Op 30 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1957. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 28 augustus 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat ze zich erg ziek voelt en veel angst ervaart. Ze heeft eerder op vrijwillige basis hulp gezocht voor haar verslaving aan medicatie, maar heeft geen vertrouwen in haar herstel. De advocaat van de betrokkene heeft een vermoeden van een psychische stoornis geopperd, wat volgens haar leidt tot ernstig nadeel voor de betrokkene.
De arts die tijdens de behandeling aanwezig was, bevestigde dat de betrokkene lijdt aan een angststoornis en dat haar situatie ernstig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder toediening van medicatie en opname in een accommodatie, noodzakelijk is om het gevaar af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de verzochte duur, en wees andere verzoeken van de officier van justitie af, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.
De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.