ECLI:NL:RBZWB:2024:6712

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/425205 / FA RK 24/3557
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 2002. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij betrokkene aanwezig was met zijn advocaat, mr. V.C. Andeweg, en een medewerkster van het FACT-team. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en persoonlijkheidsproblematiek, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. Betrokkene heeft aangegeven dat hij de zorg als prettig ervaart en dat hij openstaat voor samenwerking met het FACT-team. De rechtbank heeft de gevraagde vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, toegewezen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 16 augustus 2025. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Eck en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/425205 / FA RK 24/3557
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 16 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 31 juli 2024, ingekomen ter griffie op 31 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 juli 2024;
- het maatschappelijk plan van 29 juli 2024;
- de medische verklaring van 24 juli 2024;
- een zorgplan van 24 juli 2024;
- een (niet ingevulde) zorgkaart van 24 juli 2024;
- de aanvraag voorbereiding verzoekschrift van de zorgmachtiging van 28 juni 2024;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2024, op het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , medewerkster van het FACT-team.
Tevens was aanwezig, mevrouw [naam 2] , de vriendin van betrokkene, die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat hij het contact met het FACT-team als prettig ervaart. Betrokkene heeft het gevoel dat er naar hem wordt geluisterd, dat hij serieus wordt genomen en dat er met hem wordt meegedacht door de huidige behandelaren. Het voelt voor betrokkene op het moment dan ook niet als verplichte zorg. Dit was bij zijn voorgaande zorgverleners wel anders. Daar ervaarde betrokkene de zorg als vervelend en belastend. Verder licht betrokkene toe dat hij de beweegredenen van de zorg begrijpt ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de zorgmachtiging, waarbij het doel is om uiteindelijk de medicatie te verlagen, te stoppen of te wijzigen. Voor betrokkene is het duidelijk dat de zorgmachtiging in dat kader geldt als vangnet, waarmee kan worden ingegrepen als dat nodig is. Betrokkene staat daar zelf ook achter.
3.2
Door de advocaat is namens betrokkene toewijzing van het verzoek bepleit ten aanzien van het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het contact met het FACT-team. Het is goed dat de zorgmachtiging wordt verlengd gelet op de aanstaande wijzigingen in de medicatie van betrokkene. Betrokkene staat open voor de samenwerking en is daar positief over. De advocaat maakt daaromtrent ook haar complimenten naar de zorg. Verder licht de advocaat toe dat betrokkene op het moment zijn leven goed op orde heeft. Betrokkene studeert weer en heeft een relatie. Dit wil betrokkene dan ook voortzetten en betrokkene wil voorkomen dat het weer slechter met hem gaat. Het is voor betrokkene, mede gelet op het afbouwen van de medicatie, dan ook van belang dat hij contact kan opnemen op het moment dat minder goed met hem gaat en dat hij dan meteen kan worden geholpen. In dat kader staat betrokkene achter de zorgmachtiging.
3.3
De medewerkster van het FACT-team stelt dat het verzoek kan worden toegewezen. Het FACT-team is erg tevreden over de samenwerking met betrokkene. Onlangs zijn er met betrokkene afspraken gemaakt om te kijken naar de mogelijkheden voor het afbouwen van de medicatie. Dit is kwetsbaar en brengt de nodige risico’s met zich mee, wat maakt dat er een verlenging van de zorgmachtiging is aangevraagd. De zorgmachtiging dient in dat kader als vangnet, zodat kan worden ingegrepen als dat nodig is. Daarbij heeft de medewerkster van het FACT-team er vertrouwen in dat dit in samenspraak zal gaan met betrokkene en dat er daarmee wordt toegewerkt naar een vrijwillige behandeling.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie en persoonlijkheidsproblematiek met antisociale, narcistische en borderline trekken. Daarnaast is betrokkene bekend met cannabismisbruik, financiële problematiek en agressiedisregulatie. De psychische stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene, wanneer hij psychotisch decompenseert, al dan niet geluxeerd door middelengebruik, agressief en gewelddadig gedrag kan vertonen. Zo hebben zich in het verleden diverse geweldsincidenten voorgedaan en was er sprake van delictgedrag. Daarnaast is er onder invloed van voormelde psychische stoornis sprake van zwerf- en vluchtgedrag bij betrokkene ingegeven door denkbeeldige bedreigingen en is betrokkene eerder dakloos geraakt.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene zich momenteel aan de afspraken houdt, goed in contact is met het FACT-team en de voorgeschreven medicatie accepteert, acht de rechtbank de zorgmachtiging op het moment (nog) noodzakelijk. Daarbij overweegt de rechtbank dat op dit moment in samenspraak met de behandelaren de medicatiedosering wordt verlaagd. Om het afbouwen van de medicatie verantwoord vorm te geven, te monitoren, en daarmee te voorkomen dat betrokkene mogelijk opnieuw psychotische decompenseert, als gevolg waarvan het ernstig nadeel opleverende gedrag zich weer voordoet, is (voorlopig nog) verplichte zorg nodig. Hierbij acht de rechtbank bovendien van belang dat betrokkene in het kader van de wijziging in de medicatie achter de zorgmachtiging staat en de zorgmachtiging thans niet als belastend ervaart. Betrokkene wil niet dat zijn situatie verslechterd en wil tijdig de juiste hulp kunnen ontvangen wanneer het minder goed met hem gaat. Een zorgmachtiging biedt betrokkene hierbij de nodige zekerheid.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen –
hieronder dient te worden verstaan dat betrokkene periodiek contact onderhoudt met het FACT-team.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats];
5.2
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 augustus 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024 in tegenwoordigheid van mr. Palings als griffier, en op 30 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.