Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[bedrijf van eiser],
1.de vennootschap onder firma [gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 18 maart 2024 met producties;
- de conclusie van repliek van 17 april 2024 met één productie;
- de conclusie van dupliek van 13 mei 2024 met producties;
- de akte van [eiser] van 29 mei 2024.
2.De feiten
“(…) We hebben helaas geen invloed op de techniek en soms komen verzonden aangiftes niet aan. Ik krijg daar geen automatisch bericht van en moeten we handmatig controleren. (…) Gr. [gedaagde 2] ”,
“Bijzonder dat ik daar niet over geïnformeerd wordt door jullie; zelfs niet nu we 5 maanden verder zijn. Techniek de schuld geven is voor mij niet acceptabel. De Belastingdienst heeft in dezen een ander verhaal. (…)”en
“(…) helaas leven we in een wereld waar de techniek ons wel degelijk vaak in de steek laat. Dagelijks hebben we overleg met de diverse helpdesken om de problemen op te lossen. We hebben geen enkel belang om aangiftes niet te versturen. Sterker we hebben juist belang om ze wel te versturen, want iedere maand moeten we aan onze verplichting voldoen. Wat de Belastingdienst zegt klopt eenvoudig niet. Wij krijgen push bericht oid, wanneer een aangifte niet aankomt. Om dat te kunnen zien moet we in de aangifte gaan kijken of er een zg. xbrl-bestand is. Dat is een fysieke actie. (…) Voor de volledigheid. We krijgen GEEN pushbericht!!! (…)”;
“(…) met de heer [gedaagde 2] afgesproken dat:
“(…) Aan geen enkele cliënt van ons administratiekantoor de garantie gegeven wordt, dat wij hun aangifte vóór een bepaalde datum van het betreffende belastingjaar in kunnen dienen. (…) Deze garantie kan door ons niet afgegeven worden, gezien de hoeveelheid aangiftes die ingediend dienen te worden. Het is dan ook nooit haalbaar aangiften vóór een bepaalde datum (dus ook niet bij de gewenste streefdatum 01 mei) in te dienen. Geen enkele medewerker van ons kantoor zal dan ook deze aangifte garantie afgeven, omdat wij ook vaak nog afhankelijk zijn van een aantal externe factoren. (VIA-machtigingen, technische storingen in het aangifte pakket, ontbrekende stukken en andere onvoorziene omstandigheden) De VIA machtigingen en uitstel van aangiften wordt door ons ieder jaar voor iedere cliënt in de maand maart aangevraagd bij de belastingdienst. (…) Mede door boengenoemde factoren en de afhankelijkheid dat eea in goede banen loopt kunnen wij dus nooit een garantie afgegeven hebben dat een aangifte voor een bepaalde datum ingediend kan worden. (…)”;
“(…) Wij geven aan geen enkele klant de garantie dat wij de aangifte vóór een bepaalde datum van het betreffende jaar in kunnen dienen. Deze garantie kunnen wij niet geven gezien de grote hoeveelheid aangiftes die ingediend moeten worden. Het is niet haalbaar om deze allemaal vóór een bepaalde datum, dus ook niet voor 1 mei, in te dienen. Ook geven wij deze garantie niet omdat wij afhankelijk zijn van een aantal externe factoren (onder andere de VIA machtigingen, technische storingen in het aangiftepakket, ontbrekende stukken die nodig zijn voor de aangifte en andere onvoorziene omstandigheden. Zowel de VIA machtigingen als het uitstel wordt voor iedere klant in de maand maart aangevraagd bij de Belastingdienst. (…) Vanwege bovenstaande vragen wij jaarlijks vooriedereklant uitstel voor (onder andere) de aangifte inkomstenbelasting aan, ongeacht of de aangifte wel of niet voor 1 mei wordt ingediend. Wij geven dusnooitde garantie dat de aangifte voor een bepaalde datum kan worden ingediend. (…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
woensdag 25 september 2024voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen, hun gemachtigden en de mogelijke getuigen in de maanden
oktober 2024tot en met
februari 2025, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
120 minutenzal worden uitgetrokken,