ECLI:NL:RBZWB:2024:7165

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/418229 / FA RK 24-291
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling in het belang van minderjarige met betrekking tot contact met de vader

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 september 2024 een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft een verzoek van de minderjarige om de bestaande zorgregeling, vastgesteld bij beschikking van 21 april 2022, te wijzigen. De minderjarige, die momenteel een hulpverleningstraject ondergaat, heeft aangegeven dat de huidige contactregeling met zijn vader niet meer wenselijk is. De bijzondere curator, benoemd op 5 april 2024, heeft in haar rapportage geconcludeerd dat de huidige regeling niet in het belang van de minderjarige is en heeft gepleit voor meer flexibiliteit in het contact. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 september 2024 is besproken dat de minderjarige behoefte heeft aan ruimte om zijn hulpverleningstraject af te ronden voordat hij het contact met zijn vader herstelt. De kinderrechter heeft het verzoek van de vader om een voorlopige contactregeling afgewezen, omdat dit te veel druk op de minderjarige legt. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden tot 29 oktober 2024 om de ontwikkelingen in het contact tussen de minderjarige en zijn vader te volgen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om het tempo van de minderjarige te respecteren en dat hij de tijd en ruimte nodig heeft om aan zichzelf te werken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/418229 / FA RK 24-291
Datum uitspraak: 24 september 2024
nadere beschikking
in de zaak van
[minderjarige],
hierna te noemen [minderjarige] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 2007,
wonende in [woonplaats 1] ,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. M. Czarnota in Oosterhout,
[de vader] ,
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. E. van Nuenen-Meulesteen in Hilvarenbeek,
mr. [de bijzondere curator],
kantoorhoudende in [woonplaats 1] ,
in haar hoedanigheid als bijzondere curator over [minderjarige] ,
hierna te noemen de bijzondere curator,
De Raad voor de Kinderbescherming Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen de Raad, is op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) betrokken in de procedure.

1.Het verdere verloop van het geding

1.1
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 5 april 2024 en alle daarin vermelde stukken;
- de brief van de bijzondere curator van 11 juni 2024;
- het verslag van de bijzondere curator van 30 juni 2024;
- het e-mailbericht van mr. Nuenen-Meulesteen van 6 augustus 2024;
- het e-mailbericht van mr. Czarnota van 9 augustus 2024.
1.2
De zaak is op 6 september 2024, gelijktijdig met het verzoek van de vader met zaaknummer C/02/426190 / FA RK 24-4059, met gesloten deuren nader mondeling behandeld. De kinderrechter heeft nogmaals met de beide ouders, bijgestaan door hun advocaten, gesproken. Bij dat gesprek waren ook de bijzondere curator en een medewerkster van de Raad aanwezig.
1.3
Voor deze mondelinge behandeling heeft de kinderrechter met [minderjarige] op 2 september 2024 gesproken over het contact tussen hem en de vader.

2.De vraag

2.1
Ter beoordeling ligt voor de vraag van [minderjarige] om de zorgregeling, zoals vastgesteld door deze rechtbank bij beschikking van 21 april 2022, te wijzigen.

3.De verdere beoordeling

3.1
Bij beschikking van 5 april 2024 is mr. [de bijzondere curator] benoemd tot bijzondere curator voor [minderjarige] en zijn aan haar een drietal vragen voor onderzoek voorgelegd, namelijk:
- Welke zorgregeling is gelet op de leeftijd van [minderjarige] het meest in zijn belang? Indien de bijzondere curator daartoe aanleiding ziet, dan staat het haar vrij om een advies uit te brengen over een andere invulling van de zorgregeling in het belang van [minderjarige] ;
- Als de regeling wordt aangepast zoals [minderjarige] wenst, namelijk geen vaste contactregeling meer met zijn vader, wat betekent dit voor [minderjarige] en is zijn belang het meest gediend als hij voortaan zelf mag bepalen wanneer hij naar de vader gaat?
- Indien de huidige zorgregeling in stand wordt gelaten wat betekent dit dan voor [minderjarige] en zijn ontwikkeling?
De bijzondere curator heeft op 30 juni 2024 verslag uitgebracht van het onderzoek dat zij heeft verricht. In dit verslag is – kort samengevat – het volgende standpunt door de bijzonder curator ingenomen.
De bijzondere curator acht gezien de leeftijd van [minderjarige] en hetgeen [minderjarige] heeft verteld de huidige contactregeling tussen [minderjarige] en de vader niet langer wenselijk. Voor [minderjarige] voelt het alsof hij op eieren loopt en hij is niet ontspannen. Een andere contactregeling tussen [minderjarige] en de vader is wenselijk. [minderjarige] staat zelfstandiger in het leven en heeft behoefte aan eigen keuzes en beslissingen. Het zal goed zijn voor zijn ontwikkeling als hij die keuzes in alle vrijheid kan maken, zonder zich daarbij belast te voelen. Aan de ouders de taak om deze vrijheid en keuzes te respecteren, ook als dat betekent dat zij dan zelf mogelijk teleurgesteld zijn.
Juist vanwege de leeftijd van [minderjarige] zijn volgens de bijzondere curator vaste afspraken nodig, bijvoorbeeld een zondag per week. Voor [minderjarige] is tevens van belang dat van die afspraak kan worden afgeweken, waarbij dat vooraf wordt gecommuniceerd en meteen wordt afgesproken op welke dag er dan wel contact kan zijn. Bovendien zal de vader zijn eigen begrijpelijke emoties en teleurstelling over een wijziging van de afspraak, voor zichzelf moeten houden en niet moeten uiten richting [minderjarige] . De inschatting van de bijzondere curator is dat het contact daardoor zal uitbreiden naar meer dan een dag per week. [minderjarige] houdt immers veel van zijn vader en wil het contact met hem behouden. Ook geniet [minderjarige] van de momenten met zijn vader. Alleen het gedrag dat de vader soms laat zien, lijkt [minderjarige] te weerhouden.
De moeder houdt zich nu volledig afzijdig, maar voor [minderjarige] zou het fijner zijn als zij hem daadwerkelijk helpt bij het contactherstel met zijn vader. De moeder zegt wel dat zij wil dat het contact wordt hersteld, maar neemt daarin geen initiatief. [minderjarige] zit klem tussen zijn ouders en de moeder heeft daarin een rol.
De voorkeur van de bijzondere curator is dat beide ouders samen met elkaar in gesprek zouden gaan over [minderjarige] en zijn wensen. Dat willen de ouders geen van beiden. Zij berusten in parallel ouderschap. Zij belasten daarmee ieder op hun eigen manier [minderjarige] die voelt dat zijn beide ouders aan hem trekken en hem belasten. Beide ouders wijzen naar de ander als het gaat om problemen die [minderjarige] ervaart. Zij lijken daardoor de wensen en behoeften van [minderjarige] niet meer te zien.
Voordat de regeling met de vader wordt hervat, acht de bijzondere curator het noodzakelijk dat [minderjarige] in alle rust zijn (hulpverlenings)traject kan afmaken en dat het contactherstel plaatsvindt in het tempo dat [minderjarige] zelf aangeeft. [minderjarige] voelt zich niet altijd gehoord door zijn vader en juist dan is het naar de mening van de bijzondere curator goed als [minderjarige] bepaalt hoe verder.
De bijzondere curator heeft steeds het gevoel dat er een afspraak tussen [minderjarige] en de vader zou komen en dat de lucht dan ook snel zou zijn geklaard. De bijzondere curator begrijpt echter de begeleider van [minderjarige] die adviseert dit uit te stellen totdat [minderjarige] wat verder is in zijn traject. Na afronding daarvan is de bijzondere curator nog steeds bereid om dat gesprek te begeleiden mocht daaraan behoefte zijn.
3.2
In reactie op voormeld rapport van de bijzondere curator heeft de vader een verzoek bij de rechtbank ingediend tot het vaststellen van een voorlopige contactregeling tussen hem en [minderjarige] waarbij door middel van een stappenplan gewerkt wordt aan herstelcontact tussen hem en [minderjarige] . Dit verzoek is bekend onder zaaknummer C/02/426190 / FA RK 24-4059.
3.3
[minderjarige] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter op 2 september 2024 aangegeven dat hij in verband met angsten en trauma is gestart met een hulpverleningstraject waarbij ingezet wordt op traumatherapie in de vorm van EMDR. Hij bezoekt zijn therapeut op dit moment wekelijks. Het traject maakt veel bij hem los, maar helpt hem tegelijkertijd met het verminderen van de spanningen die hij ervaart. Het gaat goed met de opleiding die [minderjarige] volgt en hij geniet van zijn vrijwilligerswerk. [minderjarige] ziet zijn vader op dit moment niet. Wel heeft hij af en toe contact met zijn vader via WhatsApp. [minderjarige] wil het contact met zijn vader herstellen en daarover als eerste stap in gesprek gaan met zijn vader, maar hij merkt dat hij daarvoor op dit moment nog niet helemaal klaar is. Hij wil eerst nog verder in zijn kracht komen te staan door middel van de therapie die hij volgt. [minderjarige] wil zijn vaste verblijfplaats graag bij zijn moeder houden omdat zij dichter bij zijn vrienden woont en hij bij zijn moeder minder spanningen ervaart. [minderjarige] staat (op termijn) open voor een wekelijks contact met zijn vader, maar wil niet meer dat dit contact op basis van een vaste contactregeling plaatsvindt. Hij wil graag in overleg met zijn vader afstemmen welke dag en/of tijdstip voor hun beiden het beste uitkomt gedurende de week. In plaats van een vaste regeling wil [minderjarige] graag op een natuurlijke en meer volwassen manier contact met zijn vader. [minderjarige] heeft een druk leven vanwege zijn opleiding, het vrijwilligerswerk dat hij verricht en de bijbaan die hij heeft. Daarnaast wil hij ook nog afspreken met zijn vrienden. Het is daarom moeilijk voor [minderjarige] om tijd vrij te maken voor zijn ouders. [minderjarige] vindt dit lastig en worstelt hiermee; hij wil hierin zijn ouders niet teleurstellen hetgeen maakt dat hij voor zijn gevoel soms op eieren loopt.
3.4
Tijdens de mondelinge behandeling van 6 september 2024 zijn de beide ouders bijgestaan door hun advocaten, de bijzondere curator en de medewerkster van de Raad in de gelegenheid gesteld om hun standpunten naar voren te brengen ten aanzien van het contact tussen [minderjarige] en de vader. Hieronder volgt een korte weergave van de standpunten.
Door en namens de vader is aangevoerd dat hij erg verdrietig was toen [minderjarige] begin van dit jaar besloot het contact tussen hen (tijdelijk) stil te leggen. De vader mist [minderjarige] enorm. De vader was dan ook blij te vernemen dat door de rechtbank een bijzondere curator was benoemd met als opdracht het contact tussen hem en [minderjarige] te herstellen. Helaas heeft er nog geen gesprek tussen de vader en [minderjarige] onder begeleiding van een onafhankelijk derde plaatsgevonden als eerste stap in het contactherstel. De vader wil [minderjarige] laten weten dat hij alleen maar goede bedoelingen heeft. Om te komen tot contactherstel heeft de vader een verzoek ingediend bij de rechtbank om een voorlopige contactregeling vast te stellen, waarbij aan de hand van een stappenplan gewerkt wordt naar contactherstel tussen hem en [minderjarige] . De vader vindt het erg fijn [minderjarige] morgen te zien op de bruiloft van zijn neef. De vader zal [minderjarige] zelf niet benaderen of vragen aan hem stellen; dit laat de vader geheel aan [minderjarige] .
Door en namens de moeder is aangegeven dat zij begrijpt dat de vader [minderjarige] mist. Zij ziet ook dat [minderjarige] worstelt met het contact met de vader. [minderjarige] wijst het contact met de vader niet af, maar het huidige hulpverleningstraject dat [minderjarige] op dit moment volgt vraagt veel van hem. Belangrijk is dat [minderjarige] de rust en ruimte wordt geboden om dit traject te volgen, en dat er goed naar [minderjarige] geluisterd wordt over hetgeen hij aankan, ook wat betreft het contact met zijn vader. Het opleggen van een contactregeling tussen [minderjarige] en de vader vindt de moeder op dit moment niet in het belang van [minderjarige] . Van belang is dat het tempo van [minderjarige] gevolgd wordt. De moeder laat [minderjarige] vrij in de keuzes die hij hierin maakt. [minderjarige] heeft zelf aangegeven graag naar de bruiloft van zijn neef te willen. De moeder staat hier volledig achter.
De bijzondere curator heeft naar voren gebracht dat zij het verzoek van de vader nog niet heeft besproken met [minderjarige] . De door de vader voorgestelde contactregeling acht de bijzondere curator vanuit de vader begrijpelijk, maar deze zal voor [minderjarige] niet helpend zijn om het contact met de vader aan te gaan. [minderjarige] is positief over zijn vader. Hij kan leuk vertellen over de dingen die hij samen met zijn vader heeft gedaan. Voor nu, mede gezien het hulpverleningstraject dat [minderjarige] volgt, is het aangaan van contact met de vader voor [minderjarige] echter lastig. [minderjarige] staat er voor open het contact met de vader te herstellen, maar wil dit op zijn eigen tempo doen.
De medewerkster van de Raad heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat [minderjarige] passend bij zijn leeftijd zijn eigen leven gaat leiden. Wat betreft het contact met de vader is het het meest passend om het tempo van [minderjarige] hierin te volgen. Het is aan de vader om daarbij aan te sluiten, [minderjarige] geen verwijten te maken en hem warm te ontvangen op het moment dat [minderjarige] het contact met de vader weer opzoekt. [minderjarige] voelt dat de vader andere verwachtingen heeft. De vader zal zijn verwachtingen moeten bijstellen en [minderjarige] het vertrouwen moeten gaan geven zijn tempo te volgen.
3.5
De kinderrechter stelt vast dat zowel [minderjarige] als de vader elkaar missen. Op dit moment is het aangaan van (fysiek) contact met de vader voor [minderjarige] echter nog te lastig. [minderjarige] doorloopt op dit moment een (intensief) hulpverleningstraject, en heeft hierin nog stappen voor zichzelf te zetten om te werken aan het contactherstel met zijn vader. De kinderrechter begrijpt dat dit voor de vader een moeilijke boodschap is, maar de vader zal zich hier voor nu - hoe moeilijk ook - in het belang van [minderjarige] bij moeten neerleggen. [minderjarige] heeft de tijd en ruimte nodig om aan zichzelf te werken. Dit maakt ook dat de kinderrechter het verzoek van de vader tot het vaststellen van een contactregeling, waarbij door middel van een stappenplan gewerkt wordt aan herstelcontact tussen de vader en [minderjarige] , in voormelde zaak met zaaknummer C/02/426190 / FA RK 24-4059 heeft afgewezen. Dit vraagt teveel van [minderjarige] en past ook niet bij hetgeen passend is bij de leeftijd van [minderjarige] en bij het contact wat [minderjarige] graag met de vader wil, namelijk geen dichtgetimmerde contactregeling, maar een regeling waarbij de vader en hij in goed overleg met elkaar afstemmen wanneer zij elkaar zien.
De kinderrechter acht het van belang om zicht te houden op de ontwikkelingen in het contact tussen [minderjarige] en de vader. Daarnaast heeft [minderjarige] in het kindgesprek aangegeven graag nog bijgestaan te willen worden door de bijzondere curator. De kinderrechter ziet hierin aanleiding om de behandeling van de zaak aan te houden, en wel
tot 29 oktober 2024 pro forma.
Zowel [minderjarige] (al dan niet met behulp van de bijzondere curator) als de advocaten van beide ouders worden verzocht om uiterlijk op voormelde datum aan de kinderrechter te berichten of er ontwikkelingen zijn in het contact tussen [minderjarige] en de vader en hiervan een korte beschrijving te geven.
Daarnaast verzoekt de kinderrechter nog specifiek aan [minderjarige] (al dan niet met behulp van de bijzondere curator) om te laten weten hoe het met hem gaat en wat de stand van zaken is in zijn huidige hulpverleningstraject.
Verder verzoekt de kinderrechter aan zowel [minderjarige] (al dan niet met behulp van de bijzondere curator) als de advocaten van beide ouders om aan te geven of zij een verdere aanhouding van de zaak nodig vinden, dan wel of zij een nadere mondelinge behandeling wensen of dat de zaak verder schriftelijk kan worden afgedaan. Daarbij wijst de kinderrechter erop dat [minderjarige] gebruik kan maken van het e-mailadres (kindbriefzaken.rb-zwb@rechtspraak.nl) om de kinderrechter te berichten.
De kinderrechter zal de werkzaamheden van de bijzondere curator nog niet beëindigen zodat [minderjarige] , zoals door hem gewenst, contact kan opnemen met de bijzondere curator voor bijstand op het moment dat hij daaraan behoefte zou hebben.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1
houdt aan de beslissing op de vraag van [minderjarige] tot:
- wijziging van de zorgregeling,
tot dinsdag
29 oktober 2024 PRO FORMA, in afwachting van bericht van [minderjarige] en de advocaten van de ouders zoals overwogen in rechtsoverweging 3.5;
4.2
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door mr. Phillips, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2024 in tegenwoordigheid van mr. Snatersen als griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van de rechtbank Breda .