ECLI:NL:RBZWB:2024:6578

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
10915780 CV EXPL 24-596
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schadevergoeding en maandelijkse termijnen na beëindiging overeenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 25 september 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen de besloten vennootschap Real Gen B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft een vordering van Real Gen op de gedaagde wegens schadevergoeding als gevolg van de (vroegtijdige) beëindiging van een overeenkomst. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 3 juli 2024, waarin de kantonrechter Real Gen opdroeg om de omvang van de gevorderde afkoopsom nader te onderbouwen. Real Gen heeft in een akte van 9 juli 2024 haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de gemaakte opstartkosten over de looptijd van de overeenkomst verdeeld moesten worden. De gedaagde heeft echter betwist dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd zoals afgesproken en heeft een tegenvordering ingesteld, die te laat werd ingediend en daarom niet in behandeling werd genomen.

De kantonrechter heeft overwogen dat Real Gen haar schade niet voldoende heeft onderbouwd, waardoor de vordering tot schadevergoeding werd afgewezen. Wel werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van vier maandelijkse termijnen van in totaal € 721,16. Daarnaast zijn er buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de gevorderde contractuele rente over deze kosten werd afgewezen. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van € 781,75 betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10915780 CV EXPL 24-596
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap Real Gen B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Pijnacker,
eiseres,
hierna te noemen: Real Gen,
gemachtigde: Credifixx Incassoservices B.V. te Leiden,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [bedrijf van gedaagde] ,
wonende te [woonadres] en zaakdoende te
[zaakadres] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: [gemachtigde] , vriend van gedaagde.

1.Hoe de procedure is verlopen

1.1.
Hoe deze procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
het tussenvonnis van 3 juli 2024 met de daarin genoemde stukken;
de akte van eiseres van 9 juli 2024;
de akte van gedaagden van 15 augustus 2024.
1.2.
Daarna is een datum bepaald waarop dit vonnis wordt uitgesproken.

2.De verdere standpunten van partijen

2.1.
In het tussenvonnis van 3 juli 2024 is overwogen dat Real Gen ten tijde van dat vonnis de omvang van de door haar gevorderde afkoopsom onvoldoende heeft onderbouwd. Real Gen is bij dat vonnis opgedragen een nadere toelichting te geven over de maandelijkse termijnen die zij bij een correcte nakoming gedurende de looptijd van de overeenkomst zou hebben ontvangen en de kosten die zij zou hebben gemaakt om de overeengekomen diensten te leveren. Verder heeft de kantonrechter beslist dat [gedaagde] in ieder geval de vier maandelijkse termijnen verschuldigd is.
2.2.
In de akte van 9 juli 2024 is Real Gen daartoe overgegaan. Real Gen stelt - samengevat - als volgt. De eerste twee maanden zijn hoge kosten gemaakt om de afgesproken dienstverlening op te starten en uit te gaan voeren. [gedaagde] is de dienstverlening voor 24 maanden aangegaan. Verder stelt Real Gen dat de gemaakte opstartkosten worden verdeeld over 24 maanden waardoor het voor [gedaagde] overzichtelijk en betaalbaar is. De gemaakte opstartkosten zijn na 10 maanden voldaan en pas vanaf dit moment gaat er worden verdiend aan de dienstverlening. Tot slot voert zij aan dat de berekende afkoopsom geen extraatje is maar dient om de geheel gemaakte kosten te dekken.
2.3.
[gedaagde] voert bij voornoemde akte - samengevat - aan dat de werkzaamheden niet zijn uitgevoerd zoals afgesproken. [gedaagde] stelt dat Real Gen zonder iets te hebben geleverd, betaling van haar facturen vordert. In 2019 heeft Real Gen eenmaal geïncasseerd zonder iets gedaan te hebben aan service, diensten of andere uitvoeringen in een periode van 24 maanden na de overeenstemming in 2019, aldus [gedaagde] . Hoewel automatisch incasso is afgesproken, heeft Real Gen na de eerste betaling niets meer geïncasseerd. [gedaagde] stelt dat Real Gen niet te vertrouwen is en op deze manier geld probeert te innen. Tot slot eist [gedaagde] het geld dat is betaald aan Real Gen terug en compensatie door het incompetent handelen namens Real Gen.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.Hoe de kantonrechter verder oordeelt

Tegenvordering
3.1.
De kantonrechter begrijpt de akte van [gedaagde] zo dat zij ook een tegenvordering instelt. Nu [gedaagde] deze tegenvordering te laat heeft ingesteld, zal de tegenvordering niet worden meegenomen. Immers, op grond van artikel 137 Burgerlijke rechtsvordering dient een tegenvordering te worden ingesteld bij conclusie van antwoord.
Schadevergoeding wegens (vroegtijdige) beëindiging
3.2.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter overwogen dat Real Gen vergoeding vordert van de schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst. Hoewel Real Gen daartoe in gelegenheid is gesteld, heeft zij haar schade niet of onvoldoende onderbouwd. De schade bestaat uit de gederfde omzet, verminderd met bepaalde kosten die vanwege de ontbinding van de overeenkomst niet meer worden gemaakt. Hierover heeft Real Gen niets gesteld. Nu Real Gen heeft nagelaten haar schade concreet te onderbouwen, kan de daadwerkelijk geleden schade door de kantonrechter niet worden vastgesteld. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
Maandelijkse termijnen
3.3.
In het tussenvonnis is al beslist dat Real Gen de vier maandelijkse termijnen moet betalen. De kantonrechter zal daarom een bedrag van (4 x € 180,29 =) € 721,16 aan hoofdsom toewijzen.
Rente en kosten
3.4.
Nu Real Gen voor de berekening van de verschenen rente is uitgegaan van een onjuiste hoofdsom, zal het gevorderde bedrag aan rente worden afgewezen. De contractuele rente zal worden toegewezen over het toe te wijzen bedrag aan hoofdsom zoals nader vermeld wordt in de beslissing.
3.5.
Verder vordert Real Gen een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Deze vordering komt op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst in beginsel voor toewijzing in aanmerking. In dit geval acht de kantonrechter echter redenen aanwezig om de vergoeding op grond van artikel 242 Rv te matigen tot het bedrag, berekend op grond van de bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten horende staffel, nu niet is gesteld en onderbouwd dat er zodanige buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die een hoger bedrag dan de staffel rechtvaardigen. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag, zijnde € 130,89 (inclusief btw).
3.6.
Nu gesteld, noch gebleken is dat de overeenkomst tussen partijen daarvoor een grondslag biedt, zal de gevorderde contractuele rente over de buitengerechtelijke kosten worden afgewezen. In plaats daarvan zal de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over dit bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
3.7.
[gedaagde] is hoofzakelijk in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kantonrechter zal ter zake van het griffierecht een bedrag van € 328,- toewijzen. Omdat eiseres – zoals hierboven is overwogen – ten onrechte een te hoog bedrag heeft gevorderd, is de vordering voor de berekening van de griffierechten in een hogere categorie terecht gekomen. Het zou onredelijk zijn de financiële gevolgen daarvan voor rekening van gedaagde te laten komen. De proceskosten van Real Gen worden begroot op:
- dagvaarding € 116,25
- griffierecht € 328,00
- salaris gemachtigde € 270,00 (2 punten x tarief € 135,00)
- nakosten € 67,50 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 781,75

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Real Gen te betalen:
- een bedrag van € 721,16, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand over € 721,16 vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 130,89 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 19 januari 2024 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 781,75 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde ook de kosten van betekening betalen;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.