ECLI:NL:RBZWB:2024:7093

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
10780384 CV EXPL 23-3368 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Akdikan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van openstaande facturen en verrekening in een overeenkomst van opdracht tussen Prosolic B.V. en [het bedrijf]

In deze zaak vordert Prosolic B.V. betaling van openstaande facturen van [het bedrijf] in het kader van een overeenkomst van opdracht. Prosolic heeft [het bedrijf] gedagvaard, waarna [het bedrijf] een conclusie van antwoord en een tegeneis heeft ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 juli 2024. Prosolic heeft een offerte van 7 februari 2022 overgelegd waarin afspraken zijn vastgelegd over de optimalisatie van bedrijfsprocessen en de bijbehorende kosten. De partijen zijn overeengekomen dat Prosolic werkzaamheden zou verrichten tegen een uurtarief van € 90,- exclusief btw, met facturatie op basis van nacalculatie. Prosolic heeft twee facturen gestuurd die door [het bedrijf] niet zijn betaald, wat aanleiding gaf tot deze procedure.

[het bedrijf] betwist de uren die Prosolic heeft gedeclareerd en stelt dat er een verrekeningsafspraak is gemaakt voor de kosten van zonnepanelen die [het bedrijf] heeft geïnstalleerd. De kantonrechter oordeelt dat Prosolic voldoende bewijs heeft geleverd van de verrichte werkzaamheden en dat de uren grotendeels onvoldoende gemotiveerd zijn betwist door [het bedrijf]. De kantonrechter wijst de vordering van Prosolic grotendeels toe en wijst de tegeneis van [het bedrijf] af. Tevens wordt [het bedrijf] veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente over de openstaande bedragen. De proceskosten komen voor rekening van [het bedrijf].

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10780384 CV EXPL 23-3368
Vonnis van 16 oktober 2024
in de zaak van
Prosolic B.V.,
gevestigd in Gorinchem,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Prosolic,
gemachtigde: Credifixx Incassoservices B.V.,
tegen
[naam 1] h.o.d.n. [het bedrijf],
wonend in [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [het bedrijf] ,
gemachtigde: mr. M.J. de Vries.

1.De procedure

1.1.
Prosolic heeft [het bedrijf] gedagvaard. [het bedrijf] heeft hierop gereageerd met een conclusie van antwoord en een tegeneis (eis in reconventie) ingediend. Voor de mondelinge behandeling heeft Prosolic aanvullende stukken ingediend.
1.2.
Op 3 juli 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. De gemachtigde van [het bedrijf] heeft haar spreekaantekeningen voorgelezen en aan de griffier gegeven. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van de rest van de zitting.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Prosolic optimaliseert bedrijfsprocessen. [het bedrijf] installeert zonnepanelen.
2.2.
Partijen komen overeen dat Prosolic het bedrijfsproces van [het bedrijf] optimaliseert. Deze afspraken leggen partijen vast in een door [het bedrijf] ondertekende offerte van 7 februari 2022. In deze offerte staat, voor zover van belang, het volgende:
'Opdracht
Op basis van het gesprek van 3 februari 2022 heeft PROSOLIC een ontwerp opgesteld van het proces en een inschatting gemaakt van de kosten. Onderstaand is een schriftelijke toelichting opgenomen op het ontwerp van het proces en is een inschatting van de bijbehorende kosten per onderdeel opgenomen.(…)
Honorarium
De genoemde werkzaamheden worden door PROSOLIC verricht tegen een uurtarief van € 90,- vermeerderd met de daarover verschuldigde omzetbelasting (btw). Onderstaand is een overzicht opgenomen van de inschatting van de te maken kosten per onderdeel van de maatwerkapplicatie (exclusief btw):
• Instellen standaard inrichting Zoho One + koppeling applicaties € 250,-
• Inrichting Zoho CRM (plus koppelingen) € 2.500,-
• Ontwikkeling maatwerkapplicatie voor projectregistratie en planning € 1.250,-
• Inrichting Zoho Bookings € 250,-
De totale eenmalige kosten voor de ontwikkeling van de maatwerkapplicatie en inrichting van de Zoho applicaties door PROSOLIC bedragen € 4.250,- (exclusief btw).
Bovenstaande prijsberekening betreft slechts een indicatie van de werkelijke kosten. Het totale honorarium van de opdracht zal worden gebaseerd op nacalculatie. PROSOLIC behoudt zich het recht om meer werkzaamheden te verrichten dan vermeld in deze opdracht indien deze werkzaamheden voor een goede uitvoering van de opdracht noodzakelijk zijn. U wordt hiervan, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is, vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht. (…)
Facturatie van de werkelijk besteedde uren zal achteraf per maand plaatsvinden.’
2.3.
[het bedrijf] installeert in opdracht van de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) 24 zonnepanelen op het dak van zijn woning. [naam 2] is (indirect) bestuurder van Prosolic. De kosten voor het plaatsen van de zonnepanelen bedragen € 8.100 exclusief btw (€ 9.801 inclusief btw). Partijen spreken af dit bedrag te verrekenen met het honorarium van Prosolic voor de werkzaamheden bij [het bedrijf] .
2.4.
Op 20 september 2022 stuurt [naam 2] /Prosolic een WhatsAppbericht naar [het bedrijf] met de volgende tekst:
‘Ik wilde even melden dat je sinds deze maand het bedrag van 8100 hebt bereikt wat wij hebben afgesproken. Vanaf heden zullen de gemaakte uren dus weer gefactureerd worden.’
Hier reageert [het bedrijf] het volgende op:
‘Dan wil ik daar wel een specificatie van. Want er is niet echt een enorme verandering in gedaan’
2.5.
Diezelfde dag stuurt Prosolic, ook via WhatsApp, een urenspecificatie naar [het bedrijf] . Deze specificatie begint op 1 april 2022 en eindigt op 20 september 2022.
2.6.
Prosolic stuurt twee facturen naar [het bedrijf] , die [het bedrijf] niet betaalt:
- Factuur van 30 september 2022 met [nummer 1] van € 925,65 inclusief btw met betrekking tot werkzaamheden van 2 tot en met 29 september 2022;
- Factuur van 31 oktober 2022 met nummer [nummer 2] van € 680,63 inclusief btw met betrekking tot werkzaamheden van 17 tot en met 25 oktober 2022.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
Prosolic eist betaling van [het bedrijf] van de openstaande facturen van in totaal € 1.606,28 en de gemaakte buitengerechtelijke kosten van € 240,94, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, met veroordeling van [het bedrijf] in de proceskosten.
3.2.
Prosolic baseert haar eis op het volgende. Partijen hebben een overeenkomst van opdracht gesloten. De afspraken hebben partijen vastgelegd in de offerte van 7 februari 2022. Op grond hiervan heeft Prosolic de gewerkte uren op basis van nacalculatie in rekening gebracht. De afspraak om te verrekenen geldt niet meer, omdat Prosolic al meer dan € 9.801 aan werkzaamheden heeft verricht. Prosolic heeft daarom de facturen van 30 september 2022 en 31 oktober 2022 gestuurd, die [het bedrijf] niet heeft betaald. [het bedrijf] is daarom tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst.
3.3.
[het bedrijf] is het niet eens met de eis van Prosolic en vindt dat deze moet worden afgewezen. Volgens [het bedrijf] is het bedrag van € 9.801 nog niet (geheel) verrekend. [het bedrijf] betwist namelijk de inhoud van de urenstaat van Prosolic. Uit WhatsAppgesprekken volgt dat Prosolic in de maanden juni, juli en september 2022 nauwelijks werkzaamheden heeft verricht. Daarnaast komen werkzaamheden die betrekking hebben op het verhelpen van storingen voor rekening van Prosolic. Ook is een bedrag van € 5.142,50 geoffreerd voor alle werkzaamheden en wordt nu meer dan het dubbele in rekening gebracht. Verder heeft Prosolic meer uren genoteerd dan zij eerder in (achteraf gecrediteerde) facturen heeft vermeld. Tot slot heeft [het bedrijf] , in strijd met de afspraak, niet maandelijks een factuur van Prosolic ontvangen.
In reconventie (na vermeerdering van eis)
3.4.
[het bedrijf] eist primair betaling van Prosolic van € 8.194,72 en subsidiair, in het geval dat de vordering van Prosolic wordt toegewezen, betaling van Prosolic van € 9.801, met veroordeling van Prosolic in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.5.
[het bedrijf] baseert haar eis op het volgende. [het bedrijf] heeft voor een bedrag van € 9.801 zonnepanelen geplaatst. Afgesproken is dat Prosolic dit bedrag betaalt aan [het bedrijf] (door te verrekenen). Na verrekening van de facturen van Prosolic van 30 september 2022 en 31 oktober 2022 blijft een bedrag van € 8.194,72 over dat Prosolic nog moet betalen. In het geval er niet wordt verrekend, moet het volledige bedrag van € 9.801 nog worden betaald.
3.6.
Prosolic voert hier verweer tegen. Prosolic heeft al meer dan € 9.801 aan werkzaamheden verricht voor [het bedrijf] .

4.De beoordeling van de eis en tegeneis

4.1.
De eis van Prosolic wordt grotendeels toegewezen. De tegeneis van [het bedrijf] wordt afgewezen. Hierna licht de kantonrechter dit oordeel toe.
Geen schending van de waarheids- en volledigheidsplicht
4.2.
[het bedrijf] verweert zich in de eerste plaats door te stellen dat Prosolic de waarheids- en volledigheidsplicht heeft geschonden, omdat in de dagvaarding de verrekeningsafspraak tussen partijen niet is vermeld. [het bedrijf] vraagt de kantonrechter daaruit de gevolgtrekking te maken die hij geraden acht.
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat partijen verplicht zijn alle voor de beslissing relevante feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. [1] Prosolic heeft deze verplichting echter niet geschonden. Hoewel Prosolic in de dagvaarding niets heeft vermeld over de verrekeningsafspraak tussen partijen, is dit een gevolg van de omstandigheid dat [het bedrijf] zich, ondanks meerdere aanmaningen, tot de conclusie van antwoord niet heeft verweerd tegen de facturen in kwestie. Het is Prosolic dus niet bekend geweest waarom de facturen niet zijn betaald. Daarnaast is het voor [het bedrijf] duidelijk geweest waartegen zij zich heeft moeten verweren. Het niet vermelden van de verrekeningsafspraak in de dagvaarding door Prosolic heeft [het bedrijf] dus ook niet benadeeld in haar belangen.
Uren van Prosolic zijn grotendeels onvoldoende gemotiveerd betwist door [het bedrijf]
4.4.
Bij een overeenkomst van opdracht is het uitgangspunt dat de opdrachtgever loon is verschuldigd aan de opdrachtnemer. In dit geval is overeengekomen dat de uren die Prosolic voor [het bedrijf] heeft gemaakt, op basis van een vast uurloon (€ 90 exclusief btw) op basis van nacalculatie in rekening worden gebracht. Volgens Prosolic heeft zij voor € 11.407,28 aan werkzaamheden verricht in de periode van 1 april 2022 tot en met 25 oktober 2022. Deze uren heeft zij gespecificeerd en in rekening gebracht. Prosolic houdt rekening met de verrekeningsafspraak van € 9.801, waardoor het nog door [het bedrijf] te betalen bedrag op € 1.606,28 uitkomt. Prosolic onderbouwt dit met een urenstaat van 1 april 2022 tot en met 20 september 2022 en de facturen in kwestie met bijbehorende urenspecificaties, die gaan over de periode van 2 september 2022 tot en met 25 oktober 2022.
4.5.
[het bedrijf] betwist dat Prosolic het opgegeven aantal uren werkzaamheden heeft verricht. [het bedrijf] voert aan dat uit de overgelegde WhatsAppberichten blijkt dat Prosolic in de maanden juni, juli en september 2022 slechts een enkele keer werkzaamheden heeft verricht. [het bedrijf] lijkt hiermee te betogen dat als er geen correspondentie via WhatsApp heeft plaatsgevonden, Prosolic ook geen werkzaamheden heeft verricht. De kantonrechter verwerpt dit argument. Ook zonder correspondentie via WhatsApp kan Prosolic werkzaamheden hebben verricht en kan zij die in rekening brengen. Van een afspraak dat Prosolic haar werkzaamheden (voorafgaand) moest bespreken, is niet gebleken.
4.6.
[het bedrijf] wijst verder op het geoffreerde bedrag van € 5.142,50 inclusief btw. [het bedrijf] vindt het ongeloofwaardig dat er meer dan het dubbele van dit bedrag aan werkzaamheden is verricht. Volgens [het bedrijf] is slechts de helft van de werkzaamheden uitgevoerd. [het bedrijf] geeft echter niet aan welke werkzaamheden dan niet zijn uitgevoerd maar toch zijn doorbelast. Dat een hoger bedrag is gedeclareerd dan is geoffreerd, is onvoldoende om de juistheid van de uren van Prosolic te betwijfelen. Het geoffreerde bedrag was immers een inschatting; partijen hebben afgesproken dat Prosolic haar werkzaamheden verricht op basis van nacalculatie.
4.7.
[het bedrijf] wijst er ook op dat zij tot 20 september 2022 geen facturen of urenstaten van Prosolic heeft ontvangen, terwijl in de offerte staat dat maandelijks wordt gefactureerd. De kantonrechter laat in het midden of partijen na de offerte (in verband met de verrekeningsafspraak) andere afspraken over het factureren hebben gemaakt. Het feit dat niet maandelijks is gefactureerd of maandelijks een urenstaat is gestuurd, betekent namelijk niet dat de gedeclareerde uren niet zijn gemaakt of de betalingsverplichting vervalt. Bovendien had [het bedrijf] zelf tussentijds om een overzicht van de gemaakte uren kunnen vragen.
4.8.
Volgens [het bedrijf] is daarnaast afgesproken dat de werkzaamheden voor het verhelpen van storingen voor rekening van Prosolic zouden komen. Deze afspraak blijkt echter niet uit de offerte en ook niet uit de WhatsAppberichten, en is dus niet vast komen te staan. Het Whatsappbericht van 17 februari 2022 bevat een dergelijke afspraak ook niet, nog daargelaten dat dit bericht niet gaat over het verhelpen van een storing. Prosolic heeft in dat bericht aangegeven dat een bepaald aantal uren van een werknemer niet in rekening worden gebracht, omdat [het bedrijf] heeft geklaagd dat die werkzaamheden al (door [naam 2] ) zijn verricht en dan niet opnieuw in rekening kunnen worden gebracht.
4.9.
[het bedrijf] wijst verder op de door haar overgelegde herinnering van de factuur van april 2022. De kantonrechter stelt op basis van dit overgelegde stuk vast dat de herinnering van de factuur niet gaat over de werkzaamheden van april 2022 maar over de werkzaamheden van maart 2022. De herinnering vermeldt namelijk 31 maart 2022 als factuurdatum. De werkzaamheden van april 2022 kunnen logischerwijs niet in deze factuur zijn verwerkt. De werkzaamheden van maart 2022 zijn niet relevant in deze procedure, omdat pas in april 2022 is begonnen met het verrekenen.
4.10.
[het bedrijf] wijst ook op de herinnering van de factuur van mei 2022. Deze bedraagt € 245,03 inclusief btw. Uit de urenstaat van Prosolic volgt dat een bedrag van € 544,50 inclusief btw is verrekend. Tijdens de zitting heeft Prosolic erkend een fout te hebben gemaakt door 2,75 uur niet uit de urenstaat te verwijderen. Het verschil tussen € 544,50 en € 245,03 is € 299,47 en dat is het afgesproken uurtarief (inclusief btw) maal 2,75 uur. Een bedrag van € 299,47 wordt daarom niet toegewezen.
4.11.
Tot slot voert [het bedrijf] aan dat de factuur van 30 september 2022 niet klopt, gezien het WhatsAppbericht van Prosolic van 20 september 2022. In dit bericht staat namelijk dat de uren
‘vanaf heden’zouden worden gefactureerd, terwijl de factuur uren vanaf 1 september 2022 bevat. Alleen dit WhatsAppbericht is onvoldoende om te concluderen dat de factuur onjuist is. Als [het bedrijf] bedoelt dat de uren dubbel in rekening zijn gebracht, had zij dit moeten motiveren. Het feit dat zowel in de urenstaat als in de urenspecificatie bij de factuur uren van 1 tot en met 20 september 2022 staan vermeld, betekent niet zonder meer dat deze uren zowel verrekend als gefactureerd zijn. De kantonrechter acht hierbij van belang dat op de factuur een correctie van € 2.565 exclusief btw is vermeld. Als [het bedrijf] van mening is dat deze correctie onjuist is, had het op haar weg gelegen om dit aan te voeren.
4.12.
De conclusie is dat [het bedrijf] een bedrag van € 1.306,81 (€ 1.606,28 – € 299,47) aan Prosolic moet betalen. Prosolic heeft voldoende onderbouwd dat zij dit bedrag in rekening mocht brengen. [het bedrijf] heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat Prosolic dit bedrag in rekening mocht brengen. [het bedrijf] kan, mede gelet op de urenspecificatie van Prosolic, niet volstaan met de algemene opmerking dat het op de weg van Prosolic ligt om aan te tonen dat er zoveel uren zijn verricht. Uit deze conclusie vloeit logischerwijs voort dat de vordering in reconventie wordt afgewezen.
[het bedrijf] moet de buitengerechtelijke kosten vergoeden
4.13.
Prosolic vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 240,94 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 196,02 bij € 1.306,81. De kantonrechter wijst daarom € 196,02 toe.
[het bedrijf] moet wettelijke (handels)rente betalen
4.14.
De wettelijke handelsrente wordt toegewezen over de factuurbedragen. Dit betreft de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 626,18 (€ 925,65 - € 299,47) vanaf 30 oktober 2022 (de vervaldatum van de factuur van 30 september 2022) en over het bedrag van € 680,63 vanaf 30 november 2022 (de vervaldatum van de factuur van 31 oktober 2022).
4.15.
De wettelijke handelsrente heeft uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit een handelsovereenkomst. Een verplichting tot vergoeding van schade, zoals buitengerechtelijke kosten, kan daartoe niet worden gerekend. De kantonrechter wijst daarom de wettelijke rente toe over deze kosten vanaf de dag van dagvaarding (in plaats van de wettelijke handelsrente).
Proceskosten komen voor rekening van [het bedrijf]
4.16.
[het bedrijf] heeft grotendeels ongelijk gekregen. Zij wordt daarom in de proceskosten veroordeeld. Dat houdt in dat zij haar eigen proceskosten moet dragen en dat zij de proceskosten van Prosolic moet betalen. De kosten aan de zijde van Prosolic worden in conventie in totaal begroot op € 781,55, bestaande uit:
  • dagvaarding: € 110,55
  • griffierecht: € 365
  • salaris gemachtigde: € 204 (1 punt)
  • nakosten: € 102 (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
4.17.
De kosten aan de zijde van Prosolic worden in reconventie begroot op € 0. De gemachtigde van Prosolic heeft namelijk geen antwoord in reconventie ingediend en is niet bij de zitting aanwezig geweest.

5.De beslissing

De kantonrechter
:
in conventie
5.1.
veroordeelt [het bedrijf] om aan Prosolic tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.502,83, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 626,18 vanaf 30 oktober 2022, de wettelijke handelsrente over € 680,63 vanaf 30 november 2022 en de wettelijke rente over € 196,02 vanaf 25 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [het bedrijf] in de proceskosten van € 781,55, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [het bedrijf] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen van [het bedrijf] af,
5.6.
veroordeelt [het bedrijf] tot betaling van de proceskosten van € 0.
Dit vonnis is gewezen door mr. Akdikan en uitgesproken in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.

Voetnoten

1.Artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.