ECLI:NL:RBZWB:2024:6794
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. Holierhoek
- J. Römers
- A. Leppens
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard door de wrakingskamer
Op 4 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. Het verzoek was gericht tegen de rechters die eerder beslissingen hadden genomen in de hoofdzaken van de verzoeker. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek te laat is ingediend. De verzoeker had eerder op 17 september 2024 wrakingsverzoeken ingediend tegen de rechters in de hoofdzaken, welke verzoeken op 23 september 2024 ongegrond zijn verklaard. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat de verzoeker misbruik heeft gemaakt van het wrakingsmiddel, aangezien het wrakingsverzoek tegen de wrakingsrechters niet bedoeld is als een verkapt rechtsmiddel tegen eerdere beslissingen. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat een volgend verzoek tot wraking van de wrakingskamer in het kader van de hoofdzaken niet meer in behandeling zal worden genomen.
De beslissing van de wrakingskamer is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier en de voorzitter hebben de beslissing ondertekend en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De zaak is geregistreerd onder het procedurenummer C/02/427053/HA RK/24-189 en vond plaats in Breda.