Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene],geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats];
4 maart 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 22 augustus 2024, met als doel verplichte zorg te verlenen aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en andere psychotische stoornissen, en dat hij een geschiedenis heeft van middelengebruik en suïcidaliteit. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2024 heeft betrokkene aangegeven akkoord te gaan met de zorgmachtiging, met uitzondering van de beperking van het gebruik van communicatiemiddelen. De psychiater heeft de noodzaak van de zorgmachtiging onderstreept, gezien de kwetsbaarheid van betrokkene en het risico op terugval in middelengebruik.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen, maar de beperking van communicatiemiddelen afgewezen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 4 maart 2025. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer en schriftelijk uitgewerkt op 18 september 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.