Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] [land];
28 februari 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 30 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1990, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die sinds juli 2021 onder behandeling is, ernstig nadeel ondervindt door zijn aandoening, wat leidt tot levensgevaar en ernstige psychische schade. De betrokkene heeft een aversie tegen medicatie en verzet zich tegen de noodzakelijke behandeling, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en de ouders van de betrokkene. De advocaat van de betrokkene heeft aangegeven dat er twijfels zijn over de ernst van de situatie, maar de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige heeft benadrukt dat de betrokkene steeds verder achteruitgaat en dat vrijwillige zorg niet langer mogelijk is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles.
De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck en is op 30 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.