Uitspraak
[eiser],
[gedaagde],
1.De procedure
- het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek met producties
- de akte van [eiser] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 16 oktober 2024 vonnis gewezen in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde]. [eiser], een onderneming die goederenvervoer over de weg verzorgt, heeft werkzaamheden verricht voor [gedaagde], die een koeriersbedrijf exploiteert. [eiser] heeft drie facturen ter waarde van € 641,77 aan [gedaagde] gestuurd, welke onbetaald zijn gebleven. [eiser] vordert betaling van dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten, terwijl [gedaagde] zich beroept op verrekening, stellende dat hij een hogere schadevergoeding van [eiser] vordert vanwege een niet nagekomen opzegtermijn en het niet teruggeven van bedrijfskleding.
De Kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet betwist dat hij de facturen verschuldigd is, maar dat zijn beroep op verrekening niet kan slagen. De rechter oordeelt dat de vordering van [gedaagde] niet eenvoudig kan worden vastgesteld, waardoor de vordering van [eiser] kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van in totaal € 738,04, alsook de proceskosten van € 733,55. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.