ECLI:NL:RBZWB:2024:6730

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
11043144 OV VERZ 24-1687
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Van der Lende-Mulder Smit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwerping van nalatenschap namens minderjarige

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 oktober 2024, is er een verzoek ingediend tot verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige. De verzoekers, ouders van de minderjarige, hebben verzocht om de nalatenschap te verwerpen, maar hebben geen nadere informatie verstrekt over de redenen waarom dit in het belang van de minderjarige zou zijn. De kantonrechter heeft hen in de gelegenheid gesteld om een afschrift van de notariële akte te overleggen, waaruit blijkt dat verzoekster sub 1 de nalatenschap heeft verworpen, en om concreet toe te lichten waarom de verwerping in het belang van de minderjarige zou zijn.

Ondanks een herinnering per brief op 21 augustus 2024, hebben de verzoekers niet gereageerd. De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking van 5 juli 2024 al aangegeven dat het niet aannemelijk is dat de nalatenschap negatief is en dat het niet in het belang van de minderjarige is om de nalatenschap te verwerpen. Aangezien de verzoekers niet meer hebben gereageerd, ziet de kantonrechter geen aanleiding om op dit voorlopige oordeel terug te komen.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de verzoekers de nalatenschap namens de minderjarige onder voorrecht van boedelbeschrijving dienen te aanvaarden, op het moment dat de minderjarige tot de nalatenschap wordt geroepen. De kantonrechter wijst de verzoekers erop dat met de afwijzing van de verzochte machtiging de nalatenschap namens de minderjarige nog niet is aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving. Verzoekers worden aangeraden zich te laten adviseren over de wijze waarop en waar de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving dient te worden aanvaard.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer / rekestnummer: 11043144 \ OV VERZ 24-1687
Beschikking van 2 oktober 2024
in de zaak van

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2],
te [plaats 1] ,
verzoekende partijen,
in de hoedanigheid van ouders uitoefenend het gezag over hun minderjarig kind:
[minderjarige], geboren te [plaats 2] , [land] op [datum] 2024,
wonende te [plaats 1] ,
hierna te noemen: de minderjarige.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 5 juli 2024, met de daarin genoemde stukken.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter heeft verzoekers in de gelegenheid gesteld om een afschrift van de notariële akte te verstrekken waaruit blijkt dat verzoekster sub 1 de nalatenschap heeft verworpen en concreet toe te lichten waarom het volgens verzoekers in het belang van de minderjarige is om de nalatenschap te verwerpen.
2.2.
Ondanks herinnering per brief van 21 augustus 2024 hebben verzoekers niet gereageerd. Zoals uit de beschikking van 5 juli 2024 onder 3.6 volgt, was het voorlopig oordeel van de kantonrechter dat het niet in het belang van de minderjarige is om de nalatenschap te verwerpen nu niet aannemelijk is dat deze negatief is. Omdat verzoekers niet meer hebben gereageerd, ziet de kantonrechter geen aanleiding om op haar voorlopige oordeel terug te komen. Dat heeft tot gevolg dat de kantonrechter het verzoek zal afwijzen.
2.3.
Dit brengt met zich dat verzoekers de nalatenschap namens de minderjarige onder voorrecht van boedelbeschrijving dienen te aanvaarden, op het moment dat de minderjarige tot de nalatenschap wordt geroepen. De kantonrechter wijst verzoekers erop dat met de afwijzing van de verzochte machtiging de nalatenschap namens de minderjarige nog niet is aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving. Voor zover nodig of gewenst dienen verzoekers zich te laten adviseren omtrent de wijze waarop en (de plaats) waar de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving dient te worden aanvaard.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Lende-Mulder Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.