ECLI:NL:RBZWB:2024:7157

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.30270
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

Op 17 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de voorzieningenrechter, mr. A.J. de Danschutter, het verzoek om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De zaak betreft een verzoeker wiens asielaanvraag op 31 juli 2024 door de minister van Asiel en Migratie kennelijk ongegrond is verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er op dezelfde dag een mondelinge uitspraak is gedaan in een verwante zaak (zaaknummer NL24.30269). Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening niet ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.30270

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.M.G. Crompvoets),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 31 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker kennelijk ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij mondelinge uitspraak van 17 oktober 2024, zaaknummer NL24.30269, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 17 oktober 2024 door mr. A.J. de Danschutter, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.