Op 11 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2006. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een crisismaatregel, die eerder was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een kortdurende psychotische stoornis, vermoedelijk geluxeerd door middelengebruik. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat, maar de rechtbank oordeelt dat er geen voldoende bestendige bereidheid is om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd, gezien het risico dat de betrokkene zou stoppen met medicatie en het gebrek aan ziektebesef. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg beoordeeld en enkele vormen van zorg noodzakelijk geacht, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van vier maanden, tot en met 11 januari 2025, en de overige verzoeken zijn afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt door mr. Verplanke.