Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden aan betrokkene, geboren in 1993. Dit verzoek is ingediend door de officier van justitie op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden op het woonadres van betrokkene, waarbij betrokkene aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en ook een psychiater en een begeleidster van betrokkene zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel voor betrokkene en zijn omgeving. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen, met uitzondering van het beperken van communicatiemiddelen, dat niet noodzakelijk werd geacht.
De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en in het openbaar uitgesproken. De zorgmachtiging is verleend voor de periode van 2 september 2024 tot en met 2 september 2025, met de mogelijkheid om de voorgestelde zorgmaatregelen te treffen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.