Op 17 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zitting houdende in de wrakingskamer, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. Scheltema Beduin, de politierechter die de strafzaak van verzoeker behandelde. De verzoeker had op 9 september 2024 een einduitspraak ontvangen in zijn strafzaak, waarna hij enige tijd later per e-mail een wrakingsverzoek indiende. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de rechter op het moment van indienen van het verzoek geen zaak meer behandelde van verzoeker. Volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan een rechter alleen worden gewraakt zolang deze de zaak behandelt. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat het verzoeker niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om een rechter te wraken na het beëindigen van de behandeling van de zaak. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek achterwege gelaten, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank.