ECLI:NL:RBZWB:2024:7082

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426701 / FA RK 24-4318
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van een psychische stoornis met risico op ernstig nadeel

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, geboren in 1995, heeft een complexe psychische aandoening, waaronder een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis en impulscontrolestoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die ernstig nadeel kan veroorzaken, zoals levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene psychotisch is geweest en dat hij ambivalent is in zijn medicatiegebruik. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de gevraagde vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De machtiging is geldig tot en met 3 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426701 / FA RK 24-4318
Datum uitspraak: 3 oktober 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1995 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 17 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • dhr. [naam] , psychiater.
Tevens waren er twee verpleegkundigen aanwezig, zij zijn echter niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.Standpunten

3.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij erg is geschrokken van wat er is gebeurd. Hij heeft er erg veel last van gehad en is angstig dat het hem opnieuw gaat overkomen. Verder geeft betrokkene aan dat hij de zorg die hij bij [accommodatie] krijgt fijn vindt. Wel vindt betrokkene zijn autonomie erg belangrijk. Hij zou dan ook graag wat meer invloed willen uitoefenen op de zorg die hij krijgt.
3.2.
De advocaat van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling uitgelegd dat betrokkene momenteel op vrijwillige basis bij [accommodatie] verblijft omdat hij geen andere woonplek heeft. Betrokkene kan en wil namelijk niet meer terug naar Begeleid Wonen in [woonplaats] . Betrokkene is erg geschrokken van de situatie en wil hiervoor ook graag hulp. Een zorgmachtiging zou dan ook helpend zijn om de behandeling succesvol voort te zetten. Wel vindt betrokkene zijn autonomie erg belangrijk. Betrokkene vindt het dan ook belangrijk dat hij zelf keuzes omtrent zijn behandeling kan maken.
3.3.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de psychiater toegelicht dat betrokkene psychotisch is geweest, waarbij betrokkene kampte met impulsdoorbraken. Betrokkene is op de afdeling rustig, teruggetrokken en soms enorm angstig. Verder is op de afdeling gezien dat betrokkene moeite heeft met het volgen van een dagbesteding, en ook dat hij geen behoefte heeft aan contact met anderen. Volgens de psychiater is een zorgmachtiging noodzakelijk omdat betrokkene ambivalent is in zijn medicatiegebruik. De verwachting is dat betrokkene zal stoppen met het innemen van medicatie als er geen zorgmachtiging komt. Verder is een zorgmachtiging noodzakelijk zodat er snel kan worden ingegrepen als betrokkene een terugval krijgt. Tot slot geeft de psychiater aan dat kan worden volstaan met de vormen van verplichte zorg zoals die zijn verzocht, met uitzondering van de zorgmodaliteiten ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht’.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene psychotisch is ontregeld, vermoedelijk door middelenmisbruik en het staken van zijn medicatie. Daarnaast is betrokkene bekend met een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis, autismespectrumstoornis, dysthymie en impulscontrolestoornissen.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
4.4.
Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene gedurende een psychotische decompensatie fysiek agressief gedrag kan vertonen. Betrokkene is fysiek agressief geweest richting hulpverleners, hetgeen kan leiden tot fysieke en psychische schade, waardoor zij hun werk niet meer veilig kunnen uitoefenen. Ook heeft betrokkene recent een medewerkster van het FACT-team ernstig fysiek mishandeld. Hierdoor is betrokkene zijn woonplek bij Begeleid Wonen kwijtgeraakt. Daarnaast blijkt uit de stukken dat betrokkene zijn heil probeert te vinden in verdovende middelen.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat betrokkene ambivalent is in zijn medicatiegebruik. Het is de verwachting dat betrokkene zal stoppen met het innemen van de noodzakelijk geachte medicatie indien de behandeling wordt voortgezet in het vrijwillig kader. Betrokkene is namelijk in het verleden eerder medicatieontrouw geweest. Verplichte zorg is aldus noodzakelijk om de reeds ingezette hulpverlening te continueren.
4.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.8.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1995 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 4.7. kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 april 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2024 door mr. De Beer, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier en op schrift gesteld op 17 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.