Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST BRABANT
gemachtigde: mr. M.J. de Vries.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van de eis en tegeneis
‘vanaf heden’zouden worden gefactureerd, terwijl de factuur uren vanaf 1 september 2022 bevat. Alleen dit WhatsAppbericht is onvoldoende om te concluderen dat de factuur onjuist is. Als [het bedrijf] bedoelt dat de uren dubbel in rekening zijn gebracht, had zij dit moeten motiveren. Het feit dat zowel in de urenstaat als in de urenspecificatie bij de factuur uren van 1 tot en met 20 september 2022 staan vermeld, betekent niet zonder meer dat deze uren zowel verrekend als gefactureerd zijn. De kantonrechter acht hierbij van belang dat op de factuur een correctie van € 2.565 exclusief btw is vermeld. Als [het bedrijf] van mening is dat deze correctie onjuist is, had het op haar weg gelegen om dit aan te voeren.
- dagvaarding: € 110,55
- griffierecht: € 365
- salaris gemachtigde: € 204 (1 punt)
- nakosten: € 102 (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
: