Op 25 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1976. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft een crisismaatregel gekregen van de burgemeester van Goes op 20 september 2024. Tijdens de behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat zij zich beter voelt, maar dat zij geen medicatie wil innemen. De advocaat van de betrokkene heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een depressie met katatone kenmerken, wat haar functioneren ernstig belemmert. Gezien de ernst van de situatie heeft de rechtbank besloten de gevraagde machtiging te verlenen voor de duur van drie weken, met de noodzaak tot het toedienen van medicatie en andere vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft de overige door de officier van justitie verzochte vormen van zorg niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier.