ECLI:NL:RBZWB:2024:6813

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426210 / FA RK 24/4069
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1962, die momenteel onder bewind is gesteld en in een beschermde woonvorm verblijft. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. H.J. Naber, en een psychiater aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.

De betrokkene heeft aangegeven het eens te zijn met de zorgmachtiging, die noodzakelijk wordt geacht om te voorkomen dat hij opnieuw decompenseert. De psychiater heeft de complexe psychiatrische voorgeschiedenis van de betrokkene uiteengezet, inclusief eerdere behandelingen en de impact van ingrijpende levensgebeurtenissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de verzochte zorgvormen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk geacht om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 18 september 2025, en heeft de maatregelen zoals genoemd in de rechtsoverwegingen goedgekeurd. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en in het openbaar uitgesproken, waarna deze schriftelijk is uitgewerkt en ondertekend op 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/426210 / FA RK 24/4069
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 september 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , in de [accommodatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.J. Naber te Dordrecht.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 september 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 2 september 2024;
- de medische verklaring van 20 augustus 2024;
- een zorgplan van 20 augustus 2024;
- een blanco zorgkaart;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister, waaruit blijkt dat betrokkene onder bewind is gesteld;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 september 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam] , psychiater.
1.4
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij het eens is met het verlenen van een zorgmachtiging. Hij is een aantal keren ernstig ontregeld geraakt en hiervoor is hij recent ook op de HIC opgenomen geweest. Hij heeft veel last van stemmen in zijn hoofd. Verplichte zorg ziet hij als enige optie om te voorkomen dat hij opnieuw ontspoort. Het is goed dat tijdig kan worden ingegrepen wanneer decompensatie dreigt. Betrokkene vraagt om een levenslange zorgmachtiging te verlenen, zodat zittingen in de toekomst niet meer nodig zijn.
3.2
De psychiater brengt naar voren dat betrokkene een uitgebreide psychiatrische voorgeschiedenis heeft met langdurige zorg met klinische en ambulante behandelingen en forensische zorgopnames. Sinds 2021 verblijft hij bij [locatie], een beschermde woonvorm op het GGZ-terrein. In de afgelopen maanden is sprake geweest van een wisselend manisch toestandsbeeld. Ingrijpende levensgebeurtenissen verband houdende met zijn familienetwerk, het overlijden van zijn ouders en een medische behandeling die hij in het verleden heeft ondergaan in verband met longkanker lijken daarmee deels verband te houden. Betrokkene accepteert momenteel de hem geboden verplichte zorg, waaronder medicatie toediening. Er zijn echter ook momenten, zoals wanneer hij middelen heeft gebruikt, waarop hij minder goed in de samenwerking is. Dit heeft een aantal keren geleid tot beginnende ontregeling, waarop tot een HIC opname is besloten. Ter voorkoming dat betrokkene opnieuw ontregeld raakt, is de zorgmachtiging met de verzochte zorgvormen noodzakelijk. Meer specifiek waar de verzochte zorgmachtiging ziet op het kunnen toepassen van ‘insluiten’ en ‘het uitoefenen van (camera)toezicht’ wijst hij op de nog steeds aanwezige agressiedreiging. Ook speelt een belangrijke rol dat betrokkene vanaf 2 oktober 2024 niet meer bij [locatie] zal kunnen blijven. Betrokkene beschikt niet over een eigen woning, wat betekent dat hij per die datum op straat zal komen te staan. De verwachting is dat deze ingrijpende verandering de kans op nieuwe ontregeling vergroot. Overigens zal aan betrokkene in die situatie wel ambulante zorg verleend blijven worden.
3.3
De advocaat van betrokkene wil in de eerste plaats zijn zorgen uiten over het eindigen van de huidige woonsituatie van zijn cliënt per 2 oktober 2024. Hij wijst erop dat een tegen dit besluit ingediende klacht niet ontvankelijk is verklaard. Het dakloos raken van zijn cliënt, specifiek rekening houdend met zijn zorgbehoefte, vraagt in zijn visie om extra aandacht van zijn behandelaar. Over het voorliggend verzoek heeft zijn cliënt aangegeven dat hij daar achter staat. Gelet op zijn gevoeligheid voor ingrijpende levensgebeurtenissen voorziet hij dat verplichte zorg ook in de verdere toekomst nodig zal blijven. Dan kan in geval van dreigende manische ontregeling tijdig door de inzet van verplichte zorg in worden gegrepen. Met deze toelichting staat hij achter het verzoek, voor zover dit de meest noodzakelijke zorgvormen betreft, als door de behandelaar benoemd. Dit met uitzondering van ‘insluiten’, omdat deze zorgvorm in de medische verklaring niet is opgenomen en de noodzaak daarvan onvoldoende is onderbouwd. Verder is hij, ondanks de wens van zijn cliënt, er geen voorstander van dat een zorgmachtiging wordt verleend voor een periode van twee jaren. In de eerste plaats is dit niet verzocht en hij heeft dit niet met zijn cliënt kunnen voor bespreken. Bovendien is sprake van een wisselende samenwerking tussen cliënt en zijn behandelaar, wat maakt dat een zorgmachtiging voor een periode van een jaar het meest aangewezen is.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelengerelateerde en verslavingsstoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstige verwaarlozing en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft mondeling verklaard volledig achter verplichte zorg te staan, ter voorkoming dat hij opnieuw decompenseert of om tijdig in te kunnen grijpen wanneer decompensatie dreigt. De noodzaak van voortgezette verplichte zorg blijkt ook uit de inhoud van de stukken en de mondelinge toelichting van de behandelaar.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Ten aanzien van de eveneens toegewezen zorgvorm ‘insluiten’ overweegt de rechtbank dat, hoewel deze zorgvorm in de medische verklaring niet is opgenomen, de noodzaak daarvan uit de mondelinge toelichting van de behandelaar en uit het zorgplan en de verklaring van de geneesheer-directeur voldoende is gebleken.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 september 2025
.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier en op 2 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.