Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats];
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van de psychische toestand van betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en psychotische symptomen vertoont. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, geboren in 1960, niet in staat is om zelfstandig met zorg in een vrijwillig kader te functioneren, gezien zijn eerdere weigering van medicatie en het vertonen van fysiek agressief gedrag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Timmermans-Roelands. De psychiater bevestigde de diagnose en de noodzaak voor verplichte zorg, gezien de ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang van betrokkene. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie, noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 18 maart 2025. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en is op 2 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.