ECLI:NL:RBZWB:2024:7128

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
21 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426228 / FA RK 24/4076
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 16 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1950. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene vertoonde symptomen van een psychische stoornis, waaronder hallucinaties en verward gedrag, en was op dat moment opgenomen in een zorginstelling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en dat er ernstig nadeel dreigt, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene niet over voldoende ziektebesef beschikte. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en schriftelijk uitgewerkt op 30 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426228 / FA RK 24/4076
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 16 september 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1950 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 3 september 2024, ingekomen ter griffie op 3 september 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een informatierapport Wvggz van 31 juli 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- de medische verklaring van 21 augustus 2024;
- een zorgkaart van 22 augustus 2024;
- een zorgplan van 21 augustus 2024;
- de aanvraag van 31 juli 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 augustus 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 september 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1], verpleegkundige;
- mw. [naam 2], psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mw. [naam 3], persoonlijke begeleidster van [thuiszorg];
- mw. [naam 4], stagiaire;
- mw. [naam 5], arts in opleiding;
- [naam 6], een vriend van betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met haar gaat en dat er goed voor haar gezorgd wordt bij [accommodatie] . Verder geeft betrokkene aan dat zij haar overleden ouders, honden en poezen ziet.
3.2
De advocaat heeft geen bezwaar tegen het verzoek. De stukken zijn volstrekt helder en wat daarin naar voren wordt gebracht over betrokkene wordt tijdens de mondelinge behandeling bevestigd. Het is in het belang van betrokkene dat zij de juiste zorg krijgt.
3.3
De psychiater licht tijdens de mondelinge behandeling toe dat betrokkene sinds vorig weekend op vrijwillige basis bij [accommodatie] verblijft nadat de politie betrokkene ’s nachts buiten op een bankje in het park had gevonden. Op dit moment is betrokkene nog verward. Zij kampt met hallucinaties. In de thuissituatie was er sprake van dwaalgedrag en veroorzaakte betrokkene overlast in de buurt. In het verleden is het lastig geweest om onderzoeken bij betrokkene te doen omdat ziekenhuisafspraken veelal niet werden nagekomen. Op de afdeling gaat het momenteel goed met betrokkene. De psychiater geeft aan dat er bij betrokkene vermoedelijk sprake is van schizofrenie, maar dat de diagnose niet precies helder is. Een zorgmachtiging is dan ook noodzakelijk om nader onderzoek te verrichten. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg sluit de psychiater zich aan bij de vormen zoals die zijn verzocht.
3.4.
De verpleegkundige bevestigt dat betrokkene – ook op de afdeling – kampt met hallucinaties en waangedachten.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier), persoonlijkheidsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met beangstigende visuele en auditieve hallucinaties, die vermoedelijk het gevolg zijn van een schizofreniespectrumstoornis. Nader onderzoek moet dit uitwijzen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene veelal in de nacht lopend of zittend op straat wordt aangetroffen. Betrokkene vertoont dit vluchtgedrag vanuit angst en paniek. Hierbij veroorzaakt zij ook overlast door onder andere buren of haar persoonlijke begeleidster ’s nachts wakker te bellen. Daarnaast is het de rechtbank gebleken dat betrokkene volledig afhankelijk is van zorgverlenende instanties, voor zowel haar persoonlijke verzorging als het doen van huishoudelijke taken. Tot slot houdt betrokkene zich niet aan het bij diabetes horende voedingsadvies en weigert zij controles en behandelingen, wat een gevaar voor haar lichamelijk gezondheid met zich meebrengt.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene niet over voldoende ziektebesef en -inzicht beschikt en zij zich in het verleden zorgmijdend heeft opgesteld. De rechtbank is derhalve van oordeel dat er op dit moment nog geen sprake is van een voldoende bestendige bereidheid ten aanzien van de benodigde zorg. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1950 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 maart 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke als griffier, en op 30 september 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.