ECLI:NL:RBZWB:2024:6698

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/425710 / FA RK 24/3802
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging voor verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden aan betrokkene, geboren in 1993. Dit verzoek is ingediend door de officier van justitie op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden op het woonadres van betrokkene, waarbij betrokkene aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en ook een psychiater en een begeleidster van betrokkene zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel voor betrokkene en zijn omgeving. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen, met uitzondering van het beperken van communicatiemiddelen, dat niet noodzakelijk werd geacht.

De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en in het openbaar uitgesproken. De zorgmachtiging is verleend voor de periode van 2 september 2024 tot en met 2 september 2025, met de mogelijkheid om de voorgestelde zorgmaatregelen te treffen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/425710 / FA RK 24/3802
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 september 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. Bronsveld te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 19 augustus 2024, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 15 augustus 2024;
- het zorgplan van 12 augustus 2024;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 12 augustus 2024;
- de medische verklaring van 18 juli 2024;
- het informatierapport Wvggz van de politie van 16 augustus 2024;
- het ongedateerde maatschappelijke plan;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, op het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater;
- mevrouw [naam 2] , begeleidster van betrokkene.
1.4
De officier is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene vertelt dat het goed met hem gaat en dat hij blij is met waar hij nu woont. Hij heeft vijf halve dagen dagbesteding op het terrein en bezoekt soms het dorp in de buurt. Betrokkene geeft daarnaast aan dat hij nooit last heeft gehad van een zorgmachtiging en dat hij het er eigenlijk wel mee eens is. Wel benoemt betrokkene dat hij last heeft van de medicatie, gelet op het feit dat hij daardoor vast slaapt en weinig energie heeft.
3.2
Namens betrokkene verklaart de advocaat dat betrokkene instemt met het verzoek. De advocaat benadrukt dat er moet worden gewerkt aan een terugkeer in een meer ambulant kader. Vanuit betrokkene is er ook behoefte om daaraan te werken. Verder benoemt de advocaat dat er zou zijn gesproken over een afbouw van de medicatie, maar dat dit niet van de grond is gekomen. De bijwerkingen zijn voor betrokkene lastig in verband met de dagbesteding. Betrokkene is tevreden met zijn huidige verblijfplaats en vindt het goed om een zorgmachtiging als stok achter de deur te hebben. Gelet op het voorgaande kan het verzoek dan ook worden toegewezen.
3.3
De psychiater verklaart ter gelegenheid van de mondelinge behandeling dat een verlenging van de zorgmachtiging noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat het weer mis gaat met betrokkene. Op dit moment gaat het goed met betrokkene en dat komt door zijn eigen inzet, maar ook door de medicatie en de begeleiding. Er zijn volgens de psychiater echter ook risico’s, bijvoorbeeld wanneer betrokkene drugs gebruikt. Als betrokkene een psychose heeft of drugs gebruikt, kan zijn ziekte-inzicht veranderen. In die situaties zal verplichte zorg nodig zijn. Een vrijwillig kader is dan ook (nog) niet mogelijk, aldus de psychiater.
3.4.
De begeleidster geeft aan dat betrokkene gegroeid is. Het is wel goed dat hij begeleiding heeft. Daarbij geeft de begeleidster aan dat betrokkene soms nog wel eens drugs gebruikt. Op dit moment heeft hij wel meer inzicht in wat het met hem doet. Echter, soms slaat hij door en is hij dat inzicht kwijt. Op dat moment wordt betrokkene onvoorspelbaar. Een zorgmachtiging is heel passend voor zijn levensfase. De begeleidster herkent wel dat betrokkene last heeft van zijn medicatie en dat collega’s dat, bij bijvoorbeeld de dagbesteding, wel eens vergeten. Dit gaat de begeleidster verder oppakken.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van deze rechtbank van 5 maart 2024 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 5 september 2024.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met psychoses in het kader van schizofrenie, middelenmisbruik, een licht verstandelijke beperking, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychosociale problemen.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Voornamelijk door het gebruik van middelen wordt betrokkene verward en psychotisch. Vanuit een psychotisch toestandsbeeld kan betrokkene voorts achterdochtig en angstig zijn, waardoor hij snel agressief en dreigend wordt naar derden. Zo heeft betrokkene zich tijdens eerdere opnames agressief geuit naar zijn behandelaren en heeft betrokkene tijdens zijn vorige opname een suïcidepoging op de afdeling gedaan. Verder bestaat er een risico op (zelf)verwaarlozing, een terugval in delictgedrag en het ontstaan van schulden, indien betrokkene niet wordt begeleid en wordt geholpen bij zijn financiën.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat hij instemt met het verzoek. Ook werkt hij mee aan zijn behandeling en toont hij ziektebesef en -inzicht. Het is de rechtbank echter gebleken dat, indien betrokkene drugs gebruikt danwel psychotische ontregelt, dit ziekte-inzicht niet langer aanwezig is. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid –
in geval van opname;
- insluiten –
in geval van opname;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene –
in geval van opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam –
in geval van opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen –
in geval van opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- het opnemen in een accommodatie –
als ambulante zorg voor betrokkene niet langer toereikend is.
De rechtbank acht het ‘beperken van de communicatiemiddelen’ onder de zorgvorm het
‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ niet noodzakelijk.
De rechtbank zal deze vorm van verplichte zorg dan ook afwijzen. Voorts overweegt de
rechtbank dat, nu de zorgvorm ‘het verrichten van medische controles’ niet in het zorgplan is
opgenomen, het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden aangepast.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van 2 september 2024 en tot en met 2 september 2025.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ;
5.2
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 september 2025;
5.4
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2024 in tegenwoordigheid van mr. Palings, griffier, en op 16 september 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.