Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
nádie eerste drie maanden -dus gedurende de laatste drie maanden dat de zorgmachtiging geldt- slechts mag/kan worden verleend indien
i.)het verlenen van die zorg gedurende de eerste drie maanden niet, althans onvoldoende toereikend was ėn
ii.)de zorgverantwoordelijke continuatie van die verplichte zorg langer noodzakelijk acht. De beslissing tot continuatie van de onder D. en F. genoemde verplichte zorg zal door de zorgverantwoordelijke ten laatste 14 dagen vóór afloop van de eerste drie maanden van de zorgmachtiging moeten zijn genomen en zowel mondeling aan betrokkene moeten worden meegedeeld en bovendien terdege gemotiveerd op schrift gesteld aan betrokkene moeten worden uitgereikt;