ECLI:NL:RBZWB:2024:7091

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426819 / FA RK 24-4371
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van een psychische stoornis

Op 25 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1976. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft een crisismaatregel gekregen van de burgemeester van Goes op 20 september 2024. Tijdens de behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat zij zich beter voelt, maar dat zij geen medicatie wil innemen. De advocaat van de betrokkene heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een depressie met katatone kenmerken, wat haar functioneren ernstig belemmert. Gezien de ernst van de situatie heeft de rechtbank besloten de gevraagde machtiging te verlenen voor de duur van drie weken, met de noodzaak tot het toedienen van medicatie en andere vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft de overige door de officier van justitie verzochte vormen van zorg niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426819 / FA RK 24-4371
Datum uitspraak: 25 september 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 23 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 september 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • dhr. [naam 1] , psychiater;
  • mw. [naam 2] , begeleidster op de afdeling.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, zij zijn echter niet gehoord:
  • dhr. [naam 3] , arts;
  • mw. [naam 4] , co-assistent.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie] te [plaats] . De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 20 september 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.Standpunten

4.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij momenteel wat meer eet en drinkt. Betrokkene heeft dan ook het gevoel dat het een stuk beter met haar gaat dan toen zij bij [accommodatie] werd opgenomen.
Verder geeft betrokkene aan dat zij het liefst helemaal geen medicatie meer inneemt. Betrokkene licht toe dat zij in het verleden deze situatie ook heeft meegemaakt (waarin zij erg was geremd in haar doen en laten) en dat dit toen zonder medicatie is overgegaan. Betrokkene geeft aan dat zij erg suf en slaperig wordt van de medicatie die zij nu krijgt en dat zij daardoor juist niet kan eten en drinken, hetgeen voor haar nu juist erg belangrijk is. Betrokkene heeft dan ook het idee dat de medicatie niet helpend is. Zij wil graag bewijzen dat zij ook nu weer zonder medicatie verder kan. Tot slot is betrokkene bereid om nog op vrijwillige basis bij [accommodatie] te verblijven, en belooft zij dat zij haar medicatie op vrijwillige basis zal innemen.
4.2
Namens betrokkene bepleit de advocaat om afwijzing van het verzoek. Betrokkene heeft aangegeven dat zij wat meer kan eten en drinken waardoor het beter met haar gaat. Betrokkene is bereid om op vrijwillige basis bij [accommodatie] te verblijven. Het idee van een gedwongen machtiging is voor betrokkene haar autonomie enorm zwaar. Betrokkene krijgt hier stress van en is angstig dat zij hieronder gaat lijden. Subsidiair verzoekt de advocaat – indien het verzoek wordt toegewezen – om de duur van de machtiging te beperken en om enkel de vormen van verplichte zorg toe te wijzen die noodzakelijk zijn.
4.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de psychiater toegelicht dat er bij betrokkene sprake is van een depressie met katatone kenmerken. Op sommige momenten is betrokkene enorm geremd en op sommige momenten laat betrokkene ongepast gedrag zien (decorumverlies). Wanneer betrokkene geremd is, doet zij alles met een enorme traagheid, waardoor zij niet toekomt aan bijvoorbeeld zelfzorg. Om deze extreme remming bij betrokkene te verminderen krijgt betrokkene kortdurend lorazepam. Hierna moet worden overgegaan op een antidepressieve behandeling of ECT. Betrokkene moet hiervoor wel eerst in balans komen aangezien betrokkene nu ver verwijderd is van de persoon die zij in werkelijkheid is. Met deze ernstige vorm van een depressie kan dit een tijd duren en is het belangrijk dat betrokkene haar medicatie inneemt. Een verplicht kader is dan ook noodzakelijk. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg kan volgens de psychiater worden volstaan met de zorgmodaliteiten: ‘toedienen van medicatie’, ‘verrichten van medische controles’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘aanbrengen van beperkingen’ en ‘opnemen in een accommodatie’.
4.4
De begeleidster op de afdeling vult tijdens de mondelinge behandeling nog aan dat betrokkene veelal aangeeft haar medicatie niet te willen nemen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling.
5.3.
Het is de rechtbank gebleken dat er bij betrokkene sprake is van katatonie en mutisme. Het is lastig om contact met betrokkene te maken. Daarnaast is betrokkene geremd in haar doen en laten waardoor er sprake is van extreme traagheid. Door deze extreme traagheid komt betrokkene niet voldoende toe aan zelfzorg en eten en drinken. Daarnaast blijkt uit de stukken dat betrokkene inadequaat gedrag heeft vertoond.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de psychiater toegelicht dat er bij betrokkene sprake is van een depressie met katatone kenmerken. De stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten
- waaronder niet te verstaan het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat zij bereid is om op vrijwillige basis bij [accommodatie] te verblijven, is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een voldoende bestendige bereidheid ten aanzien van de benodigde zorg. De rechtbank overweegt hierbij dat betrokkene heeft aangegeven het liefst helemaal geen medicatie meer in te willen nemen. Daarbij komt dat betrokkene onder invloed van de katatonie met momenten niet goed kan instemmen met de noodzakelijke zorg. Om die reden is zorg in het gedwongen kader voorlopig nog nodig.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.6. kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 oktober 2024;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024 door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier en op schrift gesteld op 9 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.