ECLI:NL:RBZWB:2024:6499
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van 't Nedereind
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en buitengerechtelijke incassokosten
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser H.O.D.N. [bedrijf van eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde H.O.D.N. [bedrijf van gedaagde] wegens onbetaalde facturen. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 5 juni 2024 en een mondelinge behandeling op 15 augustus 2024, waarbij gedaagde niet is verschenen. Eiser heeft jarenlang de financiële administratie voor gedaagde verzorgd, met een jaarlijkse vergoeding van € 1.500,00. De samenwerking eindigde in juni 2023, maar gedaagde heeft de facturen niet volledig betaald. Eiser vordert een bedrag van € 5.887,83, vermeerderd met rente en kosten.
Gedaagde erkent dat hij niet alle facturen heeft voldaan, maar betwist de hoogte van het openstaande bedrag en stelt dat niet al zijn betalingen zijn verwerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen op de zitting en daardoor zijn mogelijkheid om zijn standpunten toe te lichten heeft gemist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de samenwerking tussen partijen is geëindigd per 1 juli 2023 en dat gedaagde een bedrag van € 4.848,23 aan hoofdsom moet betalen, plus wettelijke rente vanaf 9 februari 2024.
Daarnaast heeft eiser aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten, die door de kantonrechter zijn toegewezen tot een bedrag van € 609,82. Gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van € 837,84 betalen. Het vonnis is uitgesproken op 18 september 2024 door mr. Van 't Nedereind.