ECLI:NL:RBZWB:2024:7041

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
11229871 \ CV EXPL 24-3779 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling door webshop wegens gebrek aan bewijs van koopovereenkomst

In deze civiele procedure vordert Walz B.V., een webshop, betaling van een consument voor een bedrag van € 282,75, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De webshop stelt dat de consument geen verweer heeft gevoerd, maar de consument betwist dat hij iets heeft besteld of ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Walz B.V. haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De webshop heeft enkel een factuur overgelegd, maar geen bewijs van een koopovereenkomst, zoals een bestelbevestiging of verzendbewijs. De consument heeft in zijn verweer gemotiveerd betwist dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat hij de goederen heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat Walz B.V. niet heeft aangetoond dat de factuur en aanmaningen naar het juiste adres zijn gestuurd en dat de stelling dat de consument de goederen heeft ontvangen, niet voldoende is om een koopovereenkomst te bewijzen. Hierdoor mist de vordering van Walz B.V. iedere grondslag en wordt deze afgewezen. Tevens wordt Walz B.V. veroordeeld in de proceskosten van de consument, die op nihil zijn vastgesteld omdat de consument zonder gemachtigde heeft geprocedeerd.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11229871 \ CV EXPL 24-3779
Vonnis van 16 oktober 2024
in de zaak van
WALZ B.V. H.O.D.N. HUIS & COMFORT, BABY WALZ EN VERSANDHAUS WALZ,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Walz B.V.,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte van Walz B.V.
- de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
2.1.
[gedaagde] heeft in december 2022 per post een aanmaningsbrief ontvangen van Waltz B.V. voor betaling van een bedrag van € 266,24 inclusief buitengerechtelijke kosten.
2.2.
[gedaagde] heeft Waltz B.V. telefonisch op de hoogte gesteld dat de aanmaningen fout waren, met het verzoek de vordering in te trekken.
2.3.
Op 5 juni 2023 heeft Waltz B.V. een aanmaning gestuurd voor een bedrag van € 224,99. Daarin is ook aangegeven dat incassokosten in rekening worden gebracht als [gedaagde] niet op tijd betaalt.
2.4.
[gedaagde] heeft Waltz B.V. op 16 juli 2024 gevraagd om de bestelling gegevens toe te sturen. Waltz B.V. kon die niet geven. Waltz B.V. heeft wel een kopie van de facturen toegestuurd.
2.5.
[gedaagde] heeft niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Walz B.V. vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 282,75, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook wil zij dat [gedaagde] de proceskosten betaalt.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] wil dat de vordering wordt afgewezen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Niet blijkt van een koopovereenkomst
4.1.
Waltz B.V. baseert haar vordering op het bestaan van een koopovereenkomst en aflevering van een ventilator en een magnetron. Zij onderbouwt dit met een voorbeeld van haar bestelprocedure en een factuur. [gedaagde] heeft echter gemotiveerd betwist dat sprake is van een koopovereenkomst. Ook heeft hij betwist dat hij iets heeft ontvangen van Waltz B.V. Het door Waltz B.V. aangegeven woonadres is volgens hem niet juist en het door Waltz B.V. genoemde e-mailadres is niet van hem.
4.2.
Door deze betwisting was het aan Waltz B.V. om haar stellingen nader te onderbouwen. De stelling dat de factuur en de aanmaningen naar het juiste adres volgens de Basisregistratie Personen (BRP) zijn gestuurd en door [gedaagde] zijn ontvangen, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat een koopovereenkomst is gesloten. Dat geldt ook voor de stelling dat uit het plaatsen van een bestelling volgt dat de goederen ook zijn ontvangen. Waltz B.V. had haar stelling wel kunnen onderbouwen met bijvoorbeeld een afschrift van de bestelling van [gedaagde] en een verzendbewijs van de goederen. Dat heeft zij echter niet gedaan. Dat Waltz B.V. niet meer beschikt over een verzendbewijs van de goederen komt volledig voor haar rekening en risico.
De kantonrechter wijst de vorderingen af
4.3.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Waltz B.V. haar stelling onvoldoende heeft onderbouwd, zodat niet blijkt dat sprake is van een koopovereenkomst tussen Waltz B.V. en [gedaagde] . Daarmee mist iedere grondslag voor de gevorderde bedragen. Dat betekent dat de kantonrechter de vorderingen van Waltz B.V. afwijst.
4.4.
Waltz B.V. heeft ongelijk gekregen. Daarom veroordeelt de kantonrechter haar in de proceskosten van [gedaagde] . De proceskosten van [gedaagde] worden tot dit vonnis vastgesteld op nihil, nu [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd. Daarbij heeft [gedaagde] niet gesteld en ook is niet gebleken dat hij kosten heeft gemaakt in verband met deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Walz B.V. af,
5.2.
veroordeelt Waltz B.V. in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.