In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 21 augustus 2024 een eindvonnis uitgesproken in de civiele procedure tussen eisers, vertegenwoordigd door Stichting Rechtsbijstand ZLM, en gedaagde, vertegenwoordigd door Anker Rechtshulp B.V. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding van eisers in verband met gebrekkig uitgevoerd schilderwerk door gedaagde. In het tussenvonnis van 26 juni 2024 werd vastgesteld dat het schilderwerk opnieuw uitgevoerd moest worden, en dat beide partijen gespecificeerde offertes moesten overleggen. Eisers hebben echter geen gespecificeerde offerte van het eerder genoemde bedrijf overgelegd, maar een aangepaste offerte van een ander bedrijf, wat door gedaagde werd betwist. De kantonrechter oordeelde dat de wijziging van eis door eisers niet was toegestaan, omdat dit in strijd was met de goede procesorde. De kantonrechter heeft de schade begroot op € 4.510,00, na aftrek van een bedrag voor niet-onderbouwde schadeposten. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 576,00 toegewezen, evenals proceskosten van € 1.364,15, die gedaagde dient te betalen. De wettelijke rente over de toegewezen bedragen is vanaf 4 augustus 2023 verschuldigd tot aan de dag van volledige betaling.