Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2016, hierna: [minderjarige 2] .
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 4 juli 2024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de vrouw een kort geding aangespannen om vervangende toestemming te verkrijgen voor een vakantie met haar minderjarige kinderen naar Turkije, van 10 tot en met 23 juli 2024. De man, de vader van de kinderen, heeft zijn instemming geweigerd, omdat hij vreest dat de vakantie het hulpverleningstraject van de kinderen zal verstoren en dat de vrouw niet zal terugkeren van de vakantie. De vrouw heeft echter betoogd dat er geen contra-indicaties zijn voor de vakantie en dat de betrokken hulpverleners geen bezwaren hebben geuit. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juli 2024 is de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de belangen van de minderjarigen en de privacy van de partijen voorop stonden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het spoedeisend belang van de vrouw bij haar vordering vaststaat en dat de zorgen van de man niet voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vakantie in het belang van de minderjarigen is en heeft de vordering van de vrouw toegewezen, met de voorwaarde dat het contactmoment tussen de man en de kinderen op 22 juli 2024 gecompenseerd wordt na de terugkeer van de vrouw en de kinderen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.