Op 30 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats]. De rechtbank heeft deze machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie, die stelde dat betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, zorg nodig heeft die niet op vrijwillige basis kan worden verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstige verwaarlozing en bedreiging van de veiligheid van betrokkene.
Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag heeft betrokkene verklaard dat het goed met haar gaat en dat zij bereid is om medicatie te nemen. De zorgverantwoordelijke en de casemanager hebben echter aangegeven dat er eerder problemen waren met de vrijwillige medewerking van betrokkene aan ambulante hulpverlening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel betrokkene nu stabiel lijkt, er onvoldoende vertrouwen is dat zij in een vrijwillig kader de noodzakelijke zorg zal ontvangen. Daarom is een zorgmachtiging noodzakelijk om de huidige stabiliteit te waarborgen.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De machtiging omvat onder andere het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid van betrokkene. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de noodzaak van verplichte zorg en het ontbreken van minder bezwarende alternatieven. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Benjaddi en is op 14 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt.