Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
- het proces-verbaal van de zitting die heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2024 waar door verzoeker een wrakingsverzoek is gedaan;
- het e-mailbericht van 29 augustus 2024 van mr. Govaers, hierna te noemen de rechter, waarin hij kenbaar heeft gemaakt niet in het wrakingsverzoek te berusten;
- de schriftelijke reactie van de rechter, ontvangen op 3 september 2024;
- de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, gehouden op
2.Het verzoek
3.De gronden van het wrakingsverzoek
“Ik wraak u. De reden is dat u niet op een onafhankelijke manier de zaak behandelt. Mijn cliënt kan de zaak niet kan volgen. Ik heb u verschillende keren gevraagd om te stoppen. En dat heeft u geweigerd. En u heeft aangegeven dat u doorgaat, ook als ik stop. Mijn cliënt kan niet begrijpen wat er wordt gezegd. En u meneer de rechter trekt zich daar niets van aan.”
4.Het standpunt van de rechter
5.De beoordeling
6.De beslissing
- verklaart het verzoek tot wraking ongegrond;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met nummer NL24.32936 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens indiening van het verzoek.