In deze zaak heeft eiseres, een Somalische vrouw, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan. Eiseres heeft haar asielaanvraag ingediend op 15 juli 2021, maar deze werd op 13 september 2022 afgewezen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij bedreigd werd door een man die met haar wilde trouwen en haar dwong wapens te vervoeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat haar relaas over de bedreigingen niet geloofwaardig is geacht. De rechtbank heeft ook de situatie in Somalië beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reëel risico op ernstige schade is bij terugkeer, ondanks de slechte omstandigheden in het land. Eiseres heeft ook aangevoerd dat haar dochters risico lopen op vrouwenbesnijdenis, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met deze belangen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. Eiseres heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 2.187,50.