ECLI:NL:RBZWB:2024:6555

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 augustus 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
C/02/424928 FA RK 24-3411
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Janssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 12 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking volgde op een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1999, die momenteel verblijft in een kliniek. Het verzoek was gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, die een reden voor zorg vormen. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 augustus 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een curator en een casemanager. De betrokkene ontkende dat hij ziek was en stelde dat hij geen zorgmachtiging nodig had, terwijl de behandelaar en de curator wezen op de noodzaak van zorg en medicatie.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene ernstig nadeel zou ondervinden zonder verplichte zorg, gezien zijn gedrag en de risico's die hij met zich meebracht voor zichzelf en anderen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden, met de mogelijkheid tot het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het opnemen in een accommodatie. De rechtbank wees andere vormen van zorg af, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen en is op 20 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

ECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/424928 / FA RK 24/3411
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 12 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , [kliniek] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.J. Woodrow te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 18 juli 2024;
- de medische verklaring van 18 juli 2024;
- een zorgplan van 1 juli 2024;
- een zorgkaart van 2 juli 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- het uittreksel Justitiële Documentatie, waaruit blijkt dat betrokkene onbekend is in de Justitiële Documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- de aan betrokkene toegewezen advocaat;
- [naam 1] , curator;
- [naam 2] , casemanager;
- [naam 3] , verpleegkundig specialist.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 12 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat hij gezond is en dat hij wil stoppen met de zorgmachtiging. Volgens betrokkene heeft hij geen zorgmachtiging nodig. Hij is niet psychotisch, maar spiritueel. Hij heeft door zijn medicatie een keer een psychose doorgemaakt. Ook wordt hij moe en suf van de medicatie. Betrokkene denkt erover na om te gaan zwemmen.
3.2
Volgens de behandelaar is betrokkene in het verleden vaker opgenomen geweest. Betrokkene heeft medicatie nodig om zich open te kunnen stellen voor behandeling. Pas dan kan er gewerkt worden aan zijn herstel. Betrokkene heeft bij de kliniek een woning gekregen. Hij krijgt daarbij ondersteuning om te werken aan zijn herstel. Daarbij is het belangrijk dat betrokkene een dagbesteding krijgt en dat hij contact heeft met anderen. Betrokkene moet vaker buiten zijn eigen woning komen. Nu leeft betrokkene alleen in een digitale wereld via het gamen. Betrokkene heeft onvoldoende ziekte-inzicht. Hij is nog maar kort stabiel. Om te voorkomen dat betrokkene opnieuw de medicatie gaat weigeren, is een opname nodig als stok achter de deur. Betrokkene laat nu zien dat hij in contact staat met zijn behandelaars, maar moet nog stappen zetten om meer onafhankelijk te worden.
3.3
De curator van betrokkene geeft aan dat hij een grote vooruitgang ziet bij betrokkene. Volgens de curator is het risico op een terugval groot, als betrokkene geen medicatie meer gebruikt. Betrokkene heeft nog behandeling nodig om zijn medicatie te blijven gebruiken en om naar zelfstandigheid te gaan.
3.4
De advocaat hoort betrokkene zeggen dat hij vindt dat het goed met hem gaat en dat de zorgmachtiging moet stoppen. Hij stelt zich namens betrokkene op het formele standpunt dat het verzoek moet worden afgewezen. In materieel opzicht ziet de advocaat geen reden om iets op te merken.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, die een reden voor zorg kunnen zijn. De enkele ontkenning van betrokkene dat hij ziek is, geeft de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de medisch vastgestelde diagnose.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Tijdens een psychose is betrokkene agressief naar anderen. Ook is sprake van grensoverschrijdend gedrag naar anderen, omdat hij niet in staat is in te schatten waar de grenzen van anderen liggen. Daarnaast is betrokkene niet in staat om zelfstandig zijn leven te leiden en zijn eigen leven vorm te geven. Er is dan ook sprake van een stagnatie op verschillende levensgebieden zoals opleiding, dagbesteding, naar tevredenheid wonen, zelfzorg en een structuur in drink- en eetpatroon. Bij een verblijf buiten een klinische setting neemt de psychose verder toe en daarmee ook het ernstig nadeel.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene zodanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is nog onvoldoende stabiel in de medewerking aan zijn behandeling. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
Van de in het verzoek gevraagde overige verplichte zorg is niet gebleken dat deze noodzakelijk is. Niet is gebleken dat deze zorg verplicht dient te worden opgelegd om het dreigend nadeel te voorkomen en/of dat betrokkene aan deze vormen van zorg niet vrijwillig meewerkt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat tijdens de mondelinge behandeling door de behandelaar is opgemerkt dat deze vormen van verplichte zorg niet nodig zijn. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 12 maanden, met ingang van heden tot en met 12 augustus 2025.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 augustus 2025.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2024 in tegenwoordigheid van
Joosen als griffier, en op 15 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.