Op 9 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats]. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij betrokkene aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, mr. N. Schuerman. De psychiater was ook aanwezig en heeft zijn standpunt toegelicht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel. Betrokkene heeft aangegeven dat het beter met hem gaat, maar er zijn nog steeds zorgen over zijn mentale toestand en de noodzaak van verplichte zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 23 september 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.