Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 9 kilometer per uur te hard op de N59 Rijksweg te Oosterland op 17 december 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 5 augustus 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde had een verkoopfactuur overgelegd waaruit bleek dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verkocht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging niet is komen vast te staan. De zittingsvertegenwoordiger heeft aangegeven dat er een termijn van dertig dagen is om een voertuig over te laten zetten op naam van de koper na verkoop. Het voertuig stond op het moment van de gedraging nog op naam van betrokkene, maar na het verstrijken van de termijn bleek het kenteken niet meer op zijn naam te staan. Dit leidde de kantonrechter tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd.
De beslissing van de kantonrechter was om het beroep gegrond te verklaren, de beschikking van de officier van justitie te vernietigen en de officier van justitie te verplichten het bedrag van € 72,- dat betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.