ECLI:NL:RBZWB:2024:7070
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning met bodemverontreiniging
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 oktober 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning van de belanghebbende op 1 januari 2022 vastgesteld op € 215.000, wat leidde tot een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023. De belanghebbende was het niet eens met deze waardevaststelling en had bezwaar gemaakt, dat door de heffingsambtenaar ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 18 september 2024 behandeld, waarbij de belanghebbende werd bijgestaan door zijn buurman en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door een taxateur.
De rechtbank beoordeelt of de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld, waarbij zij de beroepsgronden van de belanghebbende in overweging neemt. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De heffingsambtenaar had de waarde bepaald aan de hand van de vergelijkingsmethode, waarbij de waarde werd vastgesteld op basis van vergelijkbare woningen die recentelijk waren verkocht. De belanghebbende stelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de bodemverontreiniging op zijn perceel, die in voorgaande jaren leidde tot een lagere waardering van € 200.000.
De rechtbank oordeelt echter dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de bodemverontreiniging en dat de waarde van de woning met 54% is gecorrigeerd vanwege deze verontreiniging. De rechtbank verwerpt de stelling van de belanghebbende dat de waarde op € 200.000 moet worden vastgesteld, omdat de heffingsambtenaar elk jaar de waarde opnieuw moet bepalen op basis van actuele feiten en omstandigheden. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt en verklaart het beroep ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd blijft.