Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het nadere procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.De nadere standpunten
5.Beslissing
[cliënt],geboren op [geboortedag] 1944 te [geboorteplaats];
2 maart 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren op [geboortedag] 1944. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een periode van zes maanden, op basis van artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie, verkeert in een onhoudbare thuissituatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2024 werd duidelijk dat de cliënt niet wil worden opgenomen, maar dat de zorg voor haar partner te zwaar is geworden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat de zorgvraag van de partner onhoudbaar is. De rechtbank concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat een vrijwillige opname niet mogelijk is. Daarom is de rechterlijke machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 2 maart 2025.