Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 12 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1979. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 7 augustus 2024 was opgelegd. Dit verzoek was gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 12 augustus 2024 waren de betrokkene, zijn advocaat en enkele zorgprofessionals aanwezig. De betrokkene gaf aan dat het beter met hem ging en dat hij bereid was om mee te werken aan behandeling, maar de behandelaar uitte zorgen over een mogelijke terugval in drugsgebruik als de betrokkene naar huis zou gaan.
De rechtbank overwoog dat de crisismaatregel oorspronkelijk was genomen vanwege ernstig dreigend nadeel, waaronder verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van anderen. Echter, tijdens de behandeling bleek dat de betrokkene ziektebesef en inzicht had ontwikkeld en openstond voor ambulante behandeling. De rechtbank concludeerde dat er op dat moment geen sprake meer was van ernstig nadeel dat verplichte zorg vereiste. Daarom werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. Janssen en is op 20 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.