8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 100 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
50 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
*dat veroordeelde zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan-West 275 te Tilburg of bij zijn toezichthouder de heer H. Haouati. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat veroordeelde zich, indien de reclassering het nodig acht, laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na aanmelding en intake. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat veroordeelde zijn medewerking zal verlenen aan opvoedondersteuning door een door de jeugdconsulent geïndiceerde instantie, zolang als de reclassering dit nodig vindt. De reclassering monitort deze voorwaarde maar is geen uitvoerende partij;
* dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
2 jaar op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met zijn dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2018, zolang de reclassering dit nodig vindt. Het contact tussen verdachte en zijn dochter kan met toestemming van de reclassering opgebouwd worden, in eerste instantie onder begeleiding van een instantie gespecialiseerd in begeleide omgang van ouder en kind. De instantie wordt geïndiceerd door de betrokken jeugdconsulent. De reclassering monitort deze voorwaarde maar is geen uitvoerende partij;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
14 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens zijn dochter [slachtoffer] ;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.H.P. van der Linde en
mr. A. van Krevel, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 oktober 2024.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 20 maart 2024 tot en met 29 maart
2024 te [plaats] althans in Nederland
zijn kind, [slachtoffer] ,
heeft mishandeld door haar meermaals althans eenmaal (met kracht) met een
pollepel, althans met een stomp voorwerp op de billen/(boven)benen althans het
lichaam te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van
Strafrecht )