Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1954 te [geboorteplaats];
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 12 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd op 6 augustus 2024 en betreft een verzoek van de officier van justitie om deze maatregel te verlengen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1954, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een psychotisch toestandsbeeld, met vermoedens van dementie. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 augustus 2024 zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn behandelaars. De betrokkene verzet zich tegen de opname en stelt dat hij geen medicatie nodig heeft, terwijl de behandelaar aangeeft dat er sprake is van een ernstige psychische stoornis die een gevaar voor de betrokkene en zijn omgeving met zich meebrengt. De rechtbank oordeelt dat de crisismaatregel noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen en verleent de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel tot 2 september 2024. De rechtbank wijst andere vormen van verplichte zorg af, omdat deze niet noodzakelijk zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Janssen en is op 20 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.