Op 4 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling WILLIAM SCHRIKKER JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, omdat de hulpverleningstrajecten nog niet zijn afgerond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarigen nog steeds ernstig wordt bedreigd en dat de hulpverlening noodzakelijk is. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn zorgen over de opvoedsituatie en de samenwerking tussen hen. De moeder heeft ingestemd met de verlenging, maar pleit voor een tussentijdse toetsing. De vader steunt het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft geoordeeld dat een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar gerechtvaardigd is, gezien de huidige situatie en de nog te doorlopen hulpverleningstrajecten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ongeacht een eventueel hoger beroep.