Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een echtscheidingszaak tussen een man en een vrouw, waarbij de man als verzoeker en de vrouw als verweerster optraden. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en het verzoek van de vrouw om het eenhoofdig gezag over de minderjarigen toegekend. De zaak betreft twee minderjarigen, geboren in 2022 en 2023, en de rechtbank heeft vastgesteld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders als zij gezamenlijk het gezag blijven uitoefenen. De man heeft ervoor gekozen om geen contact met de kinderen te hebben, wat de rechtbank als een belangrijke factor heeft meegewogen in haar beslissing. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de man niet in staat is om op een gedegen wijze invulling te geven aan zijn gezag, gezien zijn afstand van de kinderen. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarigen, waarbij de rechtbank benadrukt dat de vrouw voortaan alleen met het gezag over de kinderen wordt belast. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.