ECLI:NL:RBZWB:2024:7040

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
11137706 \ CV EXPL 24-2873 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling door webshop afgewezen; tegenvordering consument toegewezen

In deze civiele procedure vorderde Walz B.V., een webshop, betaling van een consument voor een bedrag van € 135,93, onderbouwd met een factuur. De consument betwistte echter dat hij iets had besteld of ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat Walz B.V. haar vordering onvoldoende had onderbouwd, aangezien zij geen bestelbevestiging of verzendbewijs had overgelegd. De consument had wel degelijk verweer gevoerd en de webshop was in strijd met de waarheid voorbij gegaan aan dit verweer. De rechtbank wees de vordering van Walz B.V. af en kende de tegenvordering van de consument, die schadevergoeding van € 1.088,74 vorderde, toe. De kantonrechter oordeelde dat Walz B.V. onrechtmatig had gehandeld door een ongegronde vordering in te stellen en de consument te dwingen om zich te verweren. De kantonrechter stelde vast dat Walz B.V. misbruik van procesrecht had gemaakt en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten van de consument, vastgesteld op € 867,19. Het vonnis werd uitgesproken op 16 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11137706 \ CV EXPL 24-2873
Vonnis van 16 oktober 2024
in de zaak van
WALZ B.V. h.o.d.n. HUIS & COMFORT, BABY WALZ en VERSANDHAUS WALZ,
gevestigd in Maastricht
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Walz B.V.,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[naam],
wonend in [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [naam] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- het verzoek tot royement van de procedure van Walz B.V.
- de reactie op het verzoek tot royement van [naam]
- de rolbeslissing van de kantonrechter van 24 juli 2024
- de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
2.1.
[naam] heeft in oktober 2022 per post twee aanmaningsbrieven ontvangen van Walz B.V. voor betaling van een bedrag van € 98,98.
2.2.
Op 12 november 2022 heeft [naam] per e-mail aan Walz B.V. het volgende bericht gestuurd:
“Op 20 oktober ontving ik van u een derde aanmaning. Dit heeft mij zeer verrast. Dit omdat ik bij uw webwinkel nooit iets besteld heb en ook geen eerste en tweede aanmaning heb ontvangen. Daarnaast waren de data welke u noemt op moment van ontvangen van de aanmaning reeds verlopen. Ook bevreemde mij verschillende andere aspecten
van de door u ontvangen aanmaning.
Om deze reden heb ik uw webshop kort op internet opgezocht. Dit leerde mij dat u veelvuldig aanmaningen lijkt te sturen voor producten welke nooit besteld zijn. In de bijlage vindt u screenshots hiervan.
Dit alles leidt mij helaas tot de conclusie dat, niet alleen wij niets besteld hebben bij u webwinkel, maar dat u deze aanmaningen ter kwader trouw stuurt. Derhalve deel ik u mede dat wij de door u gestuurde aanmaningen niet zullen betalen.”
2.3.
Op 14 november 2022 stuurt Walz B.V. per e-mail een reactie met de volgende tekst:

Wij hebben in dit geval een aangifte nodig van de politie. Als u deze artikelen niet heeft besteld, en ook niet heeft ontvangen.
Anders kunnen wij dit proces niet stoppen. De artikelen zijn geleverd, en niet teruggekomen.”
2.4.
Enkele dagen later reageert [naam] per e-mail met de volgende tekst:

Zoals ik al heb aangegeven, en uw in onderstaande mail bevestigd, heb ik nooit iets besteld dan wel ontvangen van uw bedrijf of ben ik op enige andere wijze een verbintenis met uw bedrijf aangegaan. Ik ben derhalve geen partij in deze. Als u bedrijf bestolen is raad ik u aan daarvan melding te maken bij de politie.
Ik heb u hiermee voldoende geïnformeerd en daarmee beschouw ik deze zaak als afgedaan.”
2.5.
In reactie daarop stuurt Walz B.V. op 21 november 2022 een identiek bericht als haar bericht op 14 november 2022. Per post stuurt Walz B.V. een ‘maning vóór gerechtelijke procedure’ met het verzoek € 128,98 te betalen uiterlijk 5 november 2022.
2.6.
Walz B.V. schakelt een incassobureau in, Alektum B.V. Deze stuurt begin december 2022 een incassobrief aan [naam] .
2.7.
[naam] heeft hierop per aangetekende brief van 10 december 2022 gereageerd naar Alektum B.V. Deze brief is ook per e-mail aan Alektum B.V. gestuurd. Daarin schrijft [naam] onder andere:

De incasso is onterecht aangezien ik nooit iets besteld dan wel ontvangen heb via dit bedrijf of op enige andere wijze een verbintenis met Huis en comfort / Walz Vital ben aangegaan. […] Als u van mening bent dat ik wel een overeenkomst heb gesloten met Huis en comfort / Walz Vital dan is het aan Huis en comfort / Walz Vital om te bewijzen hoe deze
overeenkomst tot stand is gekomen en op welke wijze dit bedrijf deze goederen aan mij heeft bezorgd. Indien dat niet mogelijk is, verzoek ik u om deze incasso nietig te verklaren en mij hiervan binnen de termijn van 7 dagen na dagtekening van dit schrijven een schriftelijke bevestiging te sturen. Ik ga ervan uit dat u verdere invorderingsmaatregelen staakt totdat deze kwestie is opgehelderd.”
2.8.
Alektum B.V. reageert hierop per mail van 15 december 2022 met voor zover relevant de volgende tekst:

Naar aanleiding van uw verweer hebben wij een onderzoek ingesteld. Er zijn redenen om te vermoeden dat hier inderdaad sprake is van fraude. Daar u wordt aangeschreven voor een betaling betekend dat u gedupeerde bent en niet de webshop. Voor u om aan te tonen dat u deze bestelling niet heeft gedaan hebben wij dan ook een aangifte nodig. Om een volledig dossier op te bouwen en deze te kunnen sluiten hebben wij echter uw proces verbaal van uw aangifte van fraude nodig.”
2.9.
Dezelfde dag reageert [naam] hierop met het volgende bericht:

Dank voor u bericht. Het is prettig om te vernemen dat u met mij van mening bent dat hier sprake is van fraude.
Zoals ik u al heb geïnformeerd in mijn eerdere schrijven ben ik op geen enkele wijze een verplichting aangegaan Huis en comfort / Walz Vital en heb ik ook nooit iets van deze partij ontvangen. Het feit dat een partij mij ongegrond aanschrijft met een betaalverzoek resulteert er uiteraard niet in dat er mijnerzijds een betaalverplichting ontstaat. Derhalve ben ik niet gedupeerd en verder geen partij in deze.
Ik heb u hiermee voldoende geïnformeerd en ga er van uit dat u deze incasso nietig verklaard. Hierbij verzoek ik u om dit binnen zeven werkdagen aan mij te bevestigen.
2.10.
Alektum B.V. verzoekt op 23 december 2022 nogmaals om een proces-verbaal. [naam] herhaalt op 28 december 2022 zijn verzoek van 10 december aan Alektum B.V.
2.11.
Op 5 juni 2023 stuurt Alektum B.V. een aanmaning per post met het verzoek een bedrag te betalen van € 88,98 binnen veertien dagen na ontvangst van de brief, bij gebreke waarvan € 40,00 incassokosten in rekening zullen worden gebracht. [naam] betaalt niet.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Walz B.V. vordert - samengevat - veroordeling van [naam] tot betaling van € 135,93 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 88,98 en tot betaling van de proceskosten.
3.2.
[naam] voert verweer. [naam] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Walz B.V., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Walz B.V., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Walz B.V. in de proceskosten.
in reconventie
3.3.
[naam] vordert - samengevat - veroordeling van Walz B.V. tot betaling van € 1.088,74, vermeerderd met de wettelijke rente en tot betaling van de proceskosten.
3.4.
Walz B.V. voert geen verweer. Zij conformeert zich aan het oordeel van de rechter.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
4.1.
De kantonrechter zal de vorderingen in conventie en in reconventie vanwege hun nauwe samenhang gezamenlijk behandelen.
De standpunten van Walz B.V.
4.2.
Walz B.V. stelt dat sprake is van een koopovereenkomst op afstand met [naam] . [naam] heeft de goederen geleverd gekregen en zonder protest behouden. Walz B.V. heeft een factuur gestuurd en aanmaningen, maar daarop is door [naam] niet betaald. Er is door [naam] geen inhoudelijk verweer gevoerd.
De standpunten van [naam]
4.3.
betwist dat hij iets heeft besteld of ontvangen via Walz B.V., Huis en Comfort of Walz Vital. Walz B.V. heeft hem ongegrond aangeschreven. Bovendien heeft [naam] wel gereageerd op diverse aanmaningen van Walz B.V. en Alektum B.V., het door Walz B.V. ingeschakelde incassobureau. In de dagvaarding laat Walz B.V. dit ten onrechte onvermeld, zodat sprake is van strijd met artikel 21 en 111 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Overigens heeft Walz B.V. ook niet voldaan aan haar (precontractuele) informatieverplichtingen.
Walz B.V. heeft onrechtmatig gehandeld doordat zij ervoor heeft gekozen een vanaf het begin bijzonder onzorgvuldig en “niet te stoppen” incassotraject vorm te geven. Ook nadat het voor Walz B.V. duidelijk was geworden, of had behoren te worden, dat deze vordering volstrekt ongegrond was, heeft Walz B.V. er desalniettemin voor gekozen het incassotraject toch door te zetten. Hierdoor werd [naam] gedwongen, gedurende een lange periode, tijd en middelen te besteden om zich te verweren. De hierdoor geleden schade à € 1.088,74 moet Walz B.V. vergoeden.
Niet blijkt dat sprake is van een koopovereenkomst
4.4.
Walz B.V. baseert haar vordering op het bestaan van een koopovereenkomst en aflevering van het gekochte. Zij onderbouwt dit met een voorbeeld van haar bestelprocedure en een factuur. [naam] heeft echter gemotiveerd betwist dat sprake is van een koopovereenkomst. Ook heeft hij betwist dat hij iets heeft ontvangen van Walz B.V. Door deze betwisting was het aan Walz B.V. om haar stellingen nader te onderbouwen. Dat had zij bijvoorbeeld kunnen doen met een afschrift van de bestelling van [naam] of een verzendbewijs van de goederen. Dat heeft Walz B.V. echter niet gedaan. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat geen sprake is van een koopovereenkomst tussen Walz B.V. en [naam] . Daarmee mist ook iedere grondslag voor de in rekening gebrachte rente en kosten.
Walz B.V. heeft onrechtmatig gehandeld
4.5.
[naam] stelt dat Walz B.V. onrechtmatig heeft gehandeld. Uit de aangedragen feiten en omstandigheden volgt dat Walz B.V. en het door haar incassobureau Alektum B.V. in ieder geval door het verweer van [naam] wisten dat de vordering van Walz B.V. niet, althans niet deugdelijk was onderbouwd en dat niet, althans onvoldoende bleek van een overeenkomst tussen Walz B.V. en [naam] . Ondanks deze wetenschap en de herhaaldelijke vragen van [naam] om opheldering, hebben Walz B.V. en Alektum B.V. nooit een nadere motivatie gegeven en de bal ten onrechte telkens weer bij [naam] teruggelegd. Ondanks deze wetenschap heeft Walz B.V. het incassotraject onverminderd doorgezet en is Walz B.V. zelfs tot dagvaarding overgegaan. [naam] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij door dit handelen van Walz B.V. veel tijd en kosten heeft moeten maken om de betalingsverzoeken en aanmaningen van Walz B.V. te bestrijden. Walz B.V. heeft tegen dit alles geen verweer gevoerd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat Walz B.V. onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade van [naam] die daarvan het gevolg is.
De vordering betreft deels schade en deels proceskosten
4.6.
[naam] heeft de hoogte van zijn vordering onderbouwd. Ook hiertegen heeft Walz B.V. geen verweer gevoerd.
Uit de onderbouwing blijkt dat een deel van de vordering ziet op kosten voorafgaand aan de procedure (schadevergoeding) en een deel op proceskosten. Het gevorderde bedrag moet daarom als volgt gesplitst worden:
bestede uren (4,25 uur à € 50,00) € 212,50
kosten aangetekende verzending € 9,05
----------
totaal
schadevergoeding€ 221,55
opstellen conclusie van antwoord (6 uur à € 50,00) € 300,00
inhuur juridisch advies € 567,19
----------
totaal
proceskosten€ 867,19
in conventie
De kantonrechter wijst de vordering af
4.7.
De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van een bedrag van € 135,93 af. Dat betekent dat ook de nevenvordering tot betaling van wettelijke rente over dat bedrag wordt afgewezen.
Proceskosten
4.8.
Walz B.V. heeft ongelijk gekregen. Daarom veroordeelt de kantonrechter haar in de proceskosten van [naam] . Die kosten worden in conventie vastgesteld op nihil, waarbij de kantonrechter rekening heeft gehouden met de hierna volgende beoordeling van de proceskosten in reconventie.
in reconventie
De kantonrechter wijst de schadevergoeding toe
4.9.
De kantonrechter wijst de vordering tot vergoeding van schade voor een bedrag van € 221,55 toe.
Wettelijke rente
4.10.
Artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de schadevergoeding die iemand moet betalen, omdat hij een geldsom niet op tijd heeft betaald, bestaat in de wettelijke rente over die som over de tijd dat de schuldenaar met betaling in verzuim is. [naam] heeft voor het eerst bij zijn eis in reconventie betaling van schadevergoeding van Walz B.V. gevraagd. De kantonrechter wijst daarom de wettelijke rente niet toe vanaf het - eerdere - moment van dagvaarden, maar vanaf de datum van dit vonnis.
Proceskosten
4.11.
Walz B.V. is ook in reconventie in het ongelijk gesteld. Daarom veroordeelt de kantonrechter haar ook in de proceskosten van de tegenvordering van [naam] .
Misbruik van procesrecht: volledige kostenveroordeling
4.12.
De kantonrechter bepaalt de hoogte van de proceskosten op grond van artikel 237 Rv in principe aan de hand van het daarvoor geldende liquidatietarief. [naam] vordert echter betaling van de - hogere - volledige proceskosten. Hij baseert deze vordering op de stelling dat Walz B.V. de onderhavige procedure zonder grond tegen hem heeft aangespannen. Deze vordering kan de kantonrechter alleen toewijzen in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als een eiser een overduidelijk ongegronde vordering heeft, die hij in verband met de belangen van gedaagde niet had moeten instellen. Dat kan het geval zijn als eiser zijn vordering heeft gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan hij wist of moest weten dat ze onjuist waren of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De kantonrechter moet wel terughoudend zijn bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure, gelet op het recht op toegang tot de rechter. [1]
4.13.
De kantonrechter is in dit geval van oordeel dat Walz B.V. misbruik van haar procesrecht heeft gemaakt. Voordat Walz B.V. de procedure aanhangig maakte, had [naam] al meerdere keren verweer gevoerd. Op dat verweer was Walz B.V. niet inhoudelijk ingegaan. Ondanks verzoek van [naam] , heeft Walz B.V. haar vordering ook niet nader onderbouwd. Ook in haar dagvaarding heeft Walz B.V. haar vordering niet, althans onvoldoende deugdelijk onderbouwd. Bovendien is zij volledig voorbijgegaan aan het verweer van [naam] en heeft zij zelfs in strijd met de waarheid gesteld dat [naam] tegen de vorderingen geen verweer had gevoerd. Op het verweer dat [naam] in de procedure heeft gevoerd, heeft Walz B.V. niet alsnog inhoudelijk gereageerd. In plaats daarvan heeft zij enkel aangegeven dat zij de procedure wenste te royeren. Dit, terwijl [naam] een reconventionele vordering had ingesteld. Op deze tegenvordering is daarna door Walz B.V. (wederom) geen enkel verweer gevoerd.
Gezien deze gang van zaken, is de kantonrechter van oordeel dat Walz B.V. wist dat zij haar vordering baseerde op onjuiste feiten en met het instellen van de vordering op geen enkele manier rekening heeft gehouden met de belangen van [naam] . Hierdoor moest [naam] onnodig (nog meer) kosten maken. [naam] heeft deze kosten onderbouwd. Walz B.V. heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De kantonrechter zal daarom de door [naam] gespecificeerde werkelijke proceskosten voor een totaalbedrag van € 867,19 toewijzen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Walz B.V. af,
5.2.
veroordeelt Walz B.V. in de proceskosten van [naam] , vastgesteld op nihil,
in reconventie
5.3.
veroordeelt Walz B.V. om aan [naam] te betalen een bedrag van € 221,55, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2024,
5.4.
veroordeelt Walz B.V. in de proceskosten van [naam] , vastgesteld op € 867,19,
in conventie en in reconventie
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.

Voetnoten

1.HR 29 juni 2007, LJN BA3516, NJ 2007/353