ECLI:NL:RBZWB:2024:6455

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
20 september 2024
Zaaknummer
C/02/426555 / JE RK 24-1661
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Bogaert
  • A. Pellikaan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in verband met ernstige opvoedingsproblemen

Op 12 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roosendaal, die zich zorgen maken over de veiligheid en ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder huiselijk geweld en zelfbepalend gedrag, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen aan te pakken.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en een instemmende verklaring van een onafhankelijke gedragswetenschapper besloten om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van twee weken, met ingang van 12 september 2024. De kinderrechter heeft benadrukt dat de situatie van [minderjarige] onhoudbaar is en dat onmiddellijke jeugdzorg noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen. De beslissing is mondeling genomen, met de schriftelijke uitwerking op 13 september 2024.

De kinderrechter heeft ook aangegeven dat verdere beslissingen over het resterende deel van het verzoek zullen worden genomen na een mondelinge behandeling, waarbij alle betrokken partijen worden gehoord. De kinderrechter heeft de betrokkenen op de hoogte gesteld van de procedure en de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/426555 / JE RK 24-1661
Datum uitspraak: 12 september 2024
Beschikking van de kinderrechter over spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROOSENDAAL, zetelende te Roosendaal ,
hierna te noemen: het college,
over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. J. van Rooijen te Tilburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[minderjarige],
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
[de vader], hierna te noemen: de vader.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen van het college van 12 september 2024, ingekomen bij de griffie op 12 september 2024;
  • het op 12 september 2024 mondeling gedane verzoek van het college;
  • de instemmende verklaring d.d. 12 september 2024 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
1.2.
Aan [minderjarige] is ambtshalve als advocaat toegevoegd mr. J. van Rooijen te Tilburg.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft op een [crisisgroep] te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van vier weken.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn indien naar het oordeel van de kinderrechter:
jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren;
de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken; en
er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en het mondeling gedane verzoek blijkt dat er zorgen zijn vanwege huiselijk geweld tussen de ouders onderling en tussen [minderjarige] en haar moeder. [minderjarige] vertoont zelfbepalend gedrag, waarbij zij geen gevaren ziet. [minderjarige] is daarnaast bekend met alcohol- en drugsgebruik, zij is niet open over met wie zij omgaat en er zijn zorgen vanwege crimineel delictgedrag. Ook is zij niet langer welkom op school of de bovenschoolse voorziening. De ouders beschikken over onvoldoende draagkracht om deze zorgen weg te nemen. Sinds mei 2024 is [zorgaanbieder] betrokken. Hoewel [minderjarige] tot op zekere hoogte hierbij aanhaakt, houdt zij zich niet aan de gemaakte afspraken en regels. Ondanks dat [zorgaanbieder] in de afgelopen periode vrijwel dagelijks betrokken is geweest, lukt het hen niet om de veiligheid voor [minderjarige] te waarborgen. Gelet hierop is het verblijf van [minderjarige] in de thuissituatie onhoudbaar geworden. In de avond van 11 september 2024 is [minderjarige] daarom, voor de tweede keer in twee weken tijd, geplaatst op de open crisisgroep van de [crisisgroep] te [plaats] . Echter, hier houdt zij zich ook niet aan de regels en is zij weggelopen. Op 12 september 2024 in de middag is zij terug thuis gekomen. Zij weigert om terug te keren naar de [crisisgroep] en vertoont wederom zelfbepalend gedrag, waardoor de spanningen opnieuw oplopen. Zowel thuis als bij de [crisisgroep] kan haar niet de nodige veiligheid en bescherming geboden worden. Ten slotte wordt James, het jongere broertje van [minderjarige] , belast doordat [minderjarige] alle aandacht opeist.
4.3.
Het college heeft een instemmende verklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper, [naam] , overgelegd waaruit blijkt dat de onafhankelijke gedragswetenschapper op basis van dossieronderzoek instemt met het spoedverzoek voor de duur van vier weken.
4.4.
Het college heeft daarnaast een door de moeder ondertekende verklaring overgelegd, waaruit blijkt dat de moeder als gezaghebbende ouder instemt met het verzoek.
4.5.
De kinderrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat [minderjarige] kampt met ernstige opvoed-/opgroeiproblematiek en dat zij in verband daarmee jeugdhulp nodig heeft, maar dat zij zich daaraan blijft onttrekken door weg te lopen. Ook zijn er op dit moment geen minder ingrijpende mogelijkheden om voormelde zorgen weg te nemen. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor opname en verblijf van [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige] . Gelet hierop zal de kinderrechter het spoedverzoek toewijzen in die zin dat zij een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] zal verlenen voor de duur van twee weken, met ingang van 12 september 2024 en tot 26 september 2024. Het resterende deel van het spoedverzoek zal worden aangehouden tot de hierna te noemen mondelinge behandeling. Verdere beslissingen zal de kinderrechter pas nemen nadat zij partijen in de gelegenheid heeft gesteld om hierover te worden gehoord.
4.6.
De kinderrechter overweegt tot slot als volgt. Op donderdagavond 12 september 2024 heeft de kinderrechter het verzoek mondeling toegewezen op basis van de afspraak dat de onafhankelijke gedragswetenschapper uiterlijk een dag later, op 13 september 2024 vóór 12.00 uur een instemmende verklaring zal overleggen waaruit blijkt dat [minderjarige] feitelijk is onderzocht. Echter, in het begeleidende bericht bij de op vrijdag 13 september 2024 overgelegde instemmende verklaring van de gedragswetenschapper staat vermeld dat [minderjarige] pas na het weekend, op maandag 16 september 2024 om 09.00 uur zal worden gehoord. Vervolgens heeft de kinderrechter getracht om beide in het verzoekschrift vermelde contactpersonen van het college te bereiken, teneinde te bewerkstelligen dat [minderjarige] alsnog volgens afspraak op vrijdag te onderzoeken. Dit is niet mogelijk gebleken. Beide contactpersonen bleken namelijk onbereikbaar. De kinderrechter wijst er nadrukkelijk op dat [minderjarige] uiterlijk aanstaande maandag 16 september 2024 zal worden onderzocht. Gelet op het karakter van het verzoek, te weten vrijheidsbeneming, is deze gang van zaken onacceptabel. Dit zal daarom nader worden besproken tijdens de mondelinge behandeling.
4.7.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 september 2024 tot 26 september 2024;
5.2.
houdt de beslissing over het resterende deel van het spoedverzoek aan tot de mondelinge behandeling van
[datum] 2024 om [uur], bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW;
5.3.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor [minderjarige] , haar advocaat, de moeder en het college;
5.4.
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beslissing is mondeling gegeven op 12 september 2024 door mr. Bogaert, kinderrechter. De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 13 september 2024 door
mr. Pellikaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.