Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1950 te [geboorteplaats] ;
16 maart 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 16 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1950. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene vertoonde symptomen van een psychische stoornis, waaronder hallucinaties en verward gedrag, en was op dat moment opgenomen in een zorginstelling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en dat er ernstig nadeel dreigt, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene niet over voldoende ziektebesef beschikte. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en schriftelijk uitgewerkt op 30 september 2024.