ECLI:NL:RBZWB:2024:6889

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/415897 / HA ZA 23-589 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Fleskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over bemiddelingswerkzaamheden en betaling van courtage bij aankoop onroerend goed in Portugal

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de eisende partij, Interfarms Emigratieservice B.V., tegenover de gedaagde partij, aangeduid als [opdrachtgever]. De zaak betreft een geschil over de betaling van een courtage van € 33.880,00 die Interfarms vordert van [opdrachtgever] voor bemiddelingswerkzaamheden bij de aankoop van onroerend goed in Portugal. De rechtbank heeft op 11 september 2024 vonnis gewezen na een procedure die begon met een tussenvonnis op 7 februari 2024 en een mondelinge behandeling op 4 juni 2024.

Interfarms stelt dat er een overeenkomst is gesloten op 24 februari 2022, waarin is afgesproken dat [opdrachtgever] een courtage van 5% van de aankoopsom verschuldigd is. [opdrachtgever] betwist echter de geldigheid van deze overeenkomst, stelt dat zij niet met Interfarms maar met de aankoopbegeleider heeft gehandeld, en dat de handtekening op de overeenkomst niet authentiek is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst wel degelijk met Interfarms is gesloten en dat de provisie verschuldigd is, ondanks de betwisting van [opdrachtgever].

De rechtbank heeft geoordeeld dat Interfarms de bemiddelingswerkzaamheden heeft uitgevoerd en dat [opdrachtgever] de overeengekomen provisie van 5% moet betalen. De vordering van Interfarms is grotendeels toegewezen, en [opdrachtgever] is veroordeeld tot betaling van € 32.110,38, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van [opdrachtgever] afgewezen, omdat geen sprake was van tekortkomingen aan de zijde van Interfarms. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [opdrachtgever].

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/415897 / HA ZA 23-589
Vonnis van 11 september 2024
in de zaak van
INTERFARMS EMIGRATIESERVICE B.V.,
te Veeningen,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Interfarms,
advocaat: mr. D.M. Schouten-Hennen,
tegen
[opdrachtgever],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [opdrachtgever] ,
advocaat: mr. A. Buth.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 februari 2024;
- de mondelinge behandeling van 4 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Interfarms is een onderneming die is gespecialiseerd in het begeleiden van derden bij het opbouwen van een agrarische toekomst buiten Nederland, waaronder Portugal. De heer [aankoopbegeleider] verzorgde namens Interfarms de dienstverlening in Portugal.
2.2.
Op of omstreeks 17 januari 2022 heeft [opdrachtgever] telefonisch contact opgenomen met [aankoopbegeleider] over een mogelijke emigratie met haar gezin naar Portugal, om daar (onder meer) een agrarische onderneming te starten.
2.3.
Bij e-mail van 20 januari 2022 heeft [aankoopbegeleider] onder meer het volgende aan [opdrachtgever] bericht:
“(…)
Hierbij de overeenkomst voor dienstverlening.
Graag verneem ik wat uw wensen en budget zijn om een nieuw bedrijf te stichten in Portugal.Gegroet,[aankoopbegeleider]Agent PortugalInterfarms”
In de bijlage is een (eerste en nog nader in te vullen) conceptovereenkomst “Opdracht tot dienstverlening” bijgevoegd. Daarin staat voor zover van belang het volgende:
“(…)
Naam: …
(…)
Hierna te noemen “Opdrachtgever”
Interfarms Portugal / De heer [aankoopbegeleider] (…)hierna te noemen: “Opdrachtnemer”
(…)
De dienstverlening van Opdrachtnemer tijdens de aankoopfase houdt in:
  • Het bezoeken/ beoordelen van potentiële objecten
  • Het voeren van de onderhandelingen
  • Onderhandelingen met Franse banken voor een passende financiering
  • Strategiebepaling voor het bedrijf voor de komende 3 jaren
  • Optimalisatie koopsom en fiscale aspecten met betrekking tot de Portugese fiscus in samenwerking met een Portugese fiscalist
  • Zorgdragen voor een Portugees persoonsnummer en BTW nummer
  • Een rondleiding in de lokale omgeving waar het bedrijf ligt en een introductie van de sociale mogelijkheden
  • Nazorg en begeleiding gedurende 1 jaar na aankoop
(…)
Met betrekking tot de hoogte van de tarieven zijn de opdrachtgever en de opdrachtnemer het volgende overeengekomen:
Opdrachtnemer ontvangt een courtage van de aankoopsom van het (de) landbouweigendom(men) incl. veestapel, machines en overige voortvaring, excl. Btw.
Koopsom
Provisie%
2 Mio. €
5%
plus
2 Mio € - 4 Mio. €
(…)
(…)
Opdrachtgever heeft zich verbonden tot het betalen van courtage voor ingeval hij direct of indirect een bedrijf in Portugal verwerft.
(…)
De nota dient uiterlijk te worden voldaan op de datum van de eigendomsoverdracht, dan wel op de aanvaardingsdatum van het gekochte.
(…)
Aldus volledig en naar waarheid ingevuld en ondertekend
Opdrachtgever … Interfarms
(…)
[opdrachtgever] heeft de conceptovereenkomst niet ondertekend.
2.4.
In een ondertekend document met opschrift “Non Disclosure Overeenkomst” van 24 februari 2022 staat onder meer het volgende:
(…)
Tussen Interfarms Emigratie Service b.v. (…) vertegenwoordigd door haar [directeur] en de heer [aankoopbegeleider] (…) verder te noemen ‘aankoopbegeleider’
hierna genoemd Interfarms
en Naam: [opdrachtgever]
(…)hierna genoemd; opdrachtgever.
(…) Met dit contract wordt de begeleiding voor de selectie, aankoop en nazorg vastgelegd waarbij Interfarms de rol speelt als bemiddelaar tussen koper en het in Portugal aangeboden onroerend goed.
(…)
4. Interfarms heeft de exclusiviteit voor de begeleiding van de aankoop in Portugal. Opdrachtgever en zijn partners zullen niet via derden overgaan tot aankoop van onroerend goed.
5. Interfarms ontvangt een courtage excl. B.T.W. over de aankoopsom volgens de onderstaande staffel indien de opdrachtgever overgaat tot aankoop:
Koopsom Provisie%
Tot 2 Mio. € 5%
Plus 2 Mio. € - 4 Mio. € (…)
(…)
6. Opdrachtgever (en zijn partners, investeerders en andere betrokken partijen) heeft zich verbonden tot het betalen van courtage ingeval hij/zij direct of indirect percelen verwerft in Portugal.
(…)
Datum: 24-02-2022
Namens Interfarms: Namens Opdrachtgever:
(handtekening) (handtekening)
[aankoopbegeleider]
Onderaan het document staan twee handtekeningen.
2.5.
In 2022 heeft [opdrachtgever] meerdere onroerende zaken in Portugal aangekocht.
2.6.
Op 24 februari 2023 heeft Interfarms per post een factuur voor de provisie ter hoogte van € 33.880,00 inclusief btw aan [opdrachtgever] verstuurd. De brief is ongeopend geretourneerd. In mei 2023 heeft [aankoopbegeleider] via de e-mail aan [opdrachtgever] gevraagd om de factuur van Interfarms te betalen.
2.7.
De levering van de onroerende zaken is (op verzoek van [opdrachtgever] ) een aantal keren uitgesteld en heeft uiteindelijk op 17 mei 2023 plaatsgevonden.
2.8.
Op 12 september 2023 is [opdrachtgever] namens Interfarms gesommeerd om binnen 10 dagen de factuur (met rente en kosten) te betalen.
2.9.
Interfarms heeft conservatoir beslag gelegd, nadat zij daartoe op 16 oktober 2023 een beschikking van de voorzieningenrechter heeft gekregen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Interfarms vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [opdrachtgever] te veroordelen tot betaling van € 33.880,00, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de vervaldatum van de factuur dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
II. [opdrachtgever] te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 1.113,80;
III. [opdrachtgever] te veroordelen in de kosten van deze procedure inclusief de nakosten, en de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[opdrachtgever] voert verweer en concludeert tot afwijzingen van de vorderingen van Interfarms, met veroordeling van Interfarms in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[opdrachtgever] vordert samengevat – na wijziging van eis – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in (voorwaardelijke) reconventie:
voor recht te verklaren dat Interfarms toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de met [opdrachtgever] gesloten overeenkomst en aansprakelijk is voor de door [opdrachtgever] geleden schade;
voor recht te verklaren dat de in deze procedure omschreven overeenkomst tussen [opdrachtgever] en Interfarms rechtsgeldig is ontbonden, althans deze overeenkomst te ontbinden;
Interfarms te veroordelen om aan [opdrachtgever] te betalen de door [opdrachtgever] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
in reconventie:
4. voor recht te verklaren dat Interfarms onrechtmatig jegens [opdrachtgever] heeft gehandeld door ten laste van [opdrachtgever] conservatoir (derden)beslag onder de Rabobank en de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] te leggen, en aansprakelijk is voor de door [opdrachtgever] als gevolg van deze onrechtmatige beslaglegging geleden schade;
5. Interfarms te veroordelen om de gelegde beslagen onder 4. binnen 24 uur na betekening van het vonnis op te heffen, op straffe van een dwangsom;
6. Interfarms te veroordelen in de kosten van deze procedure inclusief de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5.
Interfarms voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [opdrachtgever] , met veroordeling van [opdrachtgever] in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Interfarms vordert in conventie betaling van een factuur van € 33.880,00. Zij legt daaraan ten grondslag dat zij op 24 februari 2022 een overeenkomst met [opdrachtgever] heeft gesloten. Interfarms heeft op basis van de overeenkomst diverse werkzaamheden uitgevoerd en de begeleiding verzorgd bij de aankoop van meerdere onroerende zaken in Portugal voor een totale koopprijs van € 560.000,00. [opdrachtgever] is dan ook de overeengekomen provisie van 5% van de koopprijs verschuldigd.
4.2.
[opdrachtgever] voert daartegen in de eerste plaats aan dat zij niet met Interfarms maar met [aankoopbegeleider] (in persoon) een overeenkomst heeft gesloten. [opdrachtgever] heeft de overeenkomst van 24 februari 2022 ook niet ondertekend; zij betwist de echtheid van de handtekening op het document. Daarnaast betwist [opdrachtgever] de inhoud van het document en dat de daarin opgenomen vergoeding van 5% van de aankoopsom is overeengekomen. Bovendien bedroeg de koopprijs een bedrag van € 530.750,00 in plaats van € 560.000,00. [opdrachtgever] stelt dat zij met [aankoopbegeleider] een mondelinge overeenkomst is aangegaan en dat de afspraken die [opdrachtgever] en [aankoopbegeleider] hebben gemaakt in lijn liggen met de conceptovereenkomst die [aankoopbegeleider] op 20 januari 2022 aan [opdrachtgever] heeft toegezonden (zie 2.3.). In de nakoming van de verplichtingen uit die overeenkomst is [aankoopbegeleider] bovendien toerekenbaar tekortgeschoten. [aankoopbegeleider] is slechts de bemiddelingswerkzaamheden bij de aankoop van het onroerend goed nagekomen.
4.3.
In (voorwaardelijke) reconventie stelt [opdrachtgever] dat Interfarms tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat [opdrachtgever] daardoor schade heeft geleden. Daarnaast stelt [opdrachtgever] zich op het standpunt dat zij de overeenkomst met Interfarms heeft ontbonden, zodat zij niets meer aan Interfarms is verschuldigd. Interfarms heeft dit gemotiveerd betwist.
in conventie
de (inhoud van de) overeenkomst
4.4.
[opdrachtgever] betwist op zichzelf niet dat er een overeenkomst is gesloten. Ter zitting is bovendien gebleken dat [aankoopbegeleider] en [opdrachtgever] het erover eens zijn dat de opsomming van de diverse werkzaamheden/diensten die in de conceptovereenkomst zijn neergelegd, weergeven wat zij onderling hebben afgesproken. [aankoopbegeleider] heeft verklaard dat hoewel de overeenkomst waar Interfarms zich op beroept minder uitgebreid is, de afspraken die in de conceptovereenkomst staan onderdeel uitmaken van wat partijen zijn overeengekomen. Tussen partijen is dus niet in geschil dat de overeenkomst zowel bemiddelingswerkzaamheden bij de aankoop van onroerend goed als emigratiediensten omvatte. Voordat de rechtbank ingaat op de verdere inhoud van de overeenkomst, zal zij eerst beoordelen of [aankoopbegeleider] de overeenkomst namens Interfarms is aangegaan (zoals Interfarms stelt), of dat [aankoopbegeleider] de overeenkomst in persoon is aangegaan (zoals [opdrachtgever] stelt).
- de contractspartij4.5. Het antwoord op de vraag of [aankoopbegeleider] bij het aangaan van de overeenkomst met [opdrachtgever] heeft gehandeld in persoon of namens Interfarms, is afhankelijk van wat partijen daarover tegen elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten afleiden. [1]
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat [aankoopbegeleider] in privé heeft gehandeld en dat er ook geen omstandigheden zijn waaruit [opdrachtgever] dit mocht afleiden. Dat [opdrachtgever] na een zoektocht op internet telefonisch contact heeft opgenomen met [aankoopbegeleider] in persoon en op dat moment naar eigen zeggen niet op de hoogte was van de onderneming Interfarms, is daarvoor onvoldoende. In de eerste e-mail van 20 januari 2022 van [aankoopbegeleider] sluit [aankoopbegeleider] af met zijn naam en daaronder
“Agent Portugal Interfarms”.In de bijlage bij die e-mail is een conceptovereenkomst toegevoegd waar in de kop met grote letters “Interfarms” staat. Ook onder vermelding van de opdrachtnemer staat Interfarms Portugal als eerste vermeld en onderaan de overeenkomst staat vervolgens bij de ondertekening ook Interfarms als partij weergegeven. Daar komt bij dat [aankoopbegeleider] in privé geen bedrijf heeft die dergelijke werkzaamheden en diensten verleend. [aankoopbegeleider] heeft onbetwist gesteld dat hij een wijnboer is en samen met zijn echtgenote een bed & breakfast heeft en dat dit voor [opdrachtgever] duidelijk moet zijn geweest. Uit de stukken volgt ook dat dit voor [opdrachtgever] duidelijk was. [2]
4.7.
Voor zover [opdrachtgever] betoogt [3] dat in de betwiste overeenkomst Interfarms Emigratieservice B.V. voluit is geschreven en in de eerste conceptovereenkomst niet en dat dat maakt dat zij met [aankoopbegeleider] in persoon een overeenkomst heeft gesloten, volgt de rechtbank dit niet. Het had op de weg van [opdrachtgever] gelegen om deze stelling nader te onderbouwen. Bovendien staat in de kop van beide documenten hetzelfde logo van Interfarms weergegeven en komen de naam en de contactgegevens van [aankoopbegeleider] in beide overeenkomsten terug. Ook in de betwiste overeenkomst is het [aankoopbegeleider] die Interfarms vertegenwoordigt en die de overeenkomst ook namens Interfarms heeft ondertekend. Dat ligt in lijn met het standpunt van Interfarms dat [aankoopbegeleider] de aankoopbegeleiding voor haar in Portugal verzorgde.
4.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat [opdrachtgever] een overeenkomst met Interfarms heeft gesloten.
- de provisie en de koopprijs
4.9.
[opdrachtgever] betwist dat partijen de provisie van 5 % zijn overeengekomen. [opdrachtgever] stelt zich (in de conclusie van antwoord) op het standpunt dat partijen in het geheel geen afspraak hebben gemaakt over de hoogte van de vergoeding. Daartegenover staat dat in zowel de conceptovereenkomst als de betwiste overeenkomst exact dezelfde provisieafspraak is opgenomen. Ter zitting heeft [opdrachtgever] desgevraagd verklaard dat zij best bereid was om de provisie van 5% te betalen, als [aankoopbegeleider] de overeengekomen werkzaamheden had uitgevoerd. De rechtbank maakt hieruit op dat partijen de provisie wel zijn overeengekomen. In ieder geval heeft [opdrachtgever] de afspraak onvoldoende gemotiveerd betwist.
4.10.
Volgens Interfarms zijn partijen overeengekomen dat de provisie verschuldigd is na de aankoop van het onroerend goed. Dit staat opgenomen in de betwiste overeenkomst en ook in de conceptovereenkomst is een vergelijkbare bepaling opgenomen. [opdrachtgever] heeft op zichzelf geen verweer gevoerd tegen deze stelling, maar stelt - zo begrijpt de rechtbank - dat zij de vergoeding in het geheel niet verschuldigd is omdat Interfarms tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
4.11.
Tussen partijen is niet in geschil dat Interfarms de bemiddelingswerkzaamheden heeft uitgevoerd. [opdrachtgever] voert onder meer aan dat [aankoopbegeleider] de emigratiewerkzaamheden (zoals het aanvragen van subsidies) niet heeft verricht. [aankoopbegeleider] heeft ter zitting verklaard dat dit valt onder het nazorgtraject dat ingaat na de betaling van de factuur, dat [opdrachtgever] hem geen gelegenheid heeft gegeven om deze werkzaamheden uit te voeren, en dat hij deze verplichtingen na betaling van de factuur nog steeds wenst na te komen. [opdrachtgever] heeft dit niet dan wel onvoldoende weersproken. Zij voert in dit kader aan dat [aankoopbegeleider] tijdens een telefoongesprek in maart 2023 de werkzaamheden eenzijdig heeft gestaakt (en dat de overeenkomst daarmee is ontbonden). Dat [aankoopbegeleider] de werkzaamheden heeft neergelegd blijkt verder nergens uit en is ook gemotiveerd (en met stukken onderbouwd) weersproken door Interfarms. [aankoopbegeleider] heeft juist diverse malen geprobeerd om contact te krijgen met [opdrachtgever] waarbij ook is gewezen op zaken die (in het kader van het nazorgtraject) nog moeten worden geregeld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [opdrachtgever] de provisie van 5 % moet betalen. De vordering van Interfarms is opeisbaar.
4.12.
Interfarms stelt dat de provisie moet worden berekend over een koopprijs van € 560.000,00. [opdrachtgever] voert daartegenover aan dat uitgegaan moet worden van een prijs van € 530.750,00. Voor dat bedrag is het onroerend goed gepasseerd bij de Portugese notaris, aldus [opdrachtgever] . De rechtbank begrijpt dat het verschil tussen de twee bedragen via [naam] (middels een aparte overeenkomst) is voldaan. Het is de rechtbank niet duidelijk geworden hoe dit precies zit. De rechtbank zal dan ook uitgaan van een koopprijs van € 530.750,00.
conclusie
4.13.
Dit betekent dat de vordering van Interfarms grotendeels wordt toegewezen en dat de rechtbank [opdrachtgever] zal veroordelen om een bedrag van € 32.110,38 aan Interfarms te betalen.
de wettelijke rente over de hoofdsom
4.14.
Interfarms vordert primair de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de factuur en subsidiair de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur, althans vanaf datum dagvaarding. De rechtbank zal over de hoofdsom de wettelijke rente toewijzen. Interfarms heeft niet toegelicht waarom de door haar primair gevorderde wettelijke handelsrente moet worden toegewezen. De wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat [opdrachtgever] in verzuim is. De rechtbank stelt op basis van de overgelegde stukken vast dat het verzuim (in ieder geval) op 23 september 2023 is ingetreden, zodat de rechtbank de rente vanaf die datum zal toewijzen.
de buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
Interfarms vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank wijst de vordering dan ook toe tot een bedrag van € 1.096,10.
de beslagkosten
4.16.
Interfarms vordert [opdrachtgever] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op € 659,75 voor kosten deurwaardersexploten, € 676,00 voor griffierecht en € 786,00 voor salaris advocaat (1,0 punt × € 786,00), totaal € 2.121,75.
de proceskosten
4.17.
[opdrachtgever] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Interfarms worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,32
- griffierecht
2.161,00
- salaris advocaat
1.572,00
(2,00 punten × € 786,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
3.979,32
4.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in reconventie
de (overige) gestelde tekortkomingen
4.19.
[opdrachtgever] legt aan haar vorderingen in reconventie ten grondslag dat Interfarms op diverse punten tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst.
4.20.
Zoals in conventie al is overwogen staat tussen partijen vast dat Interfarms de bemiddelingswerkzaamheden heeft uitgevoerd. De tekortkomingen die [opdrachtgever] aandraagt zien voornamelijk op de emigratiediensten, waarvan Interfarms gemotiveerd heeft aangevoerd dat deze onder het nazorgtraject vallen en dat deze nog moeten worden uitgevoerd. Daarvoor heeft Interfarms nog geen gelegenheid gekregen. De rechtbank stelt (ook op basis van de stukken) vast dat op dit punt ook geen sprake is van verzuim.
4.21.
Verder stelt [opdrachtgever] dat zij door [aankoopbegeleider] meerdere malen onder druk is gezet om het onroerend goed snel aan te kopen, zodat zij noodgedwongen haar grond/onroerend goed in Nederland snel moest verkopen tegen een lagere prijs. Deze stelling is niet onderbouwd en vindt naar het oordeel van de rechtbank ook geen steun in de stukken.
4.22.
Tot slot heeft [opdrachtgever] ter zitting nog aangedragen dat Interfarms een ondernemingsplan had moeten opstellen en dit niet heeft gedaan. Dat partijen dit zouden zijn overeengekomen, is de rechtbank niet gebleken. In zoverre is dus ook geen sprake van een tekortkoming.
4.23.
De rechtbank komt tot de conclusie dat geen sprake is van een tekortkoming aan de zijde van Interfarms, zodat de vorderingen van [opdrachtgever] (die gericht zijn op zowel wanprestatie als ontbinding) om die reden moeten worden afgewezen.
de proceskosten
4.24.
[opdrachtgever] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Interfarms worden begroot op:
- salaris advocaat
614,00
(2,00 punten × factor 0,5 × € 614,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
753,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [opdrachtgever] om aan Interfarms te betalen een bedrag van € 32.110,38, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 23 september 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [opdrachtgever] om aan Interfarms te betalen een bedrag van € 1.096,10 aan buitengerechtelijke incassokosten
5.3.
veroordeelt [opdrachtgever] in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 2.121,75, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [opdrachtgever] in de proceskosten van € 3.979,32, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe
5.5.
veroordeelt [opdrachtgever] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen van [opdrachtgever] af,
5.8.
veroordeelt [opdrachtgever] in de proceskosten van € 753,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.9.
veroordeelt [opdrachtgever] tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als [opdrachtgever] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.10.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.1., 5.2., 5.3., 5.4., 5.5., 5.8 en 5.9. genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. Fleskens en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.

Voetnoten

1.HR 11 maart 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC1877 (Kribbebijter).
2.Zie randnummer 2.5 van de conclusie van antwoord.
3.Zie randnummer 2.13 van de conclusie van antwoord