ECLI:NL:RBZWB:2024:6775

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/425711 / FA RK 24/3803
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1992. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, haar advocaat en een medewerkster van het FACT-team. Betrokkene heeft aangegeven dat zij al haar hele leven verplichte zorg ondergaat en dat zij niet naar de aanwezigen luistert. De advocaat refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank, terwijl de medewerkster van het FACT-team de noodzaak van de zorgmachtiging benadrukte. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 2 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/425711 / FA RK 24/3803
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 september 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 19 augustus 2024, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 augustus 2024;
- het zorgplan van 12 augustus 2024;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 12 augustus 2024;
- de medische verklaring van 24 juli 2024;
- het informatierapport Wvggz van de politie van 14 augustus 2024 en 12 juli 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, voor het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1], medewerkster van het FACT;
- [naam 2], de vriend van betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat ten behoeve van haar altijd al verplichte zorg wordt toegepast en dat zij al haar hele leven opgesloten is geweest. Dit is voor betrokkene normaal. Verder luistert betrokkene niet naar de overige aanwezigen, praat door hen heen en wordt boos. Uiteindelijk loopt betrokkene weg voordat de rechtbank een beslissing heeft genomen op het voorliggende verzoek.
3.2
De advocaat geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat het huidige gedrag van betrokkene het lastig maakt voor de advocaat om een standpunt in te nemen ten aanzien van het voorliggende verzoek. Derhalve refereert de advocaat zich aan het oordeel van de rechtbank. Daarbij merkt de advocaat wel op dat zij de week voorafgaand aan de mondelinge behandeling nog een redelijk gesprek met betrokkene heeft gevoerd, waarbij betrokkene aangaf dat zij een opname bij [verslavingszorg] niet wil en dat zij een zorgmachtiging niet nodig vindt.
3.3
De medewerkster van het FACT-team stelt dat het verzoek kan worden toegewezen. Zoals is opgenomen in het verzoek is er sprake van een psychische stoornis en daaruit vloeit ernstig nadeel voort. Daarbij licht de medewerkster van het FACT-team toe dat het gebruik van Flakka zeer schadelijk is en dat betrokkene daardoor heel snel achteruitgaat. Betrokkene is veel afgevallen en komt in gevaarlijke situaties terecht. Betrokkene is bovendien heel anders in haar gedrag wanneer zij middelen gebruikt. Dit gedrag van betrokkene, wat zij ook tijdens de mondelinge behandeling laat zien, maakt een zorgmachtiging dan ook noodzakelijk. Verder benoemt de medewerkster van het FACT-team dat ook voor de verdere behandeling van de psychose en de trauma gerelateerde problematiek van betrokkene het van belang is dat betrokkene nuchter is. Op het moment dat betrokkene nuchter en wel aanspreekbaar is, geeft zij echter aan dat een opname bij [verslavingszorg] niet nodig is en dat zij geen hulp nodig heeft. Dit maakt dat de benodigde behandeling niet op vrijwillige basis kan worden geboden.
Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg acht de medewerkster van het FACT-team het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten noodzakelijk voor de ambulante behandeling van betrokkene. De overige verzochte zorgvormen zijn noodzakelijk op het moment dat het slecht gaat met betrokkene en een opname nodig is. De zorgmachtiging is in dat kader nodig om de opname bij [verslavingszorg] te realiseren. Betrokkene is hiervoor aangemeld en staat op de wachtlijst. De aankomende periode tot de opname bij [verslavingszorg] wordt getracht met ambulante hulpververlening te overbruggen. Echter, gelet op het huidige beeld van betrokkene zal mogelijk op korte termijn nog een crisisplaatsing noodzakelijk zijn. Na de opname bij [verslavingszorg] is het overigens de bedoeling dat betrokkene het behandeltraject voortzet in [plaats].
3.4
De vriend van betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat wanneer betrokkene middelen gebruikt dit erg heftig is en er veelal politie aan te pas moet komen. Ook nu heeft betrokkene in de nacht voorafgaand aan de mondelinge behandeling middelen gebruikt en heeft zij opnieuw mensen binnengelaten in haar woning. Betrokkene is onder invloed heel anders dan wanneer zij nuchter is. Als betrokkene nuchter is dan is zij rustig en haar gedrag is dan het tegenovergestelde van haar huidige gedrag. Dit is volgens de vriend van betrokkene ook goed terug te zien in de vlogs die betrokkene dagelijks maakt. Daarnaast merkt de vriend van betrokkene ook op dat betrokkene op het moment dat zij nuchter is andere zorg nodig heeft.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 13 maart 2024 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 13 september 2024.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier) en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met recidiverende psychoses, deels vanuit schizofrenie en deels vanuit middelenmisbruik, waarbij sprake is van polimiddelenmisbruik en een verslaving aan het middel Flakka. Daarnaast heeft betrokkene te kampen met agressie disregulatie, impulscontrole stoornissen, PTSS, depressieve klachten en persoonlijkheidstrekken. De psychische stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Vanuit het psychotische toestandsbeeld, veelal geluxeerd door middelengebruik, vertoont betrokkene verward, dreigend, achterdochtig, oninvoelbaar en agressief gedrag. Hierdoor komt betrokkene veelvuldig in aanraking met politie en justitie en is zij bekend bij de reclassering.
Daarnaast is (vermoedelijk) sprake van cognitieve schade door psychoses en excessief middelengebruik. Verder is het de rechtbank gebleken dat het betrokkene, ondanks herhaaldelijke opnames, niet lukt om abstinent te blijven en dat betrokkene blijft terugvallen in onder meer het zeer schadelijke gebruik van het middel Flakka. Dit zorgt ervoor dat betrokkene in gevaarlijke situaties terecht komt, waarvan zij de risico’s en gevolgen niet lijkt te overzien. Zo is betrokkene onder invloed en in psychotische toestand in het water gesprongen, waarbij zij door de hulpdiensten gered moest worden en bestaat het gevaar dat betrokkene slachtoffer wordt van geweld en misbruik door derden. Daarbij komt dat het betrokkene niet langer lukt om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Betrokkene heeft geen werk, geen inkomen en is volledig afhankelijk van hulpverlenende instanties. Overigens ontbreekt het betrokkene aan een sociaal netwerk. Betrokkene heeft immers nauwelijks nog contact met haar familie en de contacten die betrokkene nog wel heeft komen voornamelijk voort uit het drugsmilieu.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval haar gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken volgt dat het betrokkene in haar huidige omgeving niet lukt om haar middelengebruik te staken. Betrokkene wordt daarbij volledig gedirigeerd door haar verslaving en het ontbreekt haar aan motivatie om mee te werken aan de benodigde behandeling. Betrokkene is daarin zorgmijdend en wil haar eigen leven leiden zonder bemoeienis van de zorg of hulpverlening. Bovendien beschikt betrokkene niet over ziektebesef en ziekte-inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid –
in geval van opname;
- insluiten –
in geval van opname;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene –
in geval van opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam –
in geval van opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen –
in geval van opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen –
in geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek –
in geval van opname;
- opnemen in een accommodatie
– als ambulante zorg voor betrokkene niet langer toereikend is.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van 2 september 2024 en tot en met 2 september 2025.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats];
5.2
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 september 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2024 in tegenwoordigheid van mr. Palings, griffier, en op 16 september 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.