ECLI:NL:RBZWB:2024:6986

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/418732 / FA RK 24-519
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Triest
  • mr. Snatersen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bijzondere curator in jeugdzorgzaak met betrekking tot minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 oktober 2024 een nadere beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2007, die momenteel verblijft op een geheime locatie. De kinderrechter heeft de bijzondere curator, mr. [bijzondere curator], ontslagen van haar taak, omdat zij haar taken naar behoren heeft volbracht. De bijzondere curator was benoemd om de wensen en behoeften van de minderjarige te onderzoeken, met name met betrekking tot haar woon- en verblijfsplek, het gezag van haar ouders en het contact met hen. De bijzondere curator heeft gerapporteerd dat de minderjarige op korte termijn zal doorstromen naar kamertraining, wat haar een toekomstbestendige plek biedt. De samenwerking tussen de minderjarige en haar gezinsvoogd is verbeterd en er zijn geen obstakels in de gezagsuitoefening door de ouders. De minderjarige heeft aangegeven geen hulp meer van de bijzondere curator nodig te hebben en is akkoord met de sluiting van de zaak. De kinderrechter concludeert dat er positieve stappen zijn gezet en dat de veiligheid van de minderjarige gewaarborgd is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Breda
Zaaknummer: C/02/418732 / FA RK 24-519
Datum uitspraak: 16 oktober 2024
nadere beschikkingin de zaak van
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats],
wonende op een geheime woon- of verblijfplaats,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[minderjarige], voormeld,
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te Tilburg,
mr. [bijzondere curator],
kantoorhoudende te [plaats] ,
in haar hoedanigheid als bijzondere curator over [minderjarige] ,
hierna te noemen de bijzondere curator.
De Raad voor de Kinderbescherming Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen de Raad, is op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) betrokken in de procedure.
1. Het verdere verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 13 maart 2024 en alle daarin vermelde stukken;
- het rapport van de bijzondere curator, ontvangen door de rechtbank op 3 september 2024;
- het e-mailbericht van [minderjarige] van 19 september 2024.

2.De beoordeling

2.1
Bij beschikking van 13 maart 2024 is mr. [bijzondere curator] benoemd tot bijzondere curator voor [minderjarige] . Aan haar is gevraagd de volgende vragen te onderzoeken en te beantwoorden en de rechtbank daarover te rapporteren:
- wat zijn de wensen en behoeften van [minderjarige] met betrekking tot haar woon- en verblijfsplek nu en in de toekomst, het gezag van haar beide ouders en het contact met haar beide ouders en broertjes en zusjes en wat is hierin het meest in het belang van [minderjarige] ;
- zijn er mogelijkheden om de samenwerking tussen [minderjarige] en haar jeugdzorgwerker te verbeteren? Zo ja, hoe?
- zijn er naar het oordeel van de bijzondere curator nog andere aandachtspunten of opmerkingen die in het belang van [minderjarige] naar voren moeten worden gebracht?
De zaak is aangehouden tot 8 mei 2024 pro forma in afwachting van het rapport van de bijzondere curator.
2.2
De bijzondere curator heeft eind augustus/begin september 2024 schriftelijk verslag uitgebracht. De bijzondere curator heeft, kort samengevat, aangegeven dat de wensen en behoeften van [minderjarige] liggen in een overstap naar kamertraining. [minderjarige] verblijft nu nog in een veilige opvang op een geheime locatie, maar zij zal op korte termijn doorstromen naar de kamertraining. In de beoogde accommodatie kan [minderjarige] ook verblijven na haar achttiende verjaardag, zodat er een toekomstbestendige plek voor [minderjarige] is gevonden.
De afgelopen maanden zijn er geen obstakels geweest in de gezagsuitoefening. Voor zover de bijzondere curator bekend is, verlopen de contacten tussen de gezinsvoogd van de GI en de ouders goed en werken de ouders mee aan de vervolgplaatsing. Omwille van veiligheidsoverwegingen zijn de ouders niet op de hoogte van de locatie waar [minderjarige] naar toe zal gaan. De huidige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] lopen door tot de achttiende verjaardag van [minderjarige] , zodat de gezinsvoogd de komende maanden betrokken blijft en kan ingrijpen indien er toch nog een geschil zou ontstaan in de uitoefening van het gezag. Gelet op de korte termijn waarop [minderjarige] achttien jaar wordt en omdat de ouders zich meewerkend opstellen, acht de bijzondere curator een gezagswijziging op dit moment niet noodzakelijk.
[minderjarige] wenst vooralsnog geen contact met haar vader. Zij onderhoudt wel contact met haar moeder en broertjes en zusjes. Dat contact verloopt naar wens en vindt regelmatig plaatst.
De afwijzing van het verzoek van de GI tot een machtiging gesloten jeugdhulp bij beschikking van deze rechtbank van 12 april 2024 heeft een nieuwe start opgeleverd voor [minderjarige] en de gezinsvoogd. Er hebben diverse gesprekken plaatsgevonden, het contact is verbeterd en er is een werkbare situatie ontstaan. De meeste contacten verlopen via de begeleider van [minderjarige] van de veilige opvang waar [minderjarige] op dit moment nog verblijft. Zij zal ook betrokken blijven bij [minderjarige] .
[minderjarige] is op de goede weg. Zij heeft aandacht voor haar studie en maakt verstandige keuzes. Door de doorstroming naar de kamertraining kan [minderjarige] zich in een veilige omgeving voorbereiden op de nieuwe levensfase nadat zij achttien jaar is geworden. Omdat er sprake is van een stabiele en veilige situatie is een verdere aanhouding van de zaak volgens de bijzondere curator niet nodig en kan de zaak schriftelijk worden afgedaan.
2.3
[minderjarige] heeft bij e-mailbericht van 19 september 2024 aan de rechtbank laten weten dat zij het verslag van de bijzondere curator nog niet heeft gelezen. Wel klopt het dat zij nu stabiel en veilig is. Volgens [minderjarige] is zij erg goed geholpen door de bijzondere curator. De bijzondere curator heeft veel voor haar gedaan wat anders niet was gelukt. [minderjarige] gaat akkoord met het sluiten van de zaak, waarbij zij de rechtbank bedankt.
2.4
Gelet op het voorgaande stelt de kinderrechter vast dat er in de afgelopen periode positieve stappen zijn gezet. [minderjarige] zal op korte termijn vanuit de veilige opvang doorstromen naar kamertraining, hetgeen zij graag wenst. Er worden op dit moment geen problemen ondervonden in de uitoefening van het gezag door de ouders, en de samenwerking tussen [minderjarige] en de gezinsvoogd van de GI is verbeterd. De gezinsvoogd blijft betrokken bij [minderjarige] tot zij achttien jaar is. Het gaat goed met [minderjarige] en haar veiligheid is voldoende gewaarborgd. Er is sprake van een regelmatig contact tussen [minderjarige] en haar moeder en haar broertjes en zusjes. Voor contact met de vader bestaat bij [minderjarige] op dit moment nog geen ruimte.
Met de bijzondere curator en [minderjarige] is de kinderrechter van oordeel dat de bijzondere curator haar taak heeft volbracht. Zij heeft [minderjarige] , daar waar nodig, ondersteuning geboden en haar stem laten gelden bij de te nemen beslissingen over onder meer de verblijfsplek van [minderjarige] na de gesloten plaatsing. Ook heeft de bijzondere curator [minderjarige] bijgestaan bij de gerechtelijke procedures die in de afgelopen maanden hebben gespeeld, waaronder verzoeken van de GI tot machtiging gesloten jeugdhulp, verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing. De onderzoeksvragen die de kinderrechter had zijn door de bijzondere curator beantwoord. [minderjarige] geeft aan geen hulp meer van de bijzondere curator nodig te hebben en is akkoord met sluiting van de zaak. Gelet op dit alles zal de kinderrechter mr. [bijzondere curator] van haar taak als bijzondere curator ontslaan en de onderhavige zaak sluiten. De vraag die [minderjarige] aan de kinderrechter heeft gesteld in het kader van de informele rechtsingang is hiermee beantwoord en de zaak wordt met deze beschikking afgesloten.
2.5
Dit leidt tot de volgende beslissing.

3.De beslissing

De kinderrechter:
3.1
ontslaat mevrouw mr. [bijzondere curator] van haar taak als bijzondere curator van [minderjarige] ;
3.2
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Triest, kinderrechter, en uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2024, in tegenwoordigheid van mr. Snatersen, griffier.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.