In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 oktober 2024, hebben partijen, de man en de vrouw, een geregistreerd partnerschap gehad waaruit een minderjarig kind is geboren. De man vorderde in kort geding dat de vrouw gehouden zou worden aan de zorgregeling uit hun ouderschapsplan, terwijl de vrouw in reconventie vorderde dat de man alle berichten over haar en hun kind op sociale media zou verwijderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 september 2024 is gebleken dat de vrouw de zorgregeling niet kon nakomen vanwege financiële problemen en achterstallige kinderalimentatie van de man. De voorzieningenrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was om advies te geven.
Tijdens de behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de omgangsregeling, die zal worden hervat vanaf 27 september 2024. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen belang meer is bij de vorderingen van partijen, aangezien zij tot een oplossing zijn gekomen. De vorderingen zijn afgewezen en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat partijen werken aan hun onderlinge communicatie en verstandhouding, in het belang van hun kind.