ECLI:NL:RBZWB:2024:6971

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/420570 FA RK 24-1432
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bollen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende toestemming voor voornaamswijziging van minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor het indienen van een verzoek tot voornaamswijziging van een minderjarige. De vader, die feitelijk verblijft in een penitentiaire inrichting, heeft verzocht om vervangende toestemming om namens de moeder een verzoek tot wijziging van de voornaam van hun minderjarige dochter in te dienen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat, heeft bezwaar gemaakt tegen dit verzoek. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting op 10 september 2024, waarbij zowel de vader als de moeder vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming was ook aanwezig om advies te geven over het verzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige hebben en dat de moeder geen toestemming heeft gegeven voor de wijziging van de voornaam. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de vader vervangende toestemming kan krijgen om het verzoek tot voornaamswijziging in te dienen. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is om een beslissing te nemen over het geschil tussen de ouders, aangezien de voornaam een belangrijk onderdeel van de identiteit van een persoon is.

De rechtbank heeft de vader toestemming verleend om het verzoek tot voornaamswijziging in te dienen, maar heeft het verzoek tot wijziging van de voornaam zelf afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen voldoende zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornaam, aangezien de enkele omstandigheid dat de naam een islamitische of Arabische oorsprong heeft, niet voldoende is om tot wijziging over te gaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om haar huidige voornaam te behouden, gezien haar leeftijd en de associatie die zij heeft met haar naam.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/420570 FA RK 24-1432
datum uitspraak: 26 september 2024
beschikking betreffende voornaamswijziging en vervangende toestemming
in de zaak van
[de vader],
feitelijk verblijvende in de PI [plaats] ,
mede in zijn hoedanigheid van wettelijk
vertegenwoordiger van na te noemen minderjarige,
hierna te noemen: vader,
advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 25 maart 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de akte met nummer 101627 van het jaar 2023 van het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg;
- de brieven van mr. Van Kerkhof van 30 mei 2024 houdende wijziging van het petitum, van 27 augustus 2024 en van 12 september 2024;
- het op 28 mei 2024 ontvangen verweerschrift van de moeder van de minderjarige, met bijlagen;
- de brieven van de griffier van de rechtbank van 11 juni 2024 aan de belanghebbenden, houdende een oproep voor de mondelinge behandeling;
- de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg van
23 augustus 2024.
1.2. Als belanghebbende ten aanzien van het verzoek tot vervangende toestemming ex artikel 1:253a BW is aangemerkt [de moeder] (hierna te noemen: moeder), bijgestaan door advocaat mr. W.C.G.M. van Hoof.
1.3. Als belanghebbenden ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de voornaam van de na te noemen minderjarige zijn aangemerkt:
moeder, bijgestaan door advocaat mr. W.C.G.M. van Hoof;
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg (hierna te noemen: de abs).
1.4. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 10 september 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen de advocaat van vader, moeder en haar advocaat. Tevens was aanwezig een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen de Raad om de rechtbank te adviseren over het verzoek tot het verkrijgen van vervangende toestemming.
1.5. Voor vader was vervoer geregeld tussen zijn feitelijke verblijfplaats en de rechtbank, maar vader heeft besloten van dat vervoer af te zien. Hij was daarom niet bij de mondelinge behandeling aanwezig.
1.6. De abs heeft in de brief van 23 augustus 2024 bericht niet op de mondelinge behandeling te zullen verschijnen.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot wijziging van de voornaam van [de minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2023. Voor zover dit voorafgaand nodig is, verzoekt vader om hem vervangende toestemming te verlenen om mede namens moeder voornoemd verzoek tot voornaamswijziging te kunnen doen.

3.De beoordeling

3.1.
In voormelde geboorteakte staat als voornaam van de minderjarige vermeld: ‘ [de minderjarige] ’.
3.2.
Uit de Basisregistratie Personen blijkt dat de minderjarige de Nederlandse nationaliteit heeft.
3.3.
Vader en moeder zijn met elkaar gehuwd op 10 december 2021. Zij hebben samen het ouderlijk gezag over [de minderjarige] . Tussen vader en moeder is bij onderhavige rechtbank een echtscheidingsprocedure aanhangig.
3.4.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank.
3.5.
Artikel 1:253i lid 1 BW bepaalt dat wanneer sprake is van gezamenlijke gezagsuitoefening, de ouders het kind gezamenlijk vertegenwoordigen in burgerlijke handelingen, met dien verstande dat een ouder hiertoe alleen bevoegd is, mits niet van bezwaren van de andere ouder is gebleken.
Verzoek vervangende toestemming
3.6.
Vader en moeder zijn samen de wettelijke vertegenwoordigers van [de minderjarige] . Moeder is het niet eens met de door vader verzochte voornaamswijziging en heeft vader geen toestemming gegeven voor het indienen van onderhavig verzoek. Zij is het er ook niet mee eens dat vader dit verzoek aan de rechtbank voorlegt. Dit betekent dat vader niet bevoegd is om alleen [de minderjarige] te vertegenwoordigen bij het verzoek tot wijziging van haar voornaam. De rechtbank zal onderstaand daarom eerst het verzoek van de vader beoordelen of aan hem vervangende toestemming, die de toestemming van moeder vervangt, kan worden verleend om het verzoek tot voornaamswijziging aan de rechtbank voor te leggen.
3.7.
Op het verzoek tot het verkrijgen van vervangende toestemming is artikel 1:253a BW van toepassing. Dit artikel bepaalt dat in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening geschillen tussen de ouders op verzoek van beiden of een van hen aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. Ouders hebben in deze zaak een geschil over de indiening van het verzoek door vader. Artikel 1:253a BW bepaalt verder dat de rechtbank dan een beslissing moet nemen die zij in het belang van [de minderjarige] vindt.
3.8.
Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken is de rechtbank het volgende gebleken. Toen moeder net zwanger was, zijn partijen uit elkaar gegaan. Tijdens de echtscheidingsprocedure – dus nog tijdens het huwelijk van partijen – is [de minderjarige] geboren. Bij de geboorte van de minderjarige heeft moeder alleen de keuze gemaakt voor de voornaam [de minderjarige] , zonder vader daar voorafgaand in te kennen of te consulteren. De door de moeder gekozen naam is vervolgens door de aangever bij de aangifte van de geboorte opgegeven.
Hoewel moeder heeft gesteld dat ouders de afspraak hadden dat als zij een dochter zouden krijgen, zíj de voornaam mocht kiezen nadat vader de voornaam had gekozen van hun zoon [naam] , is het bestaan van deze afspraak bij betwisting door vader en vanwege het ontbreken van bewijs voor de rechtbank niet komen vast te staan.
Vader heeft geen gelegenheid tot inspraak gekregen over de naam van de minderjarige en hij is het niet eens met de keuze die moeder heeft gemaakt. Dit leidt, naast alle andere geschillen die momenteel tussen partijen spelen, tot een conflict dat ouders verdeeld blijft houden. De Raad heeft ook aangegeven dat zij zich zorgen maakt over deze discussie tussen ouders, omdat de voornaam een belangrijk onderdeel is van iemands identiteit. De rechtbank acht het niet in het belang van [de minderjarige] dat dit geschilpunt inhoudelijk onbeslist blijft. Gelet op haar jonge leeftijd beschouwt de rechtbank deze procedure niet als belastend voor [de minderjarige] , terwijl het in stand blijven van de discussie tussen ouders over haar voornaam en het uitblijven van een beslissing daarover op de lange(re) termijn wel belastend kan zijn voor haar. Het verzoek van vader om hem vervangende toestemming te verlenen om het verzoek tot voornaamswijziging namens de minderjarige aan de rechtbank voor te leggen zal daarom worden toegewezen.
3.9.
Dit betekent dat de rechtbank vervolgens toekomt aan de beoordeling van het namens [de minderjarige] gedane verzoek tot wijziging van haar voornaam.
Verzoek voornaamswijziging
3.10.
Artikel 1:4 BW bepaalt dat de rechtbank op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger(s) wijziging van de voorna(a)m(en) van het kind kan gelasten, indien daarvoor een voldoende zwaarwichtig belang bestaat.
3.11.
Vader verzoekt de voornaam van [de minderjarige] te wijzen in ‘ [nieuwe voornaam] ’. Aan dit verzoek legt hij het volgende ten grondslag. Moeder is islamitisch en hij is katholiek, maar religie hebben zij altijd buiten hun huwelijk gehouden. Bij de geboorte van hun zoon [naam] hebben zij daarom uitdrukkelijk voor een niet-religieuze naam gekozen. Vader vindt het bezwaarlijk dat moeder [de minderjarige] overduidelijk een islamitische voornaam heeft gegeven. Dit is in afwijking van de tussen hen gemaakte afspraak. Vader heeft voor de naam ‘ [nieuwe voornaam] ’ gekozen, omdat dit wel op de huidige naam lijkt, maar religie-neutraal is. Ter zitting is namens de vader ingegaan op het verweer van de moeder dat de naam [de minderjarige] geen islamitische, maar een Arabische herkomst heeft. Vader associeert een Arabische naam met het islamitische geloof. Hij vindt het belangrijk dat zijn dochter “religie-neutraal” opgroeit.
3.12.
Moeder voert verweer. Zij betwist de door vader gestelde afspraak over de religie-neutrale naamskeuze van de kinderen. Toen zij zwanger was van [naam] hebben ouders juist de afspraak gemaakt dat vader de voornaam mocht kiezen, onder de voorwaarde dat als zij ooit een dochter zouden krijgen, zíj de voornaam mocht kiezen. De vader heeft tijdens de zwangerschap geen betrokkenheid getoond. Verder betwist de moeder, onder verwijzing naar door haar overgelegde bewijsstukken, dat de naam [de minderjarige] islamitisch is. De naam is Arabisch. Bovendien vond zij [de minderjarige] altijd een mooie voornaam.
3.13.
De abs heeft naar voren gebracht dat gelet op het door moeder ingediende verweerschrift het aan de rechtbank is om te beoordelen of er een zwaarwichtig belang bestaat om aan het verzoekschrift tot voornaamswijziging te kunnen voldoen.
3.14.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor wijziging van de voornaam van [de minderjarige] dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Volgens vader is het zwaarwichtig belang erin gelegen dat ouders de afspraak hadden gemaakt dat zij hun kinderen een “religie-neutrale” voornaam zouden geven en dat moeder deze afspraak niet is nagekomen. Nog afgezien van de vraag of de niet-nakoming van een tussen ouders gemaakte afspraak over de naamskeuze een zwaarwegend belang vormt om tot voornaamswijziging over te gaan, is het bestaan van de afspraak niet komen vast te staan. Moeder betwist dat de afspraak bestaat, en de stelling van vader steunt niet op enig bewijs. Dit geldt overigens ook, zoals in rechtsoverweging 3.8. is geoordeeld, voor de door moeder gestelde afspraak over de keuze voor een voornaam voor een dochter.
Het feit dat vader niet betrokken is geweest bij de voornaamskeuze is op zichzelf geen argument om te komen tot een wijziging op grond van artikel 1:4 BW. Daarvoor is immers het criterium of er een voldoende zwaarwichtig belang is. De enkele omstandigheid dat een voornaam islamitisch en/of Arabisch is, vormt geen zwaarwegend belang dat wijziging van die voornaam rechtvaardigt. Er zijn door vader geen relevante feiten of omstandigheden aangevoerd waarom op dit punt anders moet worden geoordeeld. Daar komt bij dat de rechtbank, bezien vanuit [de minderjarige] ’s belang, juist een contra-indicatie ziet om haar voornaam te wijzigen. [de minderjarige] is op een leeftijd gekomen dat zij haar eigen voornaam herkent en zich daarmee associeert. De rechtbank acht het belastend voor [de minderjarige] als haar voornaam nu wijzigt. Het verzoek van vader tot wijziging van de voornaam van [de minderjarige] zal daarom worden afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank
geeft aan vader – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van moeder – toestemming voor het indienen van onderhavig verzoek tot wijziging van de voornaam van de minderjarige;
wijst het verzoek van vader tot wijziging van de voornaam van de minderjarige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Bollen en in tegenwoordigheid van mr. Schröder, griffier, in het openbaar uitgesproken op 26 september 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.