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen zal worden aangehouden tot de hierna te noemen mondelinge behandeling, waarbij deze verzoeken gelijktijdig mondeling zullen worden behandeld met de eerder gedane verzoeken van de GI tot verlening van een (spoed)machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder (in de zaak met het zaaknummer C/02/426437 / JE RK 24-1639). Verdere beslissingen zal de kinderrechter pas nemen nadat zij partijen in de gelegenheid heeft gesteld om hierover te worden gehoord.
4.5.
De kinderrechter verzoekt aan de GI om voorafgaand aan de volgende mondelinge behandeling ten aanzien van het spoedverzoek een schriftelijke (instemmende) verklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper over te leggen waaruit blijkt dat zij [minderjarige] feitelijk heeft onderzocht. Daarnaast wordt de GI verzocht om een schriftelijke (instemmende) verklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper over te leggen, waarbij de onafhankelijke gedragswetenschapper [minderjarige] feitelijk heeft onderzocht en waarbij die (instemmende) verklaring is gericht op het aansluitende (reguliere) verzoek machtiging gesloten jeugdhulp.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 13 september 2024 tot 27 september 2024;
5.2.
houdt de beslissing over het resterende deel van het spoedverzoek alsmede de beslissing over het verzoek om een aansluitende machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen aan tot de mondelinge behandeling van
woensdag [datum] 2024 om [tijd] uur, bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW;
5.3.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor [minderjarige] , haar advocaat, de moeder, haar advocaat, de vader en de GI;
5.4.
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2024 door
mr. Pellikaan, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.