3.1Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
- Laurentius is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet. Zij is eigenaresse van de woning aan [adres] (hierna te noemen het gehuurde);
- [de huurder] huurt sinds 12 juli 2021 het gehuurde van Laurentius;
- in de huurovereenkomst is opgenomen dat de algemene huurvoorwaarden versie 1 januari 2017 (verder: de algemene voorwaarden van Laurentius) op de overeenkomst van toepassing zijn en dat [de huurder] een exemplaar van de algemene voorwaarden van Laurentius heeft ontvangen bij ondertekening van de huurovereenkomst;
- [de huurder] verbleef in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 9 september 2023 in Marokko;
- op 10 augustus 2023 heeft de politie, eenheid Zeeland-West-Brabant, een inval gedaan in het gehuurde;
- op 27 februari 2024 heeft de politie, eenheid Zeeland-West-Brabant, een bestuurlijke rapportage afgegeven, waarin onder andere is vermeld:
“(…) Op donderdag 10 augustus 2023, zijn politie collega's, in het kader van een onderzoek, gegaan naar het [adres] . Eerder hadden ze een MMA-melding ontvangen voor het adres . Volgens MMA-informatie zouden er op in de nacht onverklaarbare activiteiten plaatsvinden. De bewoners zouden twee weken op vakantie zijn, maar volgens buurtbewoner is het een komen en gaan van personen. Een persoon zou zijn weggereden in een personenauto voorzien van het [kenteken] .
Na controle in de politie systemen, zou deze personenauto op naam staan van [de huurder] , (…). De heer [de huurder] stond volgens de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven aan [adres] .
Collega's zijn vervolgens naar [adres] gereden voor nadere informatie. Op [adres] deed een persoon open die opgaf te zijn genaamd, , geboren op .
Collega's vroegen aan of hij de eigenaar van het voertuig voorzien van het [kenteken] was. verklaarde dat het voertuig van een vriend was. De collega's zagen zijn telefoon pakken en contact opnemen met vermoedelijk de eigenaar dhr. [de huurder] . Na een kort telefonisch gesprek tussen de politie collega's en vermoedelijk dhr. [de huurder] , werd de lijn verbroken. Hierna zagen de collega's op de telefoon van een chatbericht verschijnen van degene waarmee ze net gebeld hadden. In de chat zagen de politie collega's een bericht met de lekst, “Politie aan de deur [bijnaam] ", “niet opendoen". Op deze telefoon zagen de politie collega's foto's met daarop blokken wit poeder en een tas met contant geld. (…)
In slaapkamer, ruimte 1 genoemd, troffen wij, verbalisanten het volgende aan:
- in een bureau met 5 lades, in lade 1: geld in totaal EUR 1.305,-
- in een bureau met 5 lades, in lade 1: meetapparaat met wit poeder
- in een bureau met 5 lades, in lade 2: zakje met gele pillen vermoedelijk MDMA
In slaapkamer, ruimte 7 genoemd, troffen wij, verbalisanten het volgende aan:
- in een gele Louis Vuitton tas een geldbedrag van ín totaal EUR 2.550,- aangetroffen;
- een Nederlands paspoort op naam van [de huurder] , geboren op [datum] 1995. Dit betreft de GBA ingeschreven persoon van [adres] .
In de opbergkamer, ruimte 8 genoemd, troffen wij, verbalisanten het volgende aan:
- op de grond in de kamer een blauwe tas met hierin 7 zakken met donkere kristallen, vermoedelijk MDMA kristallen.
In de opbergkamer stond een grijze kast met twee planken hierin.
- in de kast op de bovenste plank twee (2) blokken van 1 kilo per stuk, bruin van kleur, vermoedelijk hash.
- in de kast op de bovenste plank een (1) blok, wit van kleur, ongeveer een (1) kilogram met de opdruk JGL, vermoedelijk cocaine.
- in de kast op de bovenste plank in een mandje, een zak met pillen, geel van kleur, ongeveer 100 pillen. Vermoedelijk MDMA.
- in de kast op de onderste plank een sealapparaat in een blauwe Albert Heijn tas.
- in de kast op de onderste plank, naast de Albert Heijn tas een (1) blok, ongeveer een (1) kilogram, verpakt in doorzichtig verpakkingsmateriaal, vermoedelijk cocaine.
- naast de kast, in een zwarte rugzak, welke open stond, drie (3) blokken, bruin van kleur, ven een (1) kilo per stuk, vermoedelijk hash. (…)
De aangetroffen middelen zijn door de politie gewogen en nader onderzocht. Hierbij zijn de middelen door de politie onder meer indicatief gelest. Uit het onderzoek van de politie bleek dat er in de woning een totale hoeveelheid van 7 kilo cocaïne, een totale hoeveelheid van 14 kilo MDMA en een totale hoeveelheid van 125 gram XTC pillen aanwezig was. (…) Naar waarheid opgemaakt op basis van op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal, politiemutaties en openbare bronnen (…)”;
- de burgemeester van Breda heeft op 2 mei 2024 Laurentius ervan op de hoogte gesteld dat hij van plan is het gehuurde voor drie maanden te sluiten;
- [de huurder] is bij voorlopige voorziening tegen het besluit opgekomen. De voorzieningenrechter van het team Bestuursrecht van de onderhavige rechtbank heeft het verzoek bij uitspraak van 27 juni 2024 afgewezen;
- bij brief van 3 juli 2024 heeft Laurentius de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Zij stelt [de huurder] in de gelegenheid het gehuurde vrijwillig te ontruimen;
- [de huurder] is daartoe niet overgegaan, zodat Laurentius de onderhavige procedure is gestart.
Standpunten van partijen: