ECLI:NL:RBZWB:2024:6796

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
10944713 CV EXPL 24-556
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van aankoopbedrag en buitengerechtelijke incassokosten na ontbinding consumentenkoopovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.E.J. Aalbers, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet op de zitting is verschenen. De vordering betreft een consumentenkoopovereenkomst voor een MacBook, die eiseres op 26 november 2021 bij gedaagde heeft gekocht. Gedaagde heeft een garantietermijn van twee jaar verleend, maar na een update in september 2023 functioneerde de MacBook niet meer. Eiseres heeft gedaagde verzocht om de MacBook te repareren, maar na enige tijd zonder reactie heeft zij de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en het aankoopbedrag van € 1.395,00 teruggevorderd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde in gebreke is gebleven met de reparatie van de MacBook en dat eiseres recht had op ontbinding van de overeenkomst. De rechter heeft de vordering van eiseres tot terugbetaling van het aankoopbedrag en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 1.395,00, vermeerderd met wettelijke rente, en € 209,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die in totaal € 895,39 bedragen. Het vonnis is uitgesproken op 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10944713 \ CV EXPL 24-556
Vonnis van 2 oktober 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. C.E.J. Aalbers,
tegen
[naam] , H.O.D.N. [gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 maart 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de mondelinge behandeling van 4 september 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
[eiseres] is, samen met haar gemachtigde mr. C.E.J. Aalbers, op de mondelinge behandeling verschenen. [gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 26 november 2021 een MacBook bij [gedaagde] gekocht, waarbij [gedaagde] [eiseres] twee jaar garantie heeft verleend.
2.2.
In september 2023 heeft [eiseres] een update van Apple op de MacBook uitgevoerd, waarna ze constateerde dat de MacBook niet meer werkte.
2.3.
Bij e-mailberichten van 13 en 16 september 2023 heeft [eiseres] [gedaagde] verzocht de MacBook te herstellen, waarbij zij heeft gewezen op de verleende garantie. [gedaagde] heeft op 28 september 2023 aan [eiseres] laten weten dat hij de MacBook zou repareren, waarna [eiseres] de MacBook naar [gedaagde] heeft verstuurd.
2.4.
[eiseres] heeft [gedaagde] op 9 oktober 2023 in gebreke gesteld.
2.5.
Op 2 november 2023 heeft [eiseres] de koopovereenkomst met betrekking tot de MacBook buitengerechtelijk ontbonden en [gedaagde] gesommeerd het aankoopbedrag van € 1.395,00 terug te betalen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, dan wel om deze alsnog te ontbinden,
II. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] € 1.395,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 november 2023 tot aan de dag dat de vordering volledig is betaald,
III. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] € 209,25 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling,
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien [gedaagde] niet binnen veertien dagen aan de veroordeling voldoet.
3.2.
[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. [gedaagde] heeft bij het sluiten van de koopovereenkomst een garantietermijn van twee jaar verleend. Binnen deze termijn raakte de MacBook defect, waarna ze het apparaat ter reparatie naar [gedaagde] heeft gestuurd. Ze hoorde vervolgens niets meer van [gedaagde] en heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Hierdoor is [gedaagde] verplicht het aankoopbedrag terug te betalen. Tot op heden heeft hij dit niet gedaan, waardoor hij in verzuim verkeert.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Op 11 oktober 2023 heeft hij [eiseres] laten weten dat het logic board gerepareerd moest worden, wat enige tijd zou duren. Op 30 oktober 2023 meldde hij dat de laptop gerepareerd was. De ingebrekestelling van 9 oktober 2023 heeft hij nooit ontvangen. Volgens het ontvangstbewijs heeft zijn zus de ingebrekestelling aangenomen, maar zij ontkent dit, en er staat bovendien geen handtekening op het ontvangstbewijs. In de ingebrekestelling werd hem een termijn van 21 dagen gegund. Hij heeft de laptop binnen die termijn gerepareerd en dit aan [eiseres] doorgegeven, waardoor hij niet in verzuim is. Volgens [gedaagde] is de ontbinding daarom onterecht en hoeft de koopprijs niet te worden terugbetaald.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] een nadere toelichting gegeven op haar vordering. Ze betwist dat zij de e-mailberichten van [gedaagde] heeft ontvangen, zoals [gedaagde] stelt. Zij is dit bij haar provider nagegaan, maar ook de provider kon deze emailberichten niet vinden, ook niet in de spambox. Ze benadrukt daarbij dat zij op de door haar verstuurde e-mailberichten van [gedaagde] geen antwoord heeft ontvangen.
4.2.
[gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen. De nadere toelichting van [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling is dus niet weersproken. De kantonrechter zal daarom uitgaan van de juistheid van de toelichting van [eiseres] . Dat betekent dat het standpunt van [gedaagde] dat hij verschillende e-mailberichten naar [eiseres] heeft verzonden niet is komen vast te staan. Bovendien had het op de weg van [gedaagde] gelegen om aan te tonen dat [eiseres] de volgens [gedaagde] gestelde verstuurde berichten heeft ontvangen. Dat heeft hij niet gedaan. Daarmee is niet komen vast te staan dat [gedaagde] gehoor heeft gegeven aan de sommatie van [eiseres] om de MacBook te repareren. [gedaagde] was echter verplicht de MacBook te repareren op basis van de door hem verleende garantie. Hij schiet hiermee tekort in de nakoming van de overeenkomst.
4.3.
Dit betekent dat [eiseres] de overeenkomst buitengerechtelijk mocht ontbinden. Met de ontbinding ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen: het aankoopbedrag moet terug en de MacBook moet terug. De MacBook is nog bij [gedaagde] , het aankoopbedrag heeft [gedaagde] niet terugbetaald. De vordering tot betaling van het aankoopbedrag van € 1.395,00 zal dus worden toegewezen.
4.4.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, waarbij de hoogte van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (het Besluit). De gevorderde vergoeding is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is vastgesteld, waardoor € 209,25 wordt toegewezen. Daarnaast vordert [eiseres] dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente. De rente begint te lopen vanaf het moment dat de schade, in dit geval de buitengerechtelijke incassokosten, is geleden. Aangezien er niets is gesteld over de datum van betaling, zal de kantonrechter de wettelijke rente toewijzen vanaf datum dagvaarding (2 februari 2024) tot de volledige betaling van de vordering.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
895,39
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 1.395,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 november 2023, tot de dag dat de vordering is betaald,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 209,25 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2024, tot de dag dat de vordering is betaald,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 895,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.