ECLI:NL:RBZWB:2024:6710

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/425209 / FA RK 24/3560
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor verplichte zorg op basis van psychische stoornis

Op 16 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1991. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel voor betrokkene en zijn omgeving.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 augustus 2024 heeft betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer, zijn bezwaren geuit tegen de zorgmachtiging. Betrokkene gaf aan dat hij de verplichte zorg te lang vond duren en dat hij liever zonder medicatie verder wilde. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar het FACT-team stelde dat de situatie van betrokkene kwetsbaar is en dat verplichte zorg noodzakelijk is om zijn veiligheid en die van anderen te waarborgen.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om vrijwillig mee te werken aan de behandeling. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de gevraagde duur van twaalf maanden, met de maatregelen zoals genoemd in de beschikking, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Eck en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/425209 / FA RK 24/3560
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 16 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 31 juli 2024, ingekomen ter griffie op 31 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 juli 2024;
- de medische verklaring van 24 juli 2024;
- de informatiebrief over de voorbereiding van de zorgmachtiging van 15 juli 2024;
- een zorgplan van 12 juli 2024;
- een zorgkaart van 12 juli 2024;
- de aanvraag voorbereiding verzoekschrift van de zorgmachtiging van 28 juni 2024;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- het door de officier van justitie op 2 augustus 2024 nagezonden voortgezet maatschappelijk plan van 1 augustus 2024;
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2024, op het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam], medewerkster van het FACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat hij een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden lang vindt. Er is bovendien ook al een lange periode sprake van verplichte zorg. Wel zou het betrokkene helpen wanneer dit de laatste verlenging van de zorgmachtiging zou zijn. Verder geeft betrokkene aan dat hij graag zonder medicatie verder zou willen. Betrokkene heeft veel last van bijwerkingen en voelt zich niet goed bij de medicatie.
3.2
Door de advocaat is namens betrokkene primair afwijzing van het verzoek bepleit. De psychotische stoornis van betrokkene is al lang geleden vastgesteld en daar vloeit ernstig nadeel uit voort. Betrokkene zou echter de behandeling graag op vrijwillige basis willen voortzetten. Daarbij benoemt de advocaat dat betrokkene de verplichte zorg te lang vindt duren. Betrokkene ontvangt al sinds 2017 zorg in het verplichte kader. Dit is een lange periode, zeker voor iemand die zo jong is als betrokkene. Subsidiair refereert de advocaat zich aan het oordeel van de rechtbank. Daarbij geeft de advocaat aan dat zij blij is dat de geneesheer-directeur zich niet heeft aangesloten bij de zorgvormen die door de onafhankelijk arts zijn opgenomen in de medische verklaring, maar zich beperkt heeft tot het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten.
3.3
De medewerkster van het FACT-team stelt dat het verzoek kan worden toegewezen. De situatie van betrokkene is op het moment nog kwetsbaar. Enige tijd geleden is de medicatie van betrokkene gewisseld vanwege de bijwerkingen waar betrokkene last van had. Deze medicatieswitch was niet de juiste en heeft geresulteerd in een opname. Dit is belastend geweest voor betrokkene en heeft lang geduurd. Op het moment is betrokkene weer ingesteld op de medicatie die betrokkene voor de medicatieswitch ontving. Het FACT-team heeft de ervaring dat deze medicatie ervoor zorgt dat betrokkene niet ontregelt en dat hij door de medicatie geen psychotische belevingen meer heeft. Wel wordt er door het FACT-team nog gekeken naar een oplossing voor de bijwerkingen en gezocht naar het best passende medicijn voor betrokkene. Daarbij licht de medewerkster van het FACT-team toe dat betrokkene niet zonder medicatie kan. De (medicamenteuze) behandeling is noodzakelijk om de veiligheid van betrokkene zelf te waarborgen, maar ook voor anderen in zijn omgeving. Verder benoemt de medewerkster van het FACT-team dat de behandeling (nog) niet op vrijwillige basis kan worden voortgezet. Betrokkene geeft zelf aan dat hij het liefst zonder medicatie verder wil. Wanneer er geen sprake meer is van verplichte zorg, zal betrokkene op korte termijn de medicatie staken. De zorgmachtiging is dan ook, als stok achter de deur, nog nodig voor het onderhouden van het contact met het FACT-team en het voortzetten van de medicamenteuze behandeling.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met een psychotische stoornis, veelal geluxeerd door middelengebruik. De stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene, onder invloed van voormelde psychische stoornis, zichzelf en zijn woonomgeving ernstig verwaarloost. De woning van betrokkene is dan ernstig vervuild met etensresten, vuile vaat en vuilnis. Zelf draagt betrokkene dan vuile kleding en is hij ongewassen. Wanneer betrokkene decompenseert trekt betrokkene zich bovendien terug en geraakt hij in een sociaal isolement. Betrokkene is dan voortdurend vermoeid, komt tot niets, vertoont zwerfgedrag en is niet in staat om deel te nemen aan het sociaal-maatschappelijk leven. Ook zorgt betrokkene dan voor geluids- en stankoverlast in zijn woonomgeving. Tot slot overweegt de rechtbank dat betrokkene in geval van psychotische ontregeling agressief kan reageren en zichzelf of anderen letsel kan toebrengen. Zo heeft betrokkene tijdens een eerdere opname een medepatiënt fysiek aangevallen en heeft hij zichzelf ernstige brandwonden toegebracht.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene op het moment goed in contact is en meewerkt aan de benodigde behandeling, is de rechtbank van oordeel dat betrokkene thans geen danwel onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om vrijwillig mee te werken aan de benodigde behandeling. Het risico is groot dat betrokkene de behandeling, waaronder de noodzakelijk geachte medicatie, zal staken wanneer deze hem in een vrijwillig kader wordt geboden. Bovendien wordt er op het moment gezocht naar de best passende medicatie voor betrokkene. Dit dient op een verantwoorde manier vormgegeven te worden, waarmee kan worden voorkomen dat betrokkene mogelijk opnieuw psychotische decompenseert, als gevolg waarvan het ernstig nadeel opleverende gedrag zich weer voordoet. Om die reden is verplichte zorg nodig
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen –
hieronder dient te worden verstaan dat betrokkene periodiek contact onderhoudt met het FACT-team.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden. In deze periode kan worden bezien of een wijziging van medicatie tot effect heeft dat de bijwerkingen die betrokkene nu heeft verdwijnen én of dit tot gevolg heeft dat betrokkene wellicht zorg kan ontvangen in een vrijwillig kader.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats];
5.2
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 augustus 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024 in tegenwoordigheid van mr. Palings als griffier, en op
30 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.