Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats];
4 september 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1965. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en neurocognitieve stoornissen, en dat zij 24 uur per dag zorg nodig heeft. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2024 heeft betrokkene aangegeven het niet eens te zijn met de diagnose en de voorgestelde zorg. Haar advocaat heeft de afwijzing van het verzoek bepleit, maar de verpleegkundig specialist heeft bevestigd dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene niet in staat is om haar eigen zorg te regelen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de gevraagde duur van twaalf maanden, met als doel het afwenden van ernstig nadeel en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene. De rechtbank heeft de door de officier van justitie verzochte zorgvorm van medische controles afgewezen, maar de toediening van medicatie en beperkingen in de vrijheid zijn goedgekeurd. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer en schriftelijk uitgewerkt op 18 september 2024.